Obligaties

Zijn obligaties weer interessant voor beleggers?

Vier vragen én antwoorden over beleggen in obligaties

 

Door de gestegen rentes bieden obligaties nu weer een rendementsperspectief. Ellen Engelhart, obligatiespecialist bij Van Lanschot Kempen, beantwoordt vier vragen over welke obligaties interessant kunnen zijn.

Belegger aan bureau op telefoon

1. Wat is nu beter: in staats- of bedrijfsobligaties beleggen?

Binnen de categorie solide euro-obligaties hebben wij op dit moment een lichte voorkeur voor  zogeheten investment grade-bedrijfsobligaties. Dit zijn verhandelbare leningen van financiële instellingen en ondernemingen, die financieel sterk zijn en een goed winstgevend verdienmodel hebben waardoor de kans op faillissement van zo’n bedrijf klein is.

Een gemiddeld mandje van dergelijke investment grade-bedrijfsobligaties geeft medio november een effectief rendement van ruim 4%. Begin dit jaar was dit slechts 0,6%. De duration van zo’n mandje is circa 4,5 jaar. Duration geeft een indicatie van de koersimpact bij een renteverandering.

De rentes op deze bedrijfsobligaties zijn dit jaar dus sterk toegenomen. Veel sterker dan de Duitse staatsobligaties, die binnen de eurozone als de belangrijkste graadmeter gelden voor het rendement op obligaties. De Duitse vijfjaarsrente bijvoorbeeld ligt medio november op circa 2,1%. Momenteel is de risico-opslag, de hoeveelheid extra rente die het bedrijf geeft op de lening vanwege het risico dat de koper loopt, voor een gemiddeld mandje van hoogwaardige bedrijfsobligaties ruim 2,0%-punt. Dit is meer dan het  gemiddelde over de afgelopen vijftien jaar en geeft daarmee een prima compensatie voor het extra kredietrisico.

Overigens sluiten we niet uit, dat de risico-opslag verder toeneemt als de economie in een flinke recessie terechtkomt, omdat dit de financiële positie van veel bedrijven raakt. Gelukkig staan veel bedrijven die geld lenen op de obligatiemarkt er goed voor. Toch is het selecteren van obligaties van gezonde bedrijven belangrijk, zeker als het economisch klimaat verslechtert.

2. Kiezen voor langlopende of kortlopende obligaties?

Langlopende obligaties geven normaal gesproken een hogere rentevergoeding dan kortlopende obligaties. De onzekerheid is namelijk groter, want beleggers moeten langer wachten voordat ze het uitgeleende geld terugontvangen. De koers van een langlopende obligatie is ook gevoeliger voor een verandering van marktrentes dan een kortlopende obligatie (duration).

Momenteel is geen sprake van een opwaartse of zelfs steile rentecurve waarbij obligaties met een langere looptijd een hogere rentevergoeding krijgen. De marktrentes zijn voor alle looptijden nagenoeg gelijk, dit noemen we een vlakke rentecurve. Zo is de Duitse tweejaarsrente, net als de tienjaarsrente, nu circa 2,2%. Als alle Duitse rentes de komende maanden in gelijke beperkte mate stijgen, dan geven obligatieleningen met korte tot middellange resterende looptijden het beste rendementsperspectief.

Voor een brede obligatieportefeuille met solide staats- en bedrijfsobligaties in euro gaat Van Lanschot Kempen nu uit van een gemiddelde looptijd van ongeveer vijf jaar (= een duration van circa 4,5 jaar). Hierin zit een mix van obligaties met verschillende afloopdata, vooral met looptijden tot maximaal tien jaar. Verder leggen we een extra accent op schuldpapier tot drie jaar. Want beleggers krijgen geen vergoeding voor het beleggen in langlopende obligaties met hoger renterisico.

Uiteraard zijn langlopende obligaties in het voordeel als de marktrentes vanaf de huidige niveaus zouden dalen, bijvoorbeeld omdat de inflatie (sterk) afneemt en de economie in een stevige recessie terechtkomt. De kans op deze ontwikkeling schatten wij voor de komende maanden nog niet zo hoog in.


3. Beleggen in een obligatiefonds of in individuele obligatieleningen?

Het obligatiedeel van een beleggingsportefeuille kan bestaan uit obligatiefondsen, individuele obligatieleningen of een combinatie van beide. 

Individuele obligaties geven flexibiliteit. Zo kunnen beleggers zelf kiezen voor obligatieleningen met bepaalde (uiterste) afloopdata, zodat deze aansluiten bij de eigen inkomensbehoefte, beleggingshorizon en -doelstellingen.

Een ander belangrijk voordeel is dat een belegger weet welk effectief rendement hij realiseert als hij de lening tot de einddatum aanhoudt en de uitgevende instelling de rente en aflossing netjes betaalt. Tussentijdse koersdalingen door een stijging van de marktrente zijn dan ook minder van belang. Minpunt is dat tegenwoordig veel obligaties alleen nog maar verhandelbaar zijn in stukken van minimaal € 100.000. Daarnaast is de verhandelbaarheid soms matig.

Obligatiefondsen zijn er in verschillende soorten en maten, maar ze volgen meestal een bepaalde benchmark (of marktgemiddelde). In een actief beheerd fonds kan de portefeuillemanager, afhankelijk van zijn visie, vaak nog in beperkte mate afwijken van de bijbehorende benchmark. Een groot voordeel voor de belegger is dat de vele obligaties in zo’n fonds zorgen voor veel spreiding. Verder is een fonds meestal dagelijks verhandelbaar. Maar het rendement staat niet vast, zoals bij een individuele obligatielening.

4. Hoe zit het met de nieuwe belastingregels voor Box 3 en obligaties?

Voor het belasten van vermogen in box 3 gelden vanaf 2023 tijdelijk nieuwe regels. Beleggingen, waaronder obligaties, worden dan hoger belast dan spaargeld. Voor privépersonen wordt hierdoor spaargeld belastingtechnisch gezien relatief aantrekkelijker. Maar daar staat tegenover, dat de invulling van een beleggingsportefeuille voor de lange termijn gebeurt op basis van bepaalde doelstellingen. Hierbij bieden obligaties in een portefeuille belangrijke spreidingsvoordelen.

De impact van deze nieuwe regels hangt af van uw persoonlijke situatie. Wilt u meer weten, bespreek dit dan met uw private banker en fiscalist. Zie ook Prinsjesdag | Van Lanschot.

Dit artikel heeft uitsluitend een informatief karakter en is niet bedoeld of dient evenmin beschouwd te worden als aanbod of een verzoek om een financieel instrument te kopen. U kunt aan deze lijst geen nadere rechten ontlenen of de inhoud zien als beleggingsadvies.

Biografie

Ellen Engelhart is senior obligatie-analist. Nadat zij ruim vijf jaar als portefeuillemanager vastrentende waarden werkte, maakte zij de overstap naar Van Lanschot. Sindsdien vervulde zij diverse rollen op obligatiegebied. Dit deed zij als analist en portefeuille/fondsmanager, zowel binnen het institutionele als het particuliere bedrijf. Sinds 2010 is zij verantwoordelijk voor de analyse, selectie en monitoring van individuele obligaties. Ellen heeft bedrijfseconomie gestudeerd aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast heeft Ellen de VBA-opleiding volbracht en is zij geregistreerd als senior analist bij het DSI.

De grote rentesprong

Obligatierentes in de eurozone zijn sinds 1990 niet zo hard gestegen als het afgelopen jaar. Zo schommelt bijvoorbeeld de Duitse tienjaarsrente, de standaard in obligatieland voor de eurozone, medio november rond 2,2%. Begin 2022 was dit nog -0,2%. De grote rentesprong heeft te maken met de hoge inflatie en het terugdraaien van het uitzonderlijk ruime monetaire beleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) voorgaande jaren voerde.


De ECB heeft de beleidsrente in de eerste tien maanden van 2022 in een paar grote stappen verhoogd van -0,5% naar 1,5%. De obligatiemarkt rekent voor komende maanden nog op enkele (kleinere) rentestappen door de centrale bank tot circa 2,5-2,75%. ECB-bazin Christine Lagarde wil niet dat de eurozone in een zware economische recessie belandt door de beleidsrente al te fors op te trekken. Wij gaan er dan ook vanuit dat de toon van de ECB bij een afkoelende inflatie wat gematigder wordt. 

Tenzij de inflatie zeer hardnekkig blijkt en de ECB toch nog steviger moet verkrappen (de geldhoeveelheid verminderen), verwachten wij niet dat obligatierentes nog al te fors zullen oplopen. Op basis van deze rentevisie en de sterk gestegen marktrentes zien wij in een gespreide beleggingsportefeuille dan ook weer meer ruimte voor obligatieleningen.

Nieuwsgierig naar beleggen in obligaties?

Maak dan snel een afspraak met een van onze beleggingsspecialisten. Zij vertellen u graag meer over de beleggingsmogelijkheden in obligaties.