Aangifte inkomstenbelasting 2021: 6 aandachtspunten

Hanneke Kroonenberg - Van Lanschot
Hanneke Kroonenberg
Hoofd Kenniscentrum Van Lanschot
  1. Inspiratie
  2. Vermogensregie
  3. 2022
  4. Aangifte inkomstenbelasting 2021: 6 aandachtspunten
blog
01 maart 2022

Aangifte inkomstenbelasting 2021: 6 aandachtspunten

Het is weer tijd voor de aangifte inkomstenbelasting; voor 1 mei 2022 moet u aangifte over 2021 doen. Door de voor-ingevulde aangifte is dit al een stuk makkelijker geworden. Maar check de door de Belastingdienst ingevulde gegevens goed, dat voorkomt dat u mogelijk te veel belasting betaalt.
Man met horloge aan bureau
Waar moet u op letten? Ik bespreek zes aandachtspunten.

1. Verdelen box 3-vermogen

Als u een fiscale partner heeft (gehuwden of in sommige gevallen samenwoners) dan mag u het box 3-vermogen verdelen tussen u en uw partner. Dit mag ook als het vermogen maar van een van u beiden is. Stel, u heeft een box 3-vermogen van € 2.000.000 en uw partner heeft geen vermogen. Door het box 3-vermogen evenredig te verdelen tussen u en uw partner bespaart u gezamenlijk circa € 4.750 belasting. Uw partner betaalt dan wel box 3-belasting, maar dat kan hij of zij terugvorderen van u. 

De Belastingdienst gaat dit jaar nog uit van het forfaitaire rendement

2. Box 3: werkelijk rendement lager dan forfaitair rendement?

Eind 2021 heeft de Hoge Raad bepaald dat er in box 3 belasting geheven moet worden op basis van werkelijk rendement. Als uw werkelijk gerealiseerde rendement over 2021 lager is dan het forfaitaire rendement, dan moet het werkelijk gerealiseerde rendement belast worden. Het lastige aan de uitspraak van de Hoge Raad is, dat het nog onduidelijk is wat werkelijk rendement precies is. Het aangifteprogramma gaat daarom dit jaar nog uit van het forfaitaire rendement, dit kunt u niet aanpassen. Maar de Belastingdienst legt nog geen definitieve aanslag op als er sprake is van box 3-vermogen. Op een later tijdstip corrigeert de Belastingdienst dan uw aangifte; u krijgt bericht wanneer en hoe dat gaat gebeuren. 

3. Verdelen van de eigen woning

De rente is laag, waardoor voor veel mensen de aftrekbare hypotheekrente vrijwel gelijk is aan het eigenwoningforfait. Dan is het belangrijk om te bekijken bij wie u de eigen woning  opgeeft. In het verleden was het altijd aantrekkelijk om dit te doen bij de partner met het hoogste inkomen. Maar dat is nu anders. 

Een voorbeeld: U heeft een bruto inkomen uit loondienst van € 80.000. Dan betaalt u belasting in de hoogste schijf van box 1 (49,5%). De aftrekbare hypotheekrente is € 7.000 en uw eigenwoningforfait is ook € 7.000. De belasting over het eigen woningforfait is in dat geval € 3.465 en de besparing over de hypotheekrente is maar € 3.010. Die aftrek is over 2021 namelijk beperkt tot 43%. Per saldo betaalt u dus € 455. Als uw partner een inkomen heeft dat lager is dan circa € 68.500, dan kunt u de eigen woning beter bij uw partner opgeven. Het belastingtarief waar het eigenwoningforfait tegen belast wordt, is dan namelijk gelijk aan het belastingtarief waartegen de rente afgetrokken wordt. Zo bespaart u € 455. 

De komende jaren wordt het verdelen van de inkomsten uit eigen woning nog veel belangrijker, omdat de hypotheekrenteaftrek voor inkomens boven de € 68.500 elk jaar verder beperkt wordt, tot uiteindelijk 37,05% vanaf 2023. 

Ook als de aftrekbare kosten (rente, erfpachtcanon en dergelijke) hoger zijn dan de bijtelling van het eigenwoningforfait kan het nog steeds aantrekkelijk zijn om het negatieve saldo toe te rekenen aan de minst verdienende partner. Zeker als de minst verdienende partner een inkomen heeft dat tussen de ca. € 21.000 en € 68.500 ligt. Dan is er namelijk nog een extra besparing, omdat er door de aftrek recht is op een hogere algemene heffingskorting.

In het aangifteprogramma kunt u kiezen voor de optie om samen aangifte te doen. Als u daarvoor kiest, kunt u vrij makkelijk de verdeling aanpassen om te kijken welke verdeling het meest optimale resultaat geeft.

4. Uitstel van aangifte

Het is mogelijk om uitstel aan te vragen en de aangifte pas na 1 mei in te leveren. U moet er dan rekening mee houden dat de Belastingdienst rente in rekening brengt over de te betalen belasting. De rente bedraagt 4% (op jaarbasis). 

De komende jaren wordt het verdelen van de inkomsten uit eigen woning nog veel belangrijker

5. Multiplier voor giften aan culturele goede doelen

Dat schenkingen aan goede doelen met een ANBI-status fiscaal aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting is vaak wel bekend. Maar wist u ook dat er een extra giftenaftrek is voor giften aan goede doelen die een culturele instelling (culturele ANBI) zijn? Bij een culturele ANBI mag u 1,25 keer het bedrag van de gedane gift in aanmerking nemen voor de giftenaftrek. Deze extra aftrek wordt toegepast over maximaal € 5.000 van de aan culturele instellingen gedane giften. Als u bijvoorbeeld € 1.000 geeft aan een culturele instelling, dan kunt u € 1.250 in aftrek brengen. Op de website van de Belastingdienst kunt u nagaan of een instelling een culturele ANBI is. Achter de naam van de instelling staat dan ‘Cultuur’ vermeld in de activiteitenkolom.

6. Middeling box 1-inkomen

Heeft u over een periode van drie jaar sterk wisselende inkomsten in box 1? Dan kan het voordelig zijn om uw inkomen te middelen. In welke situaties is dat het geval? U heeft bijvoorbeeld een eenmanszaak met sterk wisselende inkomsten, u bent als student net gaan werken of u bent juist gestopt met werken. Bij middeling telt u de inkomens van box 1 van drie aaneengesloten jaren bij elkaar op. De uitkomst deelt u daarna door drie. Over de uitkomst daarvan – het gemiddelde inkomen – berekent u per jaar opnieuw de belasting. Is het totaal van de nieuwe belastingbedragen lager dan van de oude belastingbedragen en is het verschil groter dan € 545? Dan kunt u belasting terugkrijgen. Het middelingstijdvak mag geen overlap hebben met een ander middelingstijdvak. U mag elk jaar maar één keer benutten in een middelingsperiode. Op de website van de Belastingdienst vindt u meer informatie en een formulier om een verzoek tot middeling te doen. 

Het kabinet is overigens van plan de middelingsregeling af te schaffen. Volgens de plannen is 2024 dan het laatste jaar waarin u middeling kunt aanvragen.

Heeft u vragen over de juiste invulling van uw aangifte?

Belt u dan met de belastingtelefoon (0800 0543) of neemt u contact op met een fiscalist. 

Heeft u naar aanleiding van het aangifteformulier vragen over uw vermogen?

Bijvoorbeeld over de optimale belegging ervan, over de haalbaarheid van uw doelstellingen of over de meest optimale belastingbox voor uw beleggingen? Uw private banker helpt u graag.

Geschreven naar de stand van zaken op 28 februari 2022.

Wilt u meer informatie?

Contact
Neemt u dan contact op met mr. Hanneke Kroonenberg RB. Haar primaire aandachtsgebied is financiële planning voor de directeur-grootaandeelhouder en de vermogende particulier. Zij houdt u op de hoogte van actuele ontwikkelingen op het gebied van Vermogensregie. 
Auth platform tracking pixel Login page tracking pixel