Private Banking|Professional Solutions|Investment Management|Investment Banking|Over ons
Contact
Inloggen
  • Oplossingen
  • Voor wie
  • Kennis & Inspiratie
Blog

Nieuwe pensioenwet: dit verandert er vanaf 1 juli 2023

De Eerste Kamer heeft – na een jarenlange discussie over de wijziging van het pensioenstelsel – op 30 mei 2023 de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aangenomen. Deze wet komt voort uit het Pensioenakkoord dat in 2019 door het kabinet en werknemers- en werkgeversorganisaties is gesloten. De nieuwe pensioenwet gaat al op 1 juli 2023 in en alle pensioenfondsen moeten vóór 2028 de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel gemaakt hebben. Wat betekent dit voor uw pensioen? In deze blog bespreek ik de hoofdlijnen van het nieuwe pensioenstelsel.

Waarom een nieuw pensioenstelsel?

Het kabinet en de sociale partners vinden dat het huidige pensioenstelsel op een aantal punten niet meer voldoet. De nieuwe wet is er niet op gericht de pensioenen te versoberen, maar juist om deze te verbeteren.

Door de “garantie” van de pensioenuitkeringen en de al jarenlange lage rentestand moeten de pensioenfondsen grote buffers aanhouden, waardoor de pensioenen bij een groot aantal fondsen al jaren niet meer geïndexeerd worden. Daarnaast is de arbeidsmarkt veranderd. Mensen werken niet meer hun leven lang bij dezelfde werkgever of in dezelfde bedrijfstak, maar veranderen vaker van baan of werken kortere of langere tijd als zelfstandig ondernemer. Ook betalen de deelnemers bij veel pensioenregelingen dezelfde premie (doorsneepremie) ongeacht hun leeftijd, waardoor de jongeren de ouderen subsidiëren.

Wat verandert er?

Er komen drie verschillende premieovereenkomsten voor de opbouw van pensioen waaruit (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers kunnen kiezen. Deze overeenkomsten verschillen van elkaar in de mate waarin bepaalde risico’s tussen de deelnemers of groepen van deelnemers gedeeld worden. Bij twee van de drie premieovereenkomsten kan de deelnemer op de pensioendatum kiezen voor een vaste uitkering.

Iedere deelnemer in een pensioenregeling krijgt in het nieuwe pensioenstelsel een persoonlijke pensioenpot, die opgebouwd wordt uit de ingelegde premies en het rendement daarop. De hoogte van de toekomstige pensioenuitkering is tijdens de opbouwfase niet meer gegarandeerd. De in te leggen premie (een vast percentage van de pensioengrondslag*) is voor iedere deelnemer in die pensioenregeling gelijk. Jongere deelnemers bouwen door de langere beleggingsduur met dezelfde premie meer kapitaal op dan oudere deelnemers. Zij kunnen door de langere beleggingsduur ook wat meer beleggingsrisico nemen. Naarmate iemand dichter bij de pensioendatum komt, wordt het beleggingsrisico afgebouwd. Op de pensioendatum wordt het opgebouwde kapitaal in de persoonlijke pot omgezet in een pensioenuitkering. Die levenslange uitkering is in meer of mindere mate ook afhankelijk van het beleggingsrendement, tenzij een deelnemer gekozen heeft voor een vaste uitkering.

Bestaande collectieve pensioenreserves naar nieuwe regeling

Een van de grote uitdagingen is het besluit hoe om moet worden gegaan met de bestaande collectieve pensioenreserves in de pensioenfondsen: het zogenoemde invaren. Hoe deze pensioenreserves worden verdeeld over de bestaande deelnemers en uitkeringsgerechtigden moet worden afgewacht.


Uiterlijk op 1 januari 2028 moeten Pensioenfondsen zijn overgegaan op het nieuwe pensioenstelsel. In de wet is een transitieperiode opgenomen. Er is namelijk veel rekenwerk nodig om voor al die miljoenen werknemers te berekenen wat ze uit de collectieve pot toebedeeld krijgen. Het lijkt erop dat veel pensioenfondsen zullen streven naar een overgang per 1 januari 2026.

Gunstiger voor jongeren, compensatie voor 40- tot 60-jarigen?

De maximale fiscaal toelaatbare pensioenpremie bedraagt in het nieuwe pensioenstelsel 30% van de pensioengrondslag*, met een maximum van ongeveer € 33.747. Jongere werknemers gaan er ten opzichte van de huidige percentages op vooruit, terwijl ouderen erop achteruitgaan. Dit wordt veroorzaakt doordat in het huidige stelsel iedere ingelegde euro evenveel waard was. Of u die nu inlegde op uw 22ste (waarna er nog tientallen jaren mee belegd kon worden) of op uw 66ste. Dat was een voordeel voor ouderen, omdat zij eigenlijk “gesubsidieerd” werden door de jongeren. Jarenlang was dat helemaal geen probleem, omdat de huidige ouderen dat vroeger precies hetzelfde hadden gedaan voor de ouderen van toen. Als we straks allemaal persoonlijke potjes hebben, werkt dat niet meer zo. Dan is een euro die u inlegt als u jong bent, veel meer waard als u met pensioen gaat en levert dus meer pensioen op.


De inleg van ouderen levert bij het nieuwe stelsel minder pensioen op, omdat er nog maar een korte termijn belegd kan worden met de inleg. Voor mensen die grofweg tussen de 40 en 60 jaar oud zijn, pakt dat slechter uit omdat zij al inlegden toen ze nog jong waren, maar niet het voordeel hebben dat die vroeg ingelegde euro's tot meer pensioenuitkering leiden. Als er voor ouderen bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling een compensatie wordt afgesproken dan kan dit meevallen. Bij een compensatie mag de premie met 3% worden verhoogd. Pensioenfondsen kunnen zelf beslissen of ze deze compensatie toekennen aan hun deelnemers of niet.​

Zelfstandige met lijfrenteaftrek

Zelfstandigen of werknemers zonder of met een beperkte pensioenregeling krijgen straks meer ruimte voor premieaftrek voor een lijfrente bij een bank of verzekeraar. Op dit moment is die jaarruimte 13,3% van het inkomen, met een maximum van ongeveer € 15.317. Dat percentage wordt gelijkgetrokken met de nieuwe pensioenregeling en gaat ook naar 30% met een maximum van ongeveer € 34.500 voor 2023. De zogenaamde inhaalruimte (niet-gebruikte premieaftrek over het verleden) wordt ook fors opgetrokken naar € 38.000, en is niet meer afhankelijk van het inkomen. Deze wijziging gaat in 2023 al in. Overweegt u een lijfrente af te sluiten? Neem dan contact op met uw private banker of kijk op de website van Evi van Lanschot.

Heeft u een bestaande pensioenvoorziening? Dan is het belangrijk dat u in de gaten houdt wat de veranderingen voor u betekenen. Kijk ook eens op de website ‘Ons nieuwe pensioen’.

Wilt u zelf aanvullend vermogen voor uw pensioen opbouwen? Neem dan contact op met uw private banker. 

*Het loon verminderd met een AOW-franchise van bijvoorbeeld € 16.322.

Geschreven naar de stand van zaken op 1 juni 2023. 

Disclaimer

Dit artikel bevat alleen algemene informatie en geen persoonlijk advies. Wilt u persoonlijk advies, overleg dan met uw fiscaal adviseur of uw notaris wat de beste keuze voor u is.

Auteur

Hanneke Kroonenberg

Hanneke Kroonenberg

Hoofd Kenniscentrum

06 23 29 75 27

Mail Hanneke Kroonenberg

Volledig gefocust op uw toekomst

Private Banking
  • Kantoren
  • Ondernemers
  • Medici
  • Executives
  • Business Professionals
  • Vermogensregie
  • Filantropie Services
  • Voorwaarden
  • Private Banking - België
  • Private Banking - Zwitserland

PROFESSIONAL SOLUTIONS
Investment Management
INVESTMENT BANKING

© Van Lanschot Kempen NV 2024Over onsVeilig bankierenPrivacy & cookiesDisclaimer