Hoofdeconoom
Inflatie-onrust blijft de boventoon voeren
Tegenstelling tussen begrotingsbeleid en monetair beleid dreigt in Europa.
In het kort:
- Centrale bank in het VK kalmeert financiële markten met opkopen van obligaties
- Banengroei in VS voedt verwachte renteverhogingen door Federal Reserve (Fed)
- OPEC+ stuurt aan op productieverlaging vanwege afnemende olievraag
Financiële markten blijven in de ban van de inflatie. Geen wonder, als die in de eurozone de kaap van de ‘double digits’ (10%) passeert.
De meest relevante prijsbarometer voor de Amerikaanse centrale bank (Fed), de PCE-index, kreeg voor het tweede kwartaal een opwaartse herziening mee: 7,3% in plaats van 7,1%. Amerikaanse aandelen (S&P 500) verloren afgelopen week 2,9% en de rente op tienjarig Amerikaans staatspapier klom naar 3,82%.
Renteverschil Italië en Duitsland
In Europa wist de brede aandelenindex Europe Stoxx 600 de schade te beperken tot 0,65%. De Duitse tienjaarsrente ging van 2,03%% naar 2,11%. Het renteverschil tussen de Italiaanse en Duitse lange tienjaarsrente zit nu op 2,4%. Een renteverschil van 2,5% is volgens marktkenners een kritisch niveau voor de Europese Centrale Bank (ECB). Dat verschil zagen we medio juni optreden.
Toen kwam de ECB in spoedberaad bijeen om nieuwe instrumenten te ontwikkelen ter bestrijding van financiële spanningen in de eurozone. Dat mondde uit in het zogenoemde Transmission Protection Instrument (TPI), een mechanisme om gericht te interveniëren op obligatiemarkten van die landen die door beleggers onder vuur worden genomen.
Redelijke taal
De criteria om het TPI te activeren zijn vaag. Rode draad is dat het betreffende land de nodige budgettaire discipline moet hanteren en hervormingen moet doorvoeren. Vanuit die invalshoek dreigt er vooralsnog geen interventie van de ECB op de Italiaanse markt, nog even los van de vraag of iedereen binnen de ECB even happig is om dit mechanisme daadwerkelijk in te zetten. De nieuwe regering in Rome moet immers nog gevormd worden. Vervolgens moet die haar plannen concreet uitwerken en op basis daarvan kan de ECB pas zijn begrotings- en hervormingseisen toetsen.
Wat de begroting betreft, sprak (beoogd) toekomstig premier Meloni de afgelopen periode al redelijke taal. Hoewel ze tijdens de campagne wél energiesteun in het vooruitzicht stelde. De hervormingen zullen een heel stuk moeilijker worden. Het rechtse blok dat de verkiezingen won, bestaat immers uit partijen die toch enigszins verschillend naar ‘dictaten’ uit Brussel kijken. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Begrotingsbeleid werkt centrale bank tegen
Ingrijpen van de ECB zou hoe dan ook haaks staan op de monetaire verstrakking. De Bank of England heeft deze bocht echter al moeten maken, nadat de Britse regering onder leiding van de nieuwe premier Liz Truss een ruim pakket aan belastingverlagingen aankondigde. Hierdoor kelderde het pond en explodeerde de langetermijnrente in die mate, dat de centrale bank begon te vrezen voor de financiële stabiliteit. En de facto het opkoopprogramma voor obligaties weer activeerde, wat neerkomt op een monetaire verruiming van £ 65 miljard.
Zo’n tegenstelling tussen het begrotings- en monetaire beleid dreigt in meer Europese landen te ontstaan. Burgers oefenen druk uit op de politiek om de koopkracht te herstellen, maar deze financiële (energie)compensatie voor gezinnen en ondernemingen houdt de inflatoire druk (mee) in stand. Des te meer naarmate de ondersteuning minder selectief is.
Inflatiedoelstellingen
Tijdens de pandemie werd de economie ondersteund door ze te overspoelen met cash. Deze ‘gemakkelijke’ oplossing is nu niet langer opportuun, gezien de torenhoge inflatie. Integendeel. Wat echter niet wil zeggen dat ze om politieke redenen niet gehanteerd zal worden. Wat het voor de centrale bank vanzelfsprekend moeilijker maakt om haar inflatiedoelstellingen te bereiken.
Daar komt nog iets bij. Wanneer de mate van steun in de verschillende landen van de eurozone uiteenloopt, kunnen de interne spanningen weer oplopen. Wat het voor de ECB helemáál moeilijk maakt. Misschien zal die uiteindelijk, net als de Bank of England, overgaan tot een tweesporenbeleid: met een hogere beleidsrente de inflatie bestrijden en met een of ander opkoopprogramma de spanningen in de eurozone onderdrukken. Maar ook hier geldt: wordt ongetwijfeld vervolgd.
Amerikaanse banengroei
Belangrijkste item op de macro-agenda van deze week is het Amerikaanse arbeidsmarktrapport van de maand september.
Ondanks de afkoelende wereldeconomie en de hogere rente houdt de Amerikaanse economie zich al met al degelijk. Wat de arbeidsmarkt betreft, weten we al dat de nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering vanaf de zomer weer dalen. Na in het voorjaar even hoger te zijn gegaan. De hernieuwde daling van het aantal aanvragen suggereert een aanhoudend krappe arbeidsmarkt en aanhoudend degelijke banengroei.
Of Jerome Powell, voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (Fed) hier heel blij van wordt, is twijfelachtig. Hij en zijn collega’s sturen aan op een afkoeling van de arbeidsmarkt. Misschien kan de ontwikkeling van de uurlonen enige relativering geven aan de verwachte banengroei. Elke toename van de lonen onder 0,3% (op maandbasis) kan met enige goede wil als relativering gezien worden.
Fed houdt voet bij stuk
Verder staan deze week de Amerikaanse inkoopmanagersindices ISM Manufacturing en ISM Non-Manufacturing op de rol, naast de definitieve scores voor de wereldwijde S&P PMI’s. Ook deze indices gaven de voorbije maanden de boodschap dat de Amerikaanse economische motor blijft draaien, zij het met een lager toerental. We verwachten dat de nieuwe cijfers ongeveer stabiel zullen blijven. Waarbij de onderliggende indices die naar de prijsdruk peilen wederom lichtjes lager gaan vanwege de afnemende spanningen in de aanvoerketens.
De nieuwe Amerikaanse datareeks geeft de Fed vermoedelijk geen aanleiding om bij de volgende beleidsbijeenkomst, begin november, terughoudend te zijn. Anders gezegd: de verwachting dat de rente nog een keer met 75 basispunten hoger gaat, blijft overeind.
Laat we hopen dat we ons vergissen. Het beste wat markten nu kan overkomen, zijn immers signalen dat de opwaartse prijsspiraal stilaan zijn hoogtepunt nadert. In deze context helpt het niet als de geruchten kloppen dat de OPEC een fikse productiebeperking plant. Daarbij wordt gesproken over een reductie van 1 miljoen vaten per dag, mede omdat de vraag uit opkomende landen sterker afneemt. Woensdag steken de olieproducenten hierover de hoofden bij elkaar.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 03 oktober tot en met 07 oktober |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
VS |
ISM Manufacturing |
Sep |
52,8 |
Woensdag |
VS |
ISM Non-Manufacturing |
Sep |
56,5 |
Donderdag |
Eurozone |
Detailhandelsverkopen MoM |
Aug |
-0,5% |
Vrijdag |
VS |
Banengroei (Non farm) |
Sep |
250K |
|
|
Werkloosheid |
Sep |
3,7% |
|
|
Gemiddeld uurloon MoM |
Sep |
0,3% |
Zaterdag |
China |
Caixin Services PMI |
Sep |
54,8 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom