Hoofdeconoom
ECB staat donderdag voor een dilemma
Zwakke economie en hardnekkige inflatie strijden om voorrang bij rentebesluit.
In het kort:
- Prijsdynamiek in de VS begint langzaamaan te luwen
- Amerikaanse economie is weerbaarder dan Europese
- Opgelopen olieprijs bemoeilijkt inflatieanalyse Fed en ECB
Nieuwe Amerikaanse inflatiecijfers (CPI) en een beleidsbijeenkomst van de Europese Centrale Bank (ECB). Dat zijn de blikvangers op de macro-economische agenda van deze week.
Het meest recente nieuws over de Amerikaanse inflatie dateert van twee weken terug. Toen leek die andere prijsbarometer, de PCE-index, op het eerste gezicht níet aan te geven dat de prijsdynamiek verder luwt. Volgens de PCE-index nam de kerninflatie met 4,2% op jaarbasis toe. Wat een heel eind verwijderd is van de 2%-doelstelling van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank.
Isoleren we echter het verloop van de laatste drie maanden en rekenen we dat om op jaarbasis, dan daalde de kern-inflatie naar 2,8%. In de maand daarvoor was dat nog 3,3%. Dat is al veel dichter bij de uiteindelijke doelstelling. Houden we er bovendien rekening mee dat de bijdrage van woonkosten aan de inflatie geleidelijk zal afnemen, dan komt de 2% in zicht.
Hetzelfde geldt voor de kerninflatie in de CPI-index. In vergelijking met de PCE-index nemen woonkosten in de CPI trouwens een nog groter gewicht voor hun rekening.
Strijd nog niet gestreden
Dit wil niet zeggen dat de strijd tegen de inflatie in de VS definitief gewonnen is. Zo blijft de economie immers weerbaar. Donderdag zullen de kleinhandelsverkopen over de maand augustus een indicatie geven of deze weerbaarheid al dan niet blijft. Afgelopen week suggereerde de inkoopmanagersindex van de dienstensector (ISM) alvast van wél. Zowel het algemene cijfer als de onderliggende bevraging naar de prijsdruk kwam boven verwachting uit.
Een andere recente illustratie van de taaie Amerikaanse economie is de arbeidsmarkt. Nadat de nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering een paar weken wat omhoog gingen, nam dit aantal afgelopen week weer een duikje. Wat dan wél weer contrasteert met het gematigde arbeidsmarktrapport over de maand augustus dat we eerder al mochten ontvangen.
Kortom, de indicaties voor het te verwachten inflatieverloop zijn ietwat gemengd. Zodat het nog niet zeker is dat de Federal Reserve (Fed) definitief klaar zou zijn met het optrekken van de beleidsrente. Ook al niet, omdat de ondertussen lagere inflatiecijfers de koopkracht ondersteunen. Wat op zijn beurt weer kan leiden tot een aanhoudend stevige vraag en dus opnieuw opverende inflatie.
Wat de analyse voor de Fed daarenboven verder bemoeilijkt, is de opnieuw opgelopen olieprijs. Dat zal komende donderdag wellicht al te zien zijn in het algemene inflatiecijfer. Aan de Fed om over tien dagen te beslissen of ze daar al dan niet doorheen kijkt.
Eurozone stagneert
De ECB mag zich komende donderdag al buigen over het rentebeleid. De economische data in de eurozone zijn ronduit zwak. Zo wees de PMI-inkoopmanagersindex uit de dienstensector op krimp. Nadat dat eerder al het geval was voor de industrie. Het heropeningseffect van de economie na de coronarestricties lekt nu ook weg uit de dienstensector.
Verder kreeg het groeicijfer over het tweede kwartaal een neerwaartse herziening mee: van +0,3% naar +0,1%. Los van de cijfertjes die marginaal boven of onder nul uitkomen, is de boodschap dat de economische groei in de eurozone al drie kwartalen stagneert.
Tegelijkertijd blijft de inflatie hardnekkig. Met zijn 5,5% jaar op jaar vertoont de kerninflatie nauwelijks tekenen van afkoeling. Daarnaast suggereren de PMI-inkoopmanagersindices een aanhoudende prijsdruk.
Dat heeft ook de consument begrepen. Die ziet de inflatie de komende jaren niet teruggevallen tot de gewenste 2%.
Een en ander leidt in de eurozone tot economische omstandigheden met stagflatie-achtige kenmerken. Wat voor centrale bankiers een moeilijke oefening oplevert. En net als in de VS is de opgelopen olieprijs (én sommige voedselprijzen) een bijkomende moeilijkheid.
Het wordt komende donderdag dan ook een close call. Strikt kijkend naar de inflatie en het strikte mandaat van de ECB indachtig (althans, in theorie), zou een nieuwe renteverhoging niet onlogisch zijn.
Last de ECB desalniettemin een pauze in, dan zal Christine Lagarde op z’n minst benadrukken dat de beleidsrente lange tijd hoog zal blijven. Daarmee houdt ze de deur open voor verdere monetaire verstrakking. Het economisch momentum is wellicht niet zwak genoeg om bij een aanhoudend hardnekkige inflatie de ECB ervan te weerhouden de rente uiteindelijk verder op te trekken.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 11 september tot en met 15 september |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Duitsland |
ZEW-index |
Sep |
-15,0 |
Woensdag |
Eurozone |
Industriële productie MoM |
Jul |
-0,7% |
|
VS |
CPI-inflatie MoM |
Aug |
0,5% |
|
|
CPI kern-inflatie MoM |
Aug |
0,2% |
Donderdag |
Eurozone |
ECB-beleidsbijeenkomst |
|
|
|
VS |
Kleinhandelsverkopen MoM |
Aug |
0,2% |
Vrijdag |
China |
Industriële productie YoY |
Aug |
4,0% |
|
|
Kleinhandelsverkopen YoY |
Aug |
2,8% |
|
VS |
Consumentenvertrouwen (flash) |
Sep |
69,5 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot Kempen
Hoofdeconoom