Hoofdeconoom
Het is te vroeg om victorie te kraaien over de inflatie
In het kort:
- Beleggers zijn dezer dagen vooral bezig met rente en inflatie
- Niet rentestappen, maar hoogte en duur van de beleidsrente bepalen inflatiestrijd
- Oliemarkt onzeker door prijsplafond Russische olie en draai in Chinees Covid-beleid
De Amerikaanse arbeidsmarkt creëerde in november 263.000 nieuwe banen, veel meer dan de verwachte 200.000. Vervelend was bovendien de toename van het gemiddelde uurloon: +0,6% tegenover de maand ervoor. Op jaarbasis bedroeg de toename 5,1% (verwacht: 4,6%). Deze cijfers geven aan de Federal Reserve (Fed) niet meteen het signaal dat de Amerikaanse centrale bankiers snel de voet van het monetaire rempedaal kunnen halen. Er is nog weinig sprake van de gewenste aanpassing van de arbeidsmarkt: een iets oplopende werkloosheid om de inflatiedruk weg te nemen.
Beleggers reageerden meteen. In een eerste reactie gingen de aandelen in de brede Amerikaanse aandelenindex S&P 500 1,5% lager en de Amerikaanse tienjaarsrente steeg ruim tien basispunten. Later herstelde dat enigszins, maar de rentegevoelige Nasdaq ging alsnog 0,4% lager de dag uit.
Arbeidsmarktrapport was een koude douche
Dit arbeidsmarktrapport was een verrassend koude douche. De dagen ervoor was er juist positief nieuws van het inflatie- en rentefront. In de eurozone nam het tempo van de inflatie jaar-op-jaar wat af. En Fed-voorzitter Jerome Powell liet weten dat het tempo van de renteverhogingen door de Federal Reserve in december wellicht al wat omlaag kan. Deze nieuwtjes gaven beleggers hoop dat de tegenwind door de hoge inflatie, die al het hele jaar stevig waait, snel zou kunnen luwen. Tot het arbeidsmarktrapport het enthousiasme hierover temperde.
Verwacht en weinig nieuws
Het is nog te vroeg om victorie te kraaien over de inflatie. Zo was het met een blik op de gedaalde energieprijzen geen verrassing dat de Europese inflatie wat kalmeerde: van 10,6% in oktober naar 10,0% in november. Onderliggend bleef de kerninflatie echter onveranderd en 5% is een heel eind boven de 2%-doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB). We kijken al met een schuin oog naar de ECB-beleidsvergadering van 15 december waar waarschijnlijk een verhoging van de beleidsrente met 0,5% uit de bus rolt.
En wat de Federal Reserve betreft, is er eigenlijk weinig nieuws onder de zon. Reeds bij de laatste beleidsbijeenkomst, begin november, benadrukte Fed-voorzitter Powell dat de uiteindelijke hoogte van de beleidsrente én de periode dat die moet worden aangehouden de relevante factoren zijn. Niet zozeer de grootte van de opwaartse stappen. De marktverwachtingen voor de Amerikaanse beleidsrente laten een piek zien in het voorjaar van 2023, net iets onder de 5%. Voor januari 2024 gaat de markt uit van een terugval tot 4,3%.
Focus op inflatie
In het algemeen zijn beleggers dezer dagen alleen maar bezig met rente en inflatie. Over de onzekere economische vooruitzichten nemen ze een afwachtende houding aan. Analisten stellen de winstverwachtingen voor ondernemingen weliswaar neerwaarts bij, maar in beperkte mate (Hoe bedrijfsresultaten aandelenkoersen beïnvloeden, leest u hier). Recente berichten uit het bedrijfsleven zelf, de presentaties over derdekwartaalcijfers en tijdens investeerdersdagen, zijn voldoende robuust. Ze ondersteunen het sentiment.
Amerikaanse consumenten blijven in een degelijk tempo uitgeven
Vooralsnog vinden beleggers steun bij de recente macro-economische data. In de VS bijvoorbeeld, dook de inkoopmanagersindex ISM Manufacturing weliswaar onder de kritische grens van 50, maar slechts nipt. Uit de nieuwe cijfers voor de totale persoonlijke bestedingen bleek dan weer dat de Amerikaanse consument in een degelijk tempo blijft uitgeven. Met dank aan de aanhoudend krappe arbeidsmarkt, waar we het al over hadden. Kanttekening hierbij is dat die consument zeer weinig spaart. Slechts 2,3% van zijn inkomen en daarbij begint hij zich weer dieper in de schulden te steken. Zodat de vraag rijst, hoe lang hij deze spendeerdrift nog kan volhouden. Vanzelfsprekend speelt de arbeidsmarkt hier een cruciale rol.
Amerikaanse dienstensector
Hoe dan ook, de mager gevulde macro-economische agenda van deze week zal weinig stof opleveren om het beeld te veranderen.
Naast de definitieve PMI-inkoopmanagersindices stippen we de ISM-inkoopmanagersindex voor de dienstensector aan. Die zal naar verwachting licht afzwakken, maar ruimschoots in de groeizone blijven. Onderliggend is er speciale aandacht voor de sub-index, die vraagt naar de prijsdruk. Sinds de zomermaanden neemt die enigszins af, maar hij blijft hoog.
Inflatieverwachting van Amerikaanse consument is hoger dan vorige maand
Verder kijken we naar het vertrouwen van Amerikaanse consumenten. Door de lagere benzineprijs, hogere aandelenkoersen en voldoende loongroei is dat wellicht wat hersteld. Hier is de belangrijke onderliggende parameter wat consumenten over de inflatie verwachten. Voor de komende twaalf maanden is dat een niveau van 5,1%, wat hoger is dan de verwachting vorige maand: 5,0%. Fed-voorzitter Jerome Powell stipte herhaaldelijk aan dat deze verwachtingen voor de Amerikaanse centrale bankiers cruciale input zijn voor hun beleid.
Onzekere oliemarkt
Tot slot is het afwachten wat er op de oliemarkt gebeurt, nu de Europese Unie (EU) vanaf vandaag geen Russische olie over zee meer invoert. Aanvullend verbieden de EU-afspraken verzekeraars om Russisch olietransport te verzekeren, tenzij de verkoopprijs onder de 60 dollar per vat blijft. Daarnaast houden de olieproducerende landen inclusief Rusland (OPEC+) de olieproductie stabiel voor de komende paar maanden, ondanks de grotere economische onzekerheden zoals minder groei in de Westerse wereld en het Chinese Covid-beleid.
Zwakke Chinese economie weegt zwaarder dan EU-sancties
De gevolgen van deze nieuwe disrupties op de markt zijn moeilijk in te schatten. Afgelopen weken leken oliehandelaren zich weinig zorgen te maken. In een maand tijd ging de prijs voor een vat zwart goud 7% omlaag. Het zwakke economische momentum in China woog zwaarder door dan de aankomende sancties. Anderzijds dreigde Rusland al de oliekraan meer dicht te draaien als represaille voor het prijsplafond.
Uitkijken of dat zo blijft. Er zijn immers niet enkel de importboycot en het prijsplafond. Langzamerhand lijkt ook de tone of voice van de Chinese beleidsmakers over het zero-Covid-beleid te veranderen. Mocht dat leiden tot een geleidelijke heropening van het land, dan is de kans reëel dat de energieprijs vanuit deze hoek hoger wordt geduwd. Wat vooral voor het Europese groei- en inflatieplaatje een nieuwe tegenvaller zou zijn.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 28 november tot en met 02 december |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
China |
Caixin Services PMI |
Nov |
47,0 |
|
Eurozone |
Detailhandelsverkopen MoM |
Okt |
-1,7% |
|
VS |
ISM Non-Manufacturing |
Nov |
53,9 |
Woensdag |
China |
Import YoY |
Nov |
-1,2% |
|
|
Export YoY |
Nov |
-0,5% |
Vrijdag |
VS |
Consumentenvertrouwen (flash) |
Dec |
57,0 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom