De toekomst van uw dierenartspraktijk zeker stellen als het inkoopbedrag te hoog dreigt te worden

Michael Eveleens - Van Lanschot
Michael Eveleens
Team voor medisch specialisten, Van Lanschot Healthcare
  1. Inspiratie
  2. Vermogensregie
  3. Healthcare
  4. Financiele oplossing voor uw dierenartspraktijk bij een te hoog inkoopbedrag
blog
03 februari 2023

De toekomst van uw dierenartspraktijk zeker stellen als het inkoopbedrag te hoog dreigt te worden

Wilt u een nieuwe dierenarts laten toetreden tot de praktijk als mede-eigenaar? Dit brengt een groot financieringsvraagstuk met zich mee voor de toetreder, terwijl deze waarschijnlijk onvoldoende eigen middelen hiervoor heeft. Gelukkig bestaan er verschillende manieren om de toetreding alsnog haalbaar te maken. In deze blog legt private banker Michael Eveleens uit hoe dit werkt.
Vergaderruimte met adviseur en klant

Om een nieuwe dierenarts toe te laten treden, moet hij of zij een inkoopbedrag betalen. Dit bedrag wordt onder andere gebaseerd op de intrinsieke waarde en goodwill van de praktijk. Goodwill is niet-tastbare waarde van een onderneming, uitgedrukt in een geldbedrag. Intrinsieke waarde is het verschil tussen de schulden van de dierenartspraktijk en de waarde van de bezittingen. Zo’n inkoopbedrag betekent een flinke uitdaging voor de toetreder. Kan deze niet volledig via een bank ingevuld worden? Dan zijn er gelukkig andere mogelijkheden om de inkoop haalbaar te maken.

Financiële oplossingen

Om aan het inkoopbedrag te voldoen, heeft de toetredende dierenarts de volgende opties. Hij of zij kan een achtergestelde lening afsluiten bij familie of de praktijkeigenaren. Of gebruikmaken van een door de praktijk gefaciliteerde inverdienregeling, waarbij het inkoopbedrag wordt betaald door de eerste jaren minder te verdienen.

Uiteraard kan de toetreder ook overwegen om een toetredingsfinanciering aanvragen bij een bank. Deze betaalt hij of zij vervolgens in gemiddeld vijf tot zeven jaar terug. In sommige gevallen kan op basis van uitzondering de terugbetaaltermijn opgerekt worden tot tien jaar. Bij deze vorm van financieren is de lening ongedekt, wat inhoudt dat er geen onderpand is. Daarom is de terugbetaalperiode relatief kort.

Bij Van Lanschot Kempen zien we steeds vaker dat de verhouding bij een dierenartspraktijk tussen eigen vermogen en vreemd vermogen uit balans raakt.

Uitdaging voor de toetredende dierenarts

Bij Van Lanschot Kempen zien we steeds vaker dat de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen bij een dierenartspraktijk uit balans raakt. Bij gezonde praktijkexploitaties worden namelijk nieuwe investeringen uit de lopende kasstroom van de onderneming voldaan. Dit komt onder andere door de gezonde houding om schulden zoveel mogelijk te beperken. Hierdoor is een praktijk steeds minder afhankelijk van een geldverstrekker, zoals een bank. Dit zorgt er vervolgens voor dat het eigen vermogen van het bedrijf toeneemt. Voor een toetredende dierenarts is dit minder prettig, omdat hij of zij een hoger bedrag moet inleggen om een plekje te verwerven binnen de praktijk.

Is een lening bij de familie, een bank of praktijkeigenaren geen mogelijkheid voor de toetredende dierenarts? Dan ligt de oplossing mogelijk in een achtergestelde lening verstrekt door de verkoper, gecombineerd met een bancaire- oftewel toetredingsfinanciering. Nadeel is dat dan niet ieders financiële belang in de praktijk gelijk is, waardoor er onderling verschillen ontstaan.

Mogelijke oplossing voor de toetreder én de praktijkeigenaren

In dit artikel sta ik via een voorbeeld stil bij de combinatie van een toetredingsfinanciering en een praktijkfinanciering. Het doel van een dergelijke constructie is om de balans van de onderneming te ‘optimaliseren’ met nieuw aangetrokken vreemd vermogen. Dit zorgt ervoor dat de financieringsbehoefte voor de toetredende dierenarts flink vermindert. De kans is veel groter dat de toetreder zijn of haar financiering rondkrijgt bij de bank, omdat de betaalcapaciteit flink verbeterd.

Een ander voordeel van deze oplossing, is dat de huidige praktijkeigenaren een deel van hun vermogen uit de onderneming kunnen onttrekken. Het vermogen dat beschikbaar komt, geeft de ondernemer de mogelijkheid om het breder en efficiënter te spreiden. Gecorrigeerd voor risico kan het een aantrekkelijker rendement opleveren en is het – afhankelijk van de gekozen beleggingsoplossing – op ieder moment toegankelijk.

De casus van de fictieve dierenartspraktijk

In dit voorbeeld gaan we uit van een dierenartsenpraktijk met acht eigenaren in een BV-structuur. Eén van de dierenartsen gaat met pensioen en wordt vervangen door een nieuwe dierenarts. De indeling van de praktijk ziet er als volgt uit:

*PH staat voor 'persoonlijke holding'

Holdingstructuur fictieve dierenartspraktijk

Dit is de balans die hoort bij de fictieve dierenartspraktijk in dit voorbeeld.

Activa Balans 31-12-2021 Passiva
Vaste activa

Eigen vermogen

 
Praktijkpand €1.650.000 Eigen vermogen € 2.500.000
Inventaris/bedrijfsmiddelen € 1.050.000 Reserves € 300.000 

Voorzieningen -
Vlottende activa   Vreemd vermogen  
Voorraad € 700.000 Bancaire financiering € 700.000
Debiteuren € 400.000 Crediteuren € 800.000
Liquide middelen € 500.000
     
Totaal € 4.300.000 Totaal
€ 4.300.000

N.B. De huidige bancaire financiering in dit voorbeeld van € 700.000 heeft een nog resterende looptijd van zeven jaar (€100.000 aflossing per jaar), het rentepercentage bedraagt 5%.

Om de drempel van de inkoop – en dus het inkoopbedrag - te verlagen voor de nieuwe dierenarts, kan de verhouding tussen het eigen- en het vreemde vermogen van de dierenartspraktijk met behulp van de bank meer in balans worden gebracht.

Benodigd inkoopbedrag bij dit voorbeeld

Om het inkoopbedrag voor de toetredende dierenarts te berekenen, is het belangrijk om rekening te houden met de goodwill. We gaan er in dit voorbeeld vanuit dat de goodwillwaarde van de gehele dierenartspraktijk op € 2.4 miljoen komt. Gedeeld door de acht leden is dit € 300.000 per persoon.

Op basis van het eigen vermogen van de praktijk, is er naast de goodwill nog een inkoopbedrag van € 350.000 nodig (totaal eigen vermogen van de praktijk gedeeld door acht). Wat ook meespeelt is de marktwaarde van het bedrijfspand. Deze is getaxeerd op € 2.1 miljoen, terwijl de boekwaarde nog op € 1.65 miljoen staat. Per dierenarts is het stille reserves-bedrag € 56.250 (verschil tussen boekwaarde en taxatiewaarde, gedeeld door acht). Dit bedrag moet de nieuwe dierenarts ook inleggen. Dit allemaal bij elkaar opgeteld, betekent dat de nieuwe dierenarts een bedrag van € 300.000 + € 350.000 + € 56.250 = € 706.250 moet betalen om zich in te kopen.

Andere financieringsmogelijkheid via de bank

Om de drempel van de inkoop – en dus het inkoopbedrag - te verlagen voor de nieuwe dierenarts, kan de verhouding tussen het eigen en het vreemde vermogen van de dierenartspraktijk met behulp van de bank meer in balans worden gebracht.

Van Lanschot Kempen kan als huisbank van de dierenartspraktijk de huidige bancaire financiering van € 700.000 (zoals op de balans staat vermeld) overnemen van de huidige geldverstrekker. Daarnaast is het pand van de praktijk dus recent getaxeerd op € 2,1 miljoen. Als bank kunnen we de praktijk daardoor een financiering verstrekken van maximaal honderd procent van de marktwaarde, met een looptijd tussen de twintig en vijfentwintig jaar. Dit houdt in dat – in de situatie van het voorbeeld – we de huidige bancaire financiering van zeven ton een nieuwe looptijd kunnen geven van vijfentwintig jaar. Dit noemen we stretchen en het verlaagt het aflosbedrag naar € 28.000, in plaats van € 100.000.

Verstrekken we een aanvullende nieuwe lening voor het praktijkpand bovenop de huidige lening van zeven ton en rekken we deze op naar honderd procent van de marktwaarde? Dan komt er aanvullend € 1.400.000 aan financiering bij (om de huidige financiering van zeven ton aan te vullen tot 2,1 miljoen taxatiewaarde) eveneens met een looptijd van twintig tot vijfentwintig jaar. De balans ziet er na deze verstrekking als volgt uit:

Activa Balans 31-12-2021 Passiva
Vaste activa

Eigen vermogen

 
Praktijkpand €1.650.000 Eigen vermogen € 2.500.000
Inventaris/bedrijfsmiddelen € 1.050.000 Reserves € 300.000 


Voorzieningen -
Vlottende activa   Vreemd vermogen  
Voorraad € 700.000 Bancaire financiering 1 € 700.000
Debiteuren € 400.000 Bancaire financiering 2 €1.400.000
Liquide middelen € 1.900.000 Crediteuren € 800.000
     
Totaal € 5.700.000 Totaal
€ 5.700.000

De balans heeft een nieuw totaalbedrag, omdat onder andere de liquide middelen en de schuld zijn toegenoemen. Voor de nieuwe toetreder is er op dit moment nog niet zoveel gewijzigd.

Zonder investeringsplannen hebben de liquide middelen geen nut. Dit kunt u zien als dood kapitaal met een beperkt rendement. De acht eigenaren van de praktijk kunnen dit deel aan zichzelf uitkeren via een dividenduitkering. Zo komt het vermogen vrij beschikbaar in hun persoonlijke holding. Na deze transactie ziet de praktijkbalans er als volgt uit:

Activa Balans 31-12-2021 Passiva
Vaste activa

Eigen vermogen

 
Praktijkpand €1.650.000 Eigen vermogen € 1.100.000
Inventaris/bedrijfsmiddelen € 1.050.000 Reserves € 300.000 


Voorzieningen -
Vlottende activa   Vreemd vermogen  
Voorraad € 700.000 Bancaire financiering 1 € 700.000
Debiteuren € 400.000 Bancaire financiering 2 €1.400.000
Liquide middelen € 500.000 Crediteuren € 800.000
     
Totaal € 4.300.000 Totaal
€ 4.300.000

Als Van Lanschot Kempen in dit voorbeeld de bancaire financiering heeft overgenomen, ligt de aflosdruk bij ons lager dan bij de oude geldverstrekker. Jaarlijks komt het namelijk in deze nieuwe situatie neer op € 84.000 (de schuld gedeeld door de aflostermijn van vijfentwintig jaar). Door de toename van het bedrag, nemen de rentelasten als vanzelfsprekend wel toe. Toch is de financiële impact ondanks de verdriedubbeling van het leenbedrag beperkt.

Nieuwe financiering toetreder na bancaire oplossing

De nieuwe toetreder heeft na bovenstaande verschuiving slechts nog een financiering nodig van € 175.500 kapitaal + € 300.000 goodwill + 56.250 stille reserves = € 531.250. Een flinke vermindering in vergelijking met de eerdere € 706.250.

Stel: de bancaire financiering kent een aflosperiode van zeven jaar, dan scheelt dit in aflosdruk zo’n € 22.000 per jaar en € 8.000 aan rente in het eerste jaar, hierbij uitgaand van 5% rente. De kans is nu veel groter dat de toetreder zijn of haar financiering rondkrijgt bij de bank, omdat de betaalcapaciteit flink is verbeterd.

In deze serie

In mijn eerste blog stond ik stil bij het meest besproken onderdeel van een dierenartspraktijkovername: de goodwill, het minst tastbare en arbitraire onderdeel van bedrijfswaardering. In het tweede artikel bespraken we de intrinsieke waarde van een dierenartsenpraktijk besproken, oftewel de tastbare waarde van de onderneming. 

Laat u informeren over de mogelijkheden

Wilt u weten wat er allemaal bij een dierenartspraktijkovername komt kijken en welke financiële gevolgen dit voor u heeft? Of wilt u als praktijkeigenaar nu al nadenken over de toekomst en u erop voorbereiden? Iedere situatie is uniek en vraagt om maatwerk. Laat ons als bank voor de ondernemende dierenarts met u meedenken en uw vertrouwde gesprekspartner zijn. U kunt me bereiken via +31 6 13 21 27 32 of stuur een e-mail naar michael.eveleens@vanlanschot.com.

Private banker Michael Eveleens

De weg naar ondernemerschap - 5-daagse training voor dierenartsen

De veterinaire wereld is volop in ontwikkeling. Denk aan ketenvorming en schaalvergroting. Wat betekent dit voor de dierenarts-ondernemer en voor u als dierenarts in loondienst? Is het verstandig om te kiezen voor het ondernemerschap? De vijfdaagse training 'The sky is the limit' helpt u bij uw keuzes.
Auth platform tracking pixel Login page tracking pixel