Hoofd Kenniscentrum Van Lanschot
Prinsjesdag 2020: vijf aandachtspunten voor vermogende particulieren
1. Box 3
Zoals al eerder was aangekondigd, gaat de vrijstelling in box 3 van € 30.846 naar € 50.000 per persoon. Maar niet alleen de vrijstelling verandert, ook de schijven worden aangepast. Een vermogende particulier zal daardoor komend jaar eerder in de hoogste schijf vallen. Daarnaast wordt het tarief in box 3 verhoogd van 30% naar 31%. Net als elk jaar wordt het percentage van de forfaitaire heffing aangepast aan de rendementen van de afgelopen periode. Het forfaitaire rendement voor sparen daalt daardoor van 0,07% naar 0,03% en het rendement voor beleggingen stijgt van 5,28% naar 5,69%. Maar omdat zowel in de eerste als in de tweede schijf een gemiddelde van beide percentages wordt gebruikt, zal er toch in elke schijf een stijging zijn van de box 3-heffing.Schijven | Forfaitair rendement | Tarief | Box 3-heffing 2021 |
---|---|---|---|
€ 0 - € 50.000 | Vrijgesteld | Vrijgesteld | Vrijgesteld |
€ 50.000 - € 100.000 | 1,9% | 31% | 0,59% (was 0,54%) |
€ 100.000 - € 1.000.000 | 4,5% | 31% | 1,40% (was 1,26%) |
Meer dan € 1.000.000 | 5,69% | 31% | 1,76% (was 1,58%) |
2. Eigen woning
In het Belastingplan 2021 zijn geen wijzigingen voor de eigen woning opgenomen. Maar dat betekent niet dat er volgend jaar niets verandert. De wijzigingen voor de eigen woning zijn namelijk al in eerdere belastingplannen geregeld. Het eigenwoningforfait daalt van 0,6% naar 0,5%. De grens van de WOZ-waarde waarbij het eigenwoningforfait naar 2,35% gaat, wordt in 2021 € 1.110.000. Het was ook al bekend dat de hypotheekrenteaftrek in de hoogste belastingschijf (boven € 68.507) van 46% naar 43% gaat. De maximale toepassing van Wet Hillen gaat van 28/30 naar 27/30. Heeft u geen hypotheek en uw woning bijvoorbeeld een WOZ-waarde van € 500.000? Dan moet u toch € 50.000 eigenwoningforfait (3/30 x € 500.000) bijtellen in box 1: dit komt neer op (0,5% x € 50.000 =) € 250.3. Tarief box 1
Ook voor de twee tarieven in box 1 zijn er in het Belastingplan 2021 geen wijzigingen aangekondigd. Toch daalt het tarief in de laagste schijf komend jaar van 37,35% naar 37,1%, omdat dit eveneens al in eerdere belastingplannen geregeld is. Het tarief in de laagste schijf daalt de komende jaren verder naar 37,03% in 2024. Boven € 68.507 blijft het tarief 49,5%.4. Aftrekposten
Op grond van eerdere belastingplannen daalt in 2021 de aftrek van giften en partneralimentatie in de hoogste schijf van 46% naar 43%. De komende jaren zal het maximum voor de aftrek verder dalen naar circa 37% in 2023.5. Overdrachtsbelasting
Per 1 januari 2021 daalt de overdrachtsbelasting voor starters naar 0%. Een starter is iemand tussen 18 en 35 jaar, die een woning voor eigen gebruik koopt. De starter kan eenmalig een beroep doen op het 0%-tarief. Voor niet-starters die een woning kopen en daar zelf gaan wonen, blijft de overdrachtsbelasting 2%. Als u een woning koopt die u niet zelf gaat bewonen, stijgt de overdrachtsbelasting naar 8%. Op dit moment is dit tarief nog 2% of 6%, afhankelijk van het feit of het aan te kopen pand al dan niet een woonbestemming heeft. Het moment van levering is van belang voor de hoogte van de overdrachtsbelasting en niet het moment van koop.
Koper | Tarief overdrachtsbelasting | Voorwaarden |
---|---|---|
Particulier | 0% |
Starter
|
Particulier | 2% | Eigen woning als hoofdverblijf |
Particulier | 8% |
Alle aankopen die niet onder 0% en 2% vallen, bijvoorbeeld:
|
Rechtspersoon | 8% |
Als de Eerste en Tweede Kamer akkoord gaan, treedt het Belastingplan 2021 per 1 januari 2021 in werking. Wilt u weten wat de wijzigingen voor u persoonlijk betekenen? Neemt u dan u contact op met uw private banker.
Geschreven naar de stand van zaken op 16 september 2020.
Bent u DGA? Lees dan onze blog ‘Prinsjesdag 2020: wat verandert er in 2021 voor de DGA?'