Ondernemend architect Francine Houben
Naar eigen zeggen is Francine Houben op de top van haar kunnen – dankzij ruim vier decennia aan ervaring. Ze werkt nog minstens zo hard als aan het begin van haar carrière, vooral omdat ze ‘zo’n ontzettend mooi vak’ heeft. Ze heeft prestigieuze projecten op haar naam staan, zoals het ontwerp van de Birmingham Library, woontoren Montevideo in Rotterdam en nu de renovatie van de iconische New York Public Library. In 2015 ontving ze de Prins Bernard Cultuurfonds Prijs voor haar hele oeuvre, en vorig jaar deelde het NRC haar een vierde plek toe in de top 100 van meest prominente en invloedrijke Nederlandse cultuurmakers. Het zorgde allemaal voor een flinke toename van haar naamsbekendheid. Dat heeft overigens niet enkel voordelen, heeft ze moeten constateren. ‘Ik heb gemerkt dat naamsbekendheid ook tegen je kan werken. Mensen denken nog weleens dat ik alleen te benaderen ben voor grote prestigeprojecten in het buitenland.
Duurzaamheid is meer dan zonnepanelen of windmolens
Zakenvrouw
Francine Houben richtte in 1984 met twee collega’s een eigen bureau op, Mecanoo. Nu, 34 jaar later, werken er zo’n honderd medewerkers aan de Oude Delft in het centrum van die stad. ‘Toen ik in 2008 werd verkozen tot Zakenvrouw van het Jaar was ik vooral verbaasd. Ik was architect, toch zeker geen zakenvrouw. Toch heb ik dat ondernemende wel degelijk in me, anders kun je niet zo’n bureau opbouwen.’ Haar ambitie: een bijdrage leveren aan de samenleving, mooie dingen maken – ze hoeft niet zo nodig de grootste of best verdienende te zijn. ‘De maatschappij is behoorlijk gedreven door geld, zeker in het buitenland. Dat is een cultuur waar ik weinig mee heb. Hoewel ik natuurlijk wel voldoende winst wil maken om te kunnen investeren in de toekomst en innovatief te kunnen zijn.’
Gebouwen moeten passen in het landschap, in hun context
Visionair
Dankzij de aanstelling van een zakelijk en technisch directeur kan ze
zich nog evenveel als vroeger richten op haar vak. ‘Ik ben nog altijd
het creatieve brein binnen het bureau. Ik ben vooral een visionair.’ Op
het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld heeft ze altijd voorop willen
lopen. ‘Mensen denken dan al snel aan zonnepanelen of windmolens, maar
duurzaamheid is veel meer dan dat. Het gaat ook over tijd: dat je goed
gemaakte, duurzame materialen gebruikt, en iets neerzet dat na vijftig
jaar nog steeds mooi wordt gevonden.’
Circulair bouwen kan in Nederland heel goed, volgens Houben. De
bouwregelgeving leent zich hier uitstekend voor. ‘Bij mij is het
uitgangspunt dat het gebruiksdoel van een gebouw verandert in de tijd.
Je moet dus niet alleen nadenken over het hergebruiken van materialen,
maar ook over zaken als programmering en veranderend menselijk gedrag.’
Bouwen op zo’n manier dat kantoorgebouwen kunnen veranderen in
woonhuizen. Of een oud gebouw zo mooi renoveren, dat het weer een nieuw
leven krijgt. Zoals Mecanoo deed met het gemeenlandshuis, een gebouw uit
de vijftiende eeuw aan de Oude Delft, dat de nieuwe huisvesting werd
van het Hoogheemraadschap van Delfland. Achter de historische gevel
komen oud en nieuw samen, waardoor de gebouwen een nieuwe functie kregen
– en nog generaties mee kunnen.
Passend in het landschap
Esthetiek verbindt duurzaamheid, gebouw en gebruikers. ‘Ik houd van goed gedetailleerde, onvergetelijke ruimten en interieurs, met veel gebruik van natuurlijke én innovatieve materialen. En, heel belangrijk: gebouwen moeten passen in het landschap, in hun context. Het Hilton-hotel dat ik ontwierp hoort bijvoorbeeld in al zijn stedelijkheid bij Schiphol, het St. Gerlach Paviljoen is geïnspireerd op het omliggende Limburgse land.’
Foto: Mecanoo Architecten