‘Real assets zijn een essentiële schakel naar duurzaamheid’
Wie een kantoorpand bezit en dat verhuurt is redelijk zeker van maandelijkse inkomsten. Wie een snelweg bezit waarop tol wordt geheven is behoorlijk zeker van dagelijkse inkomsten. Wie landbouwgrond bezit en dat verpacht is redelijk verzekerd van minimaal jaarlijkse inkomsten.
Het zijn voorbeelden van respectievelijk vastgoed, infrastructuur en grond: al eeuwenoude populaire bezittingen om geld mee te verdienen. Ze missen de abstractie van alleen op beeldschermen zichtbare complexe, financiële instrumenten. Een kantoorpand kun je binnentreden, een snelweg kun je oprijden en op landbouwgrond kun je slakroppen afsnijden.
In jargon heten dit soort bezittingen real assets, tastbare bezittingen. Ze zijn steeds vaker onderdeel van beleggingsportefeuilles, omdat ze aantrekkelijke eigenschappen bezitten. Er is als eerste een redelijke zekerheid voor periodieke inkomsten. Daarnaast zorgen langlopende contracten, met daarin vastgelegd jaarlijkse prijsverhogingen voor verhuur, pacht of tol, voor bescherming tegen inflatie. Tenslotte liggen de fluctuaties van de inkomsten veel lager dan op de financiële markten. Uiteindelijk zijn rendementen van 6-8% per jaar niet ongebruikelijk.
Real assets zijn verantwoordelijk voor 60% van de CO2-uitstoot
Naast deze klinkende voordelen staat de beleggingscategorie real assets ook te boek als een grote emissie-uitstoter van CO2. Jags Walia, ESG-expert en portfoliomanager bij Kempen, kent de cijfers uit zijn hoofd. ‘Circa 17% van de CO2-emissies komt door het gebruik van gebouwen vanwege zaken als elektriciteit en gas. Tel je nieuwbouw van panden daarbij op, waarbij het produceren van beton, staal en glas voor flinke uitstoot zorgt, dan kom je op ongeveer 30% aandeel in de totale CO2-emissies. Infrastructuur, waaronder energieopwekking valt als kolen- en gascentrales, zorgt wereldwijd ook voor 30% aan CO2-emissies. Voor landbouw is dit getal moeilijk te geven, omdat land CO2 absorbeert maar ook door het gebruik ervan uitstoot. Hoe dan ook, duidelijk is dat real assets wereldwijd voor minimaal 60% van de CO2-uitstoot zorgdragen.’
De boodschap is helder. Gezien het grote aandeel van real assets in de mondiale CO2-uitstoot, zullen deze bedrijven een grote, om niet te zeggen radicale, stap richting duurzaamheid moeten zetten. Na het klimaatakkoord van Parijs en recent dat van Glasgow, is het onvermijdelijk dat de uitstoot van broeikasgassen significant omlaag moet om verdere opwarming van de aarde en de daarmee samenhangende natuurrampen als overstromingen en extreme droogte te voorkomen. ‘Mensen praten over minder vliegen, maar het aandeel van de luchtvaart in de schadelijke uitstoot is slechts 2%. Real assets maken het werkelijke verschil’, zegt Walia. ‘Daar moet je dus mee aan de slag.’
Het voeren van intensieve dialogen is één van de belangrijkste onderdelen van ons werk
De hiervoor aangewezen weg loopt langs twee lijnen. Ten eerste wordt op bedrijven grote druk uitgeoefend om een sterker duurzaam beleid te voeren, zie bijvoorbeeld de recente gerechtelijke uitspraak rondom Shell. Ook Van Lanschot oefent flinke pressie uit op ondernemingen waarin is geïnvesteerd om de overgang naar een duurzame bedrijfsvoering te maken. ‘Naast het selecteren van de juiste beleggingen om rendement te behalen, is het voeren van dialogen tegenwoordig één van de belangrijkste onderdelen van ons werk’, zegt Walia. ‘We zijn eigenlijk voortdurend in gesprek met management als zijnde klimaatadviseurs. Wij willen bijdragen aan oplossingen.’