Hoofd Kenniscentrum Van Lanschot
Aanpassing box 3: goed nieuws voor spaarders, niet voor beleggers
Onderstaand schema geeft de verandering weer. Daarna geven we een toelichting op zowel de huidige als de voorgestelde situatie.
Klik of tik op de afbeelding om hem te vergroten.
Hoe is het nu?
In het huidige systeem wordt er niet gekeken hoe uw box 3-vermogen daadwerkelijk verdeeld is. Alle box 3-bezittingen worden bij elkaar opgeteld en de box 3-schulden worden daarvan afgetrokken. Over het saldo boven de vrijstelling van € 30.846 wordt met een bepaald fictief rendement gerekend, dat via schijven oploopt van 1,8% tot 5,33% voor vermogen boven circa € 1 miljoen (voor 2019 zijn die percentages overigens nog 1,94% tot 5,6%). Dat fictieve rendement wordt belast tegen een tarief van 30%.
Spaarders die met moeite een rente van 0,1% ontvangen, betalen in 2020 dus 0,54% (= 1,8% x 30%) tot 1,6% (= 5,33% x 30%) belasting over hun spaargeld.
In de toekomst wordt gekeken hoe uw vermogen werkelijk verdeeld is over spaargeld en overige bezittingen
Hoe wordt het?
In het voorgestelde systeem blijft men ook werken met fictieve rendementen voor spaargeld en overige bezittingen. Maar er wordt dan wel gekeken hoe uw vermogen werkelijk verdeeld is. Hoeveel daarvan is spaargeld en hoeveel daarvan zijn de overige box 3-bezittingen? Over het spaargeld wordt gerekend met een fictief rendement van 0,09%. Over de overige box 3-bezittingen is dat fictieve rendement 5,33%.
Heeft u box 3-schulden? Dan kunt u 3,03% rente over die schuld in mindering brengen (ongeacht de werkelijk betaalde rente) op het fictieve rendement. Zo komt u tot uw box 3-inkomen. Als uw box 3- inkomen hoger is dan € 400, dan wordt het meerdere belast tegen een tarief van 33% (een verhoging van 3%).
Heeft u alleen spaargeld en geen overige box-3 bezittingen? Dan betaalt u tot circa € 440.000 dus geen box 3-belasting. Over die € 440.000 is het fictieve inkomen namelijk € 396 (0,09%) en dat blijft onder de vrijstelling van € 400. Fiscale partners mogen samen € 880.000 aan spaargeld hebben.
Beleggers gaan erop achteruit
Voor spaargeld gaat de box 3-belasting drastisch omlaag. Voor alle andere box 3-vermogenscategorieën wordt de box 3-belasting verhoogd. Denk daarbij aan vorderingen, beleggingsportefeuilles, tweede woningen en beleggingspanden in Nederland. Zeker als die vermogensbestanddelen gefinancierd zijn met een lening gaat u straks aanzienlijk meer betalen dan in het huidige stelsel. Ten opzichte van het huidige systeem wordt het vanuit fiscaal optiek minder interessant om beleggingen (gedeeltelijk) met een lening te financieren. Er wordt namelijk vanuit gegaan dat u een rendement van 5,33% maakt, terwijl u maar 3,03% in aftrek mag brengen. Over het verschil van 2,3% betaalt u 33% box 3-belasting.
Een voorbeeld
Stel, u heeft in privé € 2,5 miljoen box 3-bezittingen, waarvan € 200.000 spaargeld, een beleggingsportefeuille van € 1 miljoen en € 1,3 miljoen beleggingspanden die gefinancierd zijn met € 600.000 hypotheek. In het huidige systeem bent u circa € 26.000 aan box 3-belasting verschuldigd, in het nieuwe systeem wordt dat circa € 34.000. Een verhoging van 30%!
Wordt het aantrekkelijk om beleggingen omgewisseld te hebben naar spaargeld?
Peildatum
De peildatum voor bezittingen in box 3 blijft 1 januari van het betreffende kalenderjaar. In het nieuwe systeem wordt het dus aantrekkelijk om op 1 januari beleggingen omgewisseld te hebben naar spaargeld. In het wetsvoorstel zullen antimisbruikbepalingen worden opgenomen om dit soort ‘peildatumarbitrage’ tegen te gaan. Hoe dat eruit komt te zien is nog niet bekend.
Vrijgesteld vermogen in box 3
In het huidige stelsel zijn bepaalde vermogensbestanddelen in box 3 vrijgesteld. Denk hierbij aan inboedelgoederen, auto’s en kunst voor eigen gebruik en contant geld tot € 500. In de Kamerbrief wordt hier niet op ingegaan. We schatten in dat dit ongewijzigd blijft.
Hoe verder?
De contouren van de nieuwe regeling zijn nu bekend. U kunt samen met uw fiscalist uw huidige financiële situatie tegen het licht houden om te kijken of deze regeling gevolgen voor u heeft. Zodra er meer over het wetsvoorstel bekend is, brengen wij u daarvan op de hoogte via onze blogs.
Geschreven naar de stand van zaken op 9 september 2019.
Hoofd Kenniscentrum Van Lanschot