Structureerder, Kenniscentrum Van Lanschot
Nabestaandenpensioen: hebt u het goed geregeld?
In de afgelopen decennia zijn de financiële voorzieningen voor nabestaanden vaak veranderd waardoor een onoverzichtelijk en complex stelsel is ontstaan. Dit heeft nu zelfs geleid tot een initiatiefnota van Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) voor een overzichtelijke en uniforme nabestaandenregeling.
Waar zitten de risico’s voor uw nabestaanden en wat kunt u eraan doen? We zetten de risico’s voor u op een rij en sluiten af met een plan van aanpak in drie stappen.
Anw-uitkering
Als u komt te overlijden heeft uw partner in principe recht op een Anw-uitkering van ongeveer € 15.000 bruto per jaar. Maar dat geldt alleen zolang uw partner een kind van jonger dan 18 jaar verzorgt. Zodra het jongste kind 18 jaar wordt, vervalt deze uitkering. Bovendien wordt de uitkering gekort als de achterblijvende partner zelf inkomen heeft.
Verzekerd op risicobasis? Het nabestaandenpensioen vervalt mogelijk als u uit dienst treedt.
Het ontbreken of de verlaging van de Anw-uitkering kan worden opgevangen door een zogenaamd Anw-hiaatpensioen. Als een pensioenregeling deze mogelijkheid al kent, dan is dat meestal op vrijwillige basis. Veel jonge mensen zonder kinderen kiezen daar niet voor. En als er vervolgens kinderen komen, vergeten ze nogal eens die keuze te herzien.
Nabestaandenpensioen
- De meeste pensioenregelingen kennen een nabestaandenpensioen. De hoogte van het nabestaandenpensioen is vaak een percentage van het ouderdomspensioen (meestal 70%). Dat ouderdomspensioen is weer afhankelijk van het aantal opbouwjaren bij de werkgever en de hoogte van het salaris, waarbij over een deel van dat salaris geen pensioen wordt opgebouwd (de AOW-franchise). En aangezien we niet meer veertig jaar bij dezelfde werkgever doorbrengen kan dat behoorlijke consequenties hebben voor de hoogte van het nabestaandenpensioen.
- Ook belangrijk om rekening mee te houden: het nabestaandenpensioen is in veel regelingen verzekerd op risicobasis. Dat houdt in dat er alleen maar nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd als het overlijden plaatsvindt tijdens de dienstbetrekking. Bij uitdiensttreding vervalt het nabestaandenpensioen, tenzij er wordt gekozen voor uitruil. Het ouderdomspensioen wordt dan verlaagd en daarvoor wordt nabestaandenpensioen teruggekregen. Ook door waardeoverdracht naar de pensioenregeling van een nieuwe werkgever kan mogelijk een deel van het gat opgevangen worden, maar dat is ook weer afhankelijk van de nieuwe regeling.
- Het maximale salaris waarover fiscaal gunstig ouderdomspensioen kan worden opgebouwd is beperkt tot circa € 105.000. Over het meerdere wordt in de meeste pensioenregelingen dan ook geen ouderdoms- en nabestaandenpensioen opgebouwd. Daar is het gat tussen salaris en nabestaandenpensioen nog veel groter.
Stefan en Maria
Voorbeeld
Stefan (45 jaar) werkt sinds zijn 35e bij zijn werkgever en verdient € 120.000. Zijn op te bouwen ouderdomspensioen bij zijn werkgever bedraagt € 50.000 en het nabestaandenpensioen € 35.000. Zijn partner Maria werkt parttime en heeft een inkomen van € 35.000. Hun jongste kind is 15 jaar. Hun levensstijl is gebaseerd op het gezamenlijke inkomen. Als Stefan overlijdt, bedraagt het inkomen van Maria € 70.000: € 35.000 salaris en € 35.000 nabestaandenpensioen. Dat is ca. 46% van het huidige gezinsinkomen. Haar eigen salaris is dusdanig hoog dat zij geen recht heeft op een Anw-uitkering.
Niet iedere werkgever heeft overigens een pensioenregeling. Net als zzp’ers of ondernemers moet u dan als werknemer zelf zorgen voor een voorziening, bijvoorbeeld door een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten.
Echtscheiding en hertrouwen
Bij echtscheiding houdt uw ex-partner in de regel recht op het tot aan de echtscheidingsdatum opgebouwde nabestaandenpensioen. Als u hertrouwt heeft uw nieuwe partner alleen recht op het restant van het nabestaandenpensioen. Als u op latere leeftijd gaat scheiden, gaat bij uw overlijden een groot deel van het nabestaandenpensioen dus naar uw ex-partner.
Plan van aanpak
Waar hebben uw nabestaanden recht op?
Opbouwbasis of risicobasis?
Extra voorziening nodig?
Structureerder, Kenniscentrum Van Lanschot