Maken beleggers dezelfde fout als afgelopen zomer?

Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom

Maken beleggers dezelfde fout als afgelopen zomer?

06 maart 2023
Prijsdruk moet eerst systematisch omlaag, voordat renteverhogingen tot een eind komen.

 

In het kort:

  • Amerikaanse banen- en loongroei  aanleiding voor verdere renteverhogingen
  • Aandelenmarkten dansen op en neer met het uitkomen van nieuwe inflatiecijfers
  • Het is de vraag of de Europese consument blijft uitgeven

Het belangrijkste punt op de economische agenda deze week – op vrijdag – is het Amerikaanse arbeidsmarktrapport over de maand februari.

Ter herinnering: het vorige rapport verraste met maar liefst 517.000 nieuwe banen in januari. De relatief zachte winter speelde hier ongetwijfeld in mee, maar niettemin vormde dit rapport het begin van een reeks sterke economische cijfers in 2023. Denk bijvoorbeeld aan de florerende consumentenbestedingen in januari.  

De sterke reeks wordt af en toe tegengesproken door sentimentsindicatoren, zoals de inkoopmanagersindices. Die wijzen eerder op een matig momentum. Afgelopen week nog bleef de ISM Manufacturing (industrie) onder de kritische grens van 50, die krimp veronderstelt, én onder de verwachtingen. Dat geldt ook voor het deelonderzoek dat peilt naar de werkgelegenheid in de industrie. Anderzijds blijft de dienstensector in de ISM Non-Manufacturing wél goed scoren, ook wat werkgelegenheid betreft. En de dienstensector is veel omvangrijker dan de industriële. 

Wellicht stevenen we in het arbeidsmarktrapport van februari dus af op een meer gematigd, maar alsnog degelijk aantal nieuwe banen. Zo rond de 200.000. Zodat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed), nog steeds het etiket ‘krap’ op de arbeidsmarkt kan plakken.

 

De Fed vreest opwaartse loondruk

 

Vanwege de krapte vreest de Fed natuurlijk opwaartse loondruk. In januari lag het gemiddelde uurloon 0,7% hoger dan de maand ervoor. Wat door de inflatie-bril bekeken niet echt geruststellend was, maar wel de consumptie en daarmee de economische groei (te) robuust houdt. 

Dit keer is de verwachting dat uurlonen in februari opnieuw 0,3% hoger lagen. Een kleinere toename dan vorige maand, maar alsnog voldoende voor een loonstijging op jaarbasis, die te hoog is om de doelstelling van lagere inflatie te bereiken. Dit betekent dat de Fed de monetaire teugels stevig zal blijven aanhalen.

 

Chinese heropleving

Vanuit China krijgen we nieuwe handelscijfers. Omwille van het Chinese Nieuwjaar worden de maanden januari en februari dit keer gecombineerd.

De inkoopmanagersindices suggereerden afgelopen week een sterk heropeningseffect van de economie. Mede gestimuleerd door een traditioneel ingrediënt uit het Chinese economische receptenboek: investeringen in infrastructuur. Wellicht zal zich dat weerspiegelen in iets betere importcijfers tegenover de zwakke maanden november en december.

Wat de export betreft, moeten we voorzichtiger zijn. We weten al dat de uitvoer van andere Aziatische export-economieën, zoals Taiwan en Korea, last hebben van de wereldwijd lagere economische groei. Naar verwachting zal dat ook voor China het geval zijn. Op de iets langere termijn leeft de vraag wat de Chinese heropening voor die mondiale groei betekent. Enige terughoudendheid is hier geboden.

 

De Chinese heropening is vooral een binnenlandse aangelegenheid

 

De Chinese heropening is wellicht vooral een binnenlandse aangelegenheid. Geconcentreerd in de dienstensector. De impact ervan op de rest van de wereld is relatief beperkt. Toegegeven, ook de inkoopmanagers uit de industrie doen het goed. Maar afgaand op de hoge voorraden lijkt het er niet op dat er de komende maanden veel ‘inhaal-productie’ nodig zal zijn.

Een en ander blijkt eveneens uit de matige groeidoelstelling van 5%, die Peking dit weekend noemde voor 2023. Ook de Chinese begroting geeft aan dat fiscale steun vooralsnog gematigd blijft, het begrotingstekort is slechts licht hoger gezet. Verder gaf China aan meer grip te willen houden op diverse sectoren, waaronder vastgoed, om excessen tegen te gaan. Huizen zijn om in te wonen, niet om mee te speculeren, stelde premier Li Keqiang. Dat alles geeft aan dat China een gecontroleerd herstel nastreeft. Slachtoffer van het gematigde Chinese groeiperspectief waren grondstoffen als metalen en energie, die vanochtend gemiddeld 1% daalden. De Chinese aandelenmarkt, de CSI-300 index, koerste maandagmorgen 1% lager.

 

Europese consument minder pessimistisch

Maandagochtend zijn de Europese detailhandelsverkopen voor januari al gepubliceerd. Die vielen licht tegen met een toename van +0,3% (maand-op-maand) versus +0,6% verwacht. De Europese consument is sinds het najaar wél iets optimistischer geworden. Of beter: minder pessimistisch. Met dank aan de lagere energieprijzen en het feit dat we de winter zijn doorgekomen zonder energietekorten.

Toch blijft het vertrouwen laag. Het niveau ligt ergens halverwege pre-pandemietijden en het dieptepunt na de uitbraak in maart 2020. Tegelijkertijd zitten Europese consumenten nog steeds op grote spaaroverschotten uit de pandemieperiode, naar schatting zo’n 6% van het BBP.

 

Spaaroverschotten in Europa bedragen zo’n 6% van het BBP

 

Of de overschotten ook gebruikt worden om te consumeren, en zodoende de groei aanjagen, blijft twijfelachtig. Zo is een belangrijk deel naar de aankoop van beleggingen gegaan. En nu de rente weer wat hoger is, herleeft de interesse om spaarmiddelen voor langere tijd vast te zetten. Zodat ze niet beschikbaar zijn om uit te geven.

 

Alsmaar hogere rente

Op financiële markten zet de obligatierente ondertussen zijn opmars voort. Over de gehele breedte van de rentecurve. Het tarief op éénjarig Amerikaans staatspapier steeg afgelopen vier weken met 35 basispunten tot 5%. De tweejaarsvariant pluste zelfs 75 basispunten, terwijl de tienjaarsrente ondertussen tegen de 4% aanhikt. Dat laatste heeft alles te maken met de reeks sterke economische cijfers, die we al aanstipten, en de hardnekkige inflatie.

In de eurozone zien we een gelijksoortig verloop. Door de invloed van de VS en de inflatie, maar in dit geval ondanks de (matige) economische data.

Ook aandelenmarkten hebben enkel oog voor het inflatieplaatje. Ze dansen op en neer met het uitkomen van nieuwe cijfers én commentaren van centrale bankiers. Afgelopen week was hiervan een frappant voorbeeld. Als op woensdag de voorzitter van de Atlanta-Fed zegt dat de rente nog veel hoger moet en daar lang moet blijven, reageren beleggers ontgoocheld. Als diezelfde Fed-bestuurder de dag erna zijn uitspraken nuanceert door te stellen dat wat hem betreft deze zomer een pauze kan worden ingelast in het optrekken van de rente, gaan aandelen meteen weer omhoog.

Komende woensdag getuigt Fed-voorzitter Jerome Powell voor het Amerikaanse Congres. Markten zullen vooral speuren naar hints over de grootte van toekomstige rentestappen: 25 of 50 basispunten?

 

In de dienstensector moet de prijsdruk eerst systematisch omlaag

 

De proof van de inflatoire pudding is echter in de eating. Met name in de dienstensector moet de prijsdruk systematisch naar beneden, voordat we enig zicht kunnen krijgen op het einde van steeds strenger monetaire beleid. Zowel in de VS, als in de eurozone.

Zolang dat niet het geval is, dreigen aandelenmarkten dezelfde fout te maken als in de zomer van 2022. Toen liepen koersen op, omdat beleggers het verdere opwaartse rentepad net iets te veel relativeerden. Daarnaast is er de vraag naar de uiteindelijke impact van die hogere rente op de groei én bedrijfsresultaten. Kortom, toch nog maar even voorzichtig blijven.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 06 maart tot

en met 10 maart

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

Eurozone

Kleinhandelsverkopen MoM

Jan

1,0%

Dinsdag

China

Export YoY

Jan-Feb

-10,0%

 

 

Import YoY

Jan-Feb

-5,5%

Vrijdag

VS

Nieuwe banen (Non farm)

Feb

200K

 

 

Werkloosheid

Feb

3,4%

 

 

Gemiddeld uurloon MoM

Feb

0,3%

 

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot

 
Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom
Auth platform tracking pixel Login page tracking pixel