Hoofdeconoom
Amerikaanse economie schakelt een versnelling lager
In het kort:
- Verdere afzwakking Amerikaanse inflatie, maar Fed zal rente nog wel verhogen
- Rol van de Chinese economie wordt de komende maanden groter
- Energieprijzen blijven van belang voor vertrouwen in Europese economie
De Amerikaanse inflatie over de maand december kwam precies op verwachting uit. Voor de kern-inflatie betekent dat een cijfer van 5,7% op jaarbasis. Wat duidt op een verdere afzwakking van de inflatie ten opzichte van het hoogtepunt van 6,6% in september.
De totale inflatie, dus inclusief voeding en energie, bedraagt nog steeds 6,5%, maar liet wél een daling van 0,1% zien ten opzichte van november. Met dank aan de afbrokkelde benzine- en gasprijs. Ook veel basisproducten worden langzamerhand weer wat goedkoper.
Onderliggend blijven woonkosten een belangrijke bijdrage leveren aan het algemene prijspeil. Dat zou de komende drie tot vier maanden echter moeten verbeteren. Wanneer we de woonkosten eruit halen, dan bedroeg de kern-inflatie voor de dienstensector slechts 0,2% ten opzichte van de maand november. Een hoopgevend signaal.
Conclusie is dat het de goede richting uitgaat met de prijsdruk in de VS. Hoewel nog niet in die mate dat de Federal Reserve haar plannen snel zal wijzigen. De centrale bank zal de beleidsrente blijven optrekken. Die rente is nog een (klein) procentpunt verwijderd van wat wellicht de uiteindelijk top zal blijken te zijn.
Rentedalingen
Of het in de tweede jaarhelft dan weer tot rentedalingen zal komen, is een open vraag. Financiële markten denken van wel, de Federal Reserve spreekt dat tegen. Kijken we naar de tegenvallende recente data uit de VS, dan is de economie in ieder geval flink aan het afkoelen. Denk maar aan de ontgoochelende aankoopmanagersindices of de forse vertraging op de huizenmarkt. Over deze laatste staan deze week een reeks relevante cijfers op de agenda (transacties, vertrouwen bij huizenbouwers).
Voordat de Fed echter aan een soepeler beleid denkt, moet de meer afzwakking van de economie zich ook weerspiegelen op de arbeidsmarkt. Die vertoont wel degelijk tekenen van vertraging. Zo draaien werknemers minder overuren, een signaal dat de arbeidskrapte wat minder nijpend wordt. Alsnog blijft de banengroei voorlopig té dynamisch en de werkloosheid té laag om de centrale bank voldoende vertrouwen te geven dat de inflatie snel structureel bedwongen zal zijn.
Bestedingsruimte laag
Deze week op de macro-economische agenda aandacht voor de Amerikaanse kleinhandelsverkopen. Bovenvermelde stevige arbeidsmarkt en afbrokkelende inflatie bieden hier steun. Aan de andere kant sparen Amerikaanse gezinnen slechts 2,4% van hun inkomen. Zodat er weinig tot geen ruimte is om de bestedingen verder op te drijven, integendeel. Ook het krappere geldbeleid van de Fed wordt stilaan gevoeld. Al bij al verwachten we een matig cijfer en een nieuwe indicatie dat de Amerikaanse economie een versnelling lager schakelt.
Hetzelfde geldt voor de nieuwe cijfers over de industriële productie. We stipten al de zwakke aankoopmanagersindices aan. Wellicht dat de iets zwakkere dollar enige ondersteuning biedt, maar een zwakkere conjunctuur in de VS en wereldwijd en het Fed-beleid zullen hun sporen nalaten.
Heropleving Chinese economie
Vanuit China krijgen we de kleinhandelsverkopen en industriële productie over de maand december én vooral de groei over het laatste kwartaal van 2022. Een open deur dat die teleurstellend zullen zijn, met een economische krimp tegenover het derde kwartaal.
Belangrijker dan dit (weliswaar recente) verleden, is het verdere verloop nu zero-covid op de schop ging. Officiële cijfers hebben we niet en zullen we ook niet krijgen. Maar het lijkt erop dat een groot deel van de bevolking ondertussen een infectie doorgemaakt heeft. Misschien komt er nog een tweede golf na het Chinese nieuwjaarsfeest van volgende week, maar daarna kan de weg naar een échte heropleving volledig open liggen.
Groeiverwachtingen voor 2023 worden over een breed front naar boven bijgesteld. Meer in de buurt van de gemiddeld doelstelling voor de lange termijn van ongeveer 5%. Niet enkel omwille van het loslaten van zero-covid, maar ook omwille van toenemende steun voor de vastgoedsector en de brede economie. Peking trekt duidelijk de kaart van economische groei op korte termijn. De harde en soms eerder ideologisch geïnspireerde weg rond covid of vastgoed slaat voorlopig een andere richting uit.
Structurele problemen
Dit betekent niet dat de structurele problemen van het land plotseling verdwenen zouden zijn. Problemen zoals het verminderen van de afhankelijkheid van de vastgoedsector, de vergrijzing, de verdere uitbreiding van de binnenlandse economische draagkracht of het verzoenen van de economische ambities met centrale planning en controle. Door het beleid van de afgelopen jaren, met covid maar ook de toegenomen ideologische grip, kijken buitenlandse potentiële investeerders bovendien met meer argwaan naar China.
Hoe dan ook, de komende maanden kan China voor een stukje weer de rol opnemen die het de afgelopen vijftien jaar regelmatig had. Die van locomotief voor de wereldeconomie. Vooral de consumptie moet omhoog. Dat zou ook positief zijn voor zwaar aanwezige Europese bedrijven in de Chinese consumentenhoek. Denk daarbij aan luxegoederenfabrikanten, bierbrouwers, personal care- en automobielfabrikanten. Ook de vraag naar grondstoffen zal toenemen, o.a. door meer verkeersbewegingen en meer productie zal de vraag naar olie en gas opvoeren.
Keerzijde van de medaille is wat de Chinese heropening zal betekenen voor de inflatie. Vooral via de weg van hogere vraag, en dus prijzen, naar energie en grondstoffen. Dit kan roet in het eten gooien van de Federal Reserve en de ECB.
Eurozone weerbaarder
Tot slot stippen we voor Duitsland (en de eurozone) de ZEW-index aan. Deze vertrouwensbarometer van institutionele beleggers heeft niet noodzakelijk een sterk verband met de gang van zaken in de reële economie. Maar het kan wél een nieuwe indicatie zijn dat de Europese economie zich weerbaarder toont dan eerder gevreesd.
Energieprijzen spelen hier natuurlijk een belangrijke rol. De winter is nog niet voorbij, maar het risico op een energierantsoenering wordt met de dag kleiner. Hoe hoger de gasvoorraden zullen zijn binnen een week of tien, hoe minder riskant de vooruitzichten ook worden voor komende winter.
Dat wil niet zeggen dat we al een uitweg hebben uit het verwarrende energielabyrint. Op enig moment kan dit nog een ferme klap uitdelen aan het economisch vertrouwen en activiteit. Bijvoorbeeld als er helemaal geen Russisch (vloeibaar) gas meer zou aankomen.
Ook vanuit de ECB is verdere tegenwind te verwachten. Omdat de renteverhogingen van de voorbije maanden nog verder moeten doorwerken én omdat Frankfurt nog niet klaar is met die verhogingen. Desalniettemin, mochten we alsnog in een recessie sukkelen, dan suggereren de recente data dat die eerder mild zal zijn. Wat mede de sterke start van het beursjaar verklaart.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 16 januari tot en met 20 januari |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
China |
Industriële productie YoY |
Dec |
0,5% |
|
|
Kleinhandelsverkopen yoY |
Dec |
-7,8% |
|
|
BBP YoY |
4Q22 |
1,8% |
|
Duitsland |
ZEW-index |
Jan |
-15,0 |
Woensdag |
VS |
Kleinhandelsverkopen MoM |
Dec |
-0,5% |
|
|
Industriële productie MoM |
Dec |
-0,1% |
|
|
NAHB |
Jan |
32,0 |
Donderdag |
VS |
Bouwvergunningen MoM |
Dec |
3,7% |
|
|
Opstartende woningbouw MoM |
Dec |
-1,9% |
Vrijdag |
VS |
Verkoop woningen MoM |
Dec |
-2,0% |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom