Hoofdeconoom
Economische vooruitzichten manen tot voorzichtigheid
Beleggers kijken reikhalzend uit naar inflatiepiek, terwijl de wereldwijde vraag afneemt.
In het kort:
- Arbeidsmarkt VS blijft krap, het wachten is op Amerikaanse inflatiecijfers
- Er is onvoldoende reden om Amerikaanse centrale bankiers milder te stemmen
- Europese solidariteit komt steeds meer onder druk, nu energiecrisis voortduurt
In september kwamen er in de VS 263.000 nieuwe banen bij. Ongeveer volgens verwachting. Het gemiddelde uurloon nam maand-op-maand met 0,3% toe. Eveneens zoals verwacht. De werkloosheid echter daalde van 3,7% naar 3,5%. Oorzaak is een nog steeds haperend arbeidsaanbod: het percentage mensen op arbeidsleeftijd dat zich voor werk aanbiedt, blijft hangen op 62,3% (pre-corona was dit nog 63,5% van de beroepsbevolking). In aantallen betekent dat dik twee miljoen minder arbeidskrachten.
Financiële markten trokken hieruit de conclusie dat de arbeidsmarkt krap blijft. En dat de Amerikaanse centrale bank, Federal Reserve (Fed), bijgevolg alle reden heeft om zijn strenge monetair beleid voort te zetten om de inflatie onder de duim te houden.
Amerikaanse aandelen (S&P500) reageerden met een daling van 2,79%. Op weekbasis bleef een winst van 1,48% over. Op de obligatiemarkt koerste de tienjaarsrente naar 3,88%, het hoogste niveau sinds de zomer van 2007.
Amerikaanse inflatiecijfers
Centraal op de economische agenda van deze week staan de Amerikaanse inflatiecijfers voor de maand september.
Naast het arbeidsmarktrapport zal dat naar verwachting bijkomende munitie opleveren voor de Fed om over drie weken de beleidsrente nog een keer met 75 basispunten op te trekken. De eerste keer dat de Fed zo’n verhoging doorvoerde, in juni, omschreef voorzitter Jerome Powell die nog als uitzonderlijk. Bij een gelijke ingreep begin november, zou dat echter al de vierde keer op rij zijn.
In juni was een renteverhoging met 0,75% nog uitzonderlijk
Toch verwachten we niet dat de inflatie in september op maandbasis verder toenam. Zo leerden de ISM-aankoopmanagersindices ons dat de prijsdruk vanuit de aanvoerketens verder afneemt. In de dienstensector blijft die druk weliswaar aanzienlijk, maar ook daar is het pad lichtjes neerwaarts. Daarnaast vertragen producentenprijzen enigszins en die lopen vaak voor op de consumentenprijzen. Tot slot lagen olie- en benzineprijzen in september weer iets lager dan de maand ervoor. Dat dempt vooral het algemene inflatiecijfer, niet de kern-inflatie natuurlijk (inflatie zonder de energie- en voedselprijzen).
Hoe dan ook, het zal allemaal onvoldoende zijn om de centrale bankiers tot enige mildheid te bewegen. Ook al omdat de inflatieverwachtingen van consumenten hoog blijven, ondanks een lichte afname sinds de zomer. Morgen ontvangen we de nieuwe prijsinschattingen van de Amerikaanse consument voor het komende jaar.
Onnodig om te zeggen dat beleggers de minste hint over het bereiken van de inflatiepiek al met open armen zouden ontvangen. Markten smachten naar dergelijk signaal.
De reële economie
De Amerikaanse kleinhandelsverkopen in september, het consumentenvertrouwen en het vertrouwen onder kleine en middelgrote ondernemers (NFIB-index) geven ons komende week een verse inkijk in belangrijke onderdelen van de reële economie.
De reeds aangestipte lagere benzineprijs geeft zowel het consumentenvertrouwen als de koopkracht enige steun. Ondanks de hoge inflatie en de opgelopen rente blijft Joe Sixpack dan ook redelijk uitgeven. Hoewel hij hiervoor wel aan z’n spaargeld moet zitten. Iets wat op enig moment natuurlijk een einde heeft. Los van het nieuwe cijfer deze week, zal de bijdrage van de consumptie aan het economische plaatje de komende maanden wellicht afzwakken.
Europese voorzichtigheid
In de eurozone is het uitkijken naar de industriële productie in de maand augustus. De problemen waar de Europese industrie mee kampt, zijn genoegzaam bekend. Wat zich onder meer weerspiegelt in een PMI-aankoopmanagersindex voor de industrie, die zich in de krimpzone bevindt en steeds verder wegzakt.
Anderzijds bleek het verloop van de Duitse industriële productie in de zomermaanden mee te vallen. Met een productievolume dat nog net boven het niveau van begin tweede kwartaal blijft. Ook de recentste Spaanse en Franse cijfers vielen mee.
Alsnog manen de vooruitzichten tot voorzichtigheid. Vanwege de vraag, die wereldwijd afneemt, en natuurlijk de hoge energierekening.
IMF verwacht minder groei
De discussies over eventuele Europese prijsplafonds of andere maatregelen vanwege de hoge energierekening duren voort. Tijdens een informele top vorige week kwam men voorlopig niet verder dan de aankondiging dat de EU en Noorwegen (ondertussen de belangrijkste gasleverancier) maatregelen zullen nemen om de gasmarkt te stabiliseren. Wat die maatregelen dan precies zijn, moet nog worden uitgewerkt.
Het blijft zoeken naar de wenselijkheid én praktische uitvoering van de verschillende voorstellen. Qua uitvoering gaat het dan om leveringszekerheid (mochten onze leveranciers elders meer kunnen ontvangen voor hun gas), betaalbaarheid (mochten overheden verder blijven bijspringen boven een bepaalde prijsgrens) en om impact op de inflatie. Als beleidsmakers de pijnprikkels van hoge prijzen al te zeer wegnemen, blijft de onevenredige energievraag tegenover het aanbod immers bestaan. Waardoor de prijs hoog blijft. Met daar bovenop nog een keer het inflatoire effect van een ruim, ondersteunend begrotingsbeleid.
Verder zijn er natuurlijk de discussies over het al dan niet opzetten van een gemeenschappelijk fonds om de hoge energiekosten gezamenlijk op te vangen. Naar het model van het herstelfonds dat tijdens de pandemie het levenslicht zag.
Het regent bilaterale contacten van individuele landen met gasproducenten
Deze discussie werd urgenter, nadat Duitsland 200 miljard euro vrijmaakte voor zijn eigen burgers en ondernemingen. Afwijkende buffers voor financiële steun in verschillende eurolanden drijven de spanningen in de eurozone op. Ze impliceren namelijk een verschillende economische én maatschappelijke impact van de energiecrisis.
Naarmate de crisis voortduurt, komt de Europese solidariteit steeds meer onder druk. Voor zover die al bestond. Het regent bilaterale contacten van individuele landen met gasproducenten, terwijl de Europese Commissie juist wil aansturen op een gezamenlijke inkoop.
Afwachten hoe dit verder gaat. Maar een ‘herstelfonds bis’ zou ons uiteindelijk niet verwonderen. De euro was altijd al een politiek project. Zeker in tijden waarin de strijd tegen een geopolitieke opponent prioriteit heeft, zal men dat project niet uit elkaar willen laten spatten.
Ongetwijfeld zal het hier ook over gaan tijdens de jaarvergaderingen van het IMF en de Wereldbank. Net als over de wereldwijde gevolgen van al die renteverhogingen die tegelijk worden doorgevoerd of de sterke dollar. Beleggers zullen vooral aandacht hebben voor de nieuwe groeiprojecties van het IMF. Maar of ze daar blij van zullen worden, is twijfelachtig.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 10 oktober tot en met 14 oktober |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
VS |
NFIB-index |
Sep |
91,2 |
|
|
Inflatieverwachting consument |
Sep |
5,5% |
Woensdag |
Eurozone |
Industriële productie MoM |
Aug |
0,5% |
|
VS |
Producentenprijzen MoM |
Sep |
0,2% |
|
|
FOMC-notulen |
|
|
Donderdag |
VS |
CPI-inflatie MoM |
Sep |
0,2% |
|
|
CPI kern-inflatie MoM |
Sep |
0,5% |
Vrijdag |
VS |
Kleinhandelsverkopen MoM |
Sep |
0,2% |
|
|
Consumentenvertrouwen |
Sep |
58,9 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom