Hoofdeconoom
Economische groei komt zwaarder onder druk
Inkoopmanagers VS en Europa zien nieuwe orderinstroom minder hard groeien.
In het kort :
- Inflatiebestrijding is topprioriteit voor de Amerikaanse centrale bank (Fed)
- Na de Covid-uitbraken verwachten wij enig herstel van Chinese economie
- Beleggers richten hun vizier op de bedrijfscijfers van het tweede kwartaal
De nieuwe inkoopmanagersindices (S&P Global PMI’s) voor de eurozone waren afgelopen week een tegenvaller. Op alle vlakken: de nieuwe industriële orders, de aanhoudende opwaartse prijsdruk en de dienstensector. Terwijl we juist op de dienstensector rekenden om enige vaart in de economie te houden. Onze afdronk is dat de groei in de eurozone de komende maanden iets verder inzakt, waarmee we overigens al wel rekening hielden.
De brede Economic Sentiment Indicator van de Europese Commissie zal komende woensdag eenzelfde sfeer uitstralen. Zo weten we al dat het consumentenvertrouwen, dat een fikse portie van deze brede vertrouwensbarometer uitmaakt, een nieuw tikje kreeg.
Het consumentenvertrouwen kreeg een nieuw tikje
Ook in de VS gingen de S&P Global PMI’s lager, zowel voor de dienstensector als voor de industrie. Wij verwachten dit komende vrijdag ook terug te zien in de ISM Manufacturing-index (de index van het Institute for Supply Management, de voorraadbeheerders).
Het vertrouwen in de Amerikaanse dienstensector viel echter minder scherp terug dan in de eurozone. Het effect van de heropening van de economie blijft in de VS relatief zwaarder doorwegen. Vanzelfsprekend spelen de opgelopen lonen hier hun rol. Wat de komende dagen nog een keer bevestigd zal worden in de ontwikkeling van de lonen in afgelopen maand mei. We verwachten een krachtige stijging van 0,5% (maand-op-maand). De persoonlijke bestedingen zullen met 0,4% groeien, denken economen.
Dit wil overigens niet zeggen dat de Amerikanen de impact van de inflatie op hun bestedingen niet zouden voelen. Het derde kwartaal dient zich hier minder gunstig aan dan het (bijna) afgelopen tweede. Ook in de VS zien we dat de nieuwe orderinstroom afzwakt, wat wijst op een lagere toekomstige groei.
Inflatiedruk in de eurozone
Belangrijkste item op de macro-agenda van deze week zijn nieuwe inflatiecijfers voor de eurozone en de VS. Met vanzelfsprekend bijzondere aandacht voor de kerninflatie (inflatie zonder de grilliger voedsel- en energieprijzen).
Bovenvermelde inkoopmanagersindices uit de eurozone, en met name de onderliggende barometers voor de prijsdruk, suggereren dat de hoge energieprijzen doorsijpelen in de prijzen van meerdere producten en diensten.
Wat de inflatie in de VS betreft, ligt de focus vaak op de CPI: de consumentenprijzenindex Terwijl de Federal Reserve zich vooral op die andere maatstaf voor consumentenprijzen concentreert: de PCE-index. Deze index is breder dan de CPI en omvat ook goederen en diensten die voor de consument geen directe out-of-pocket-uitgaven met zich meebrengen, maar die wel degelijk bijdragen aan het onderliggende prijsverloop in de economie. Denk bijvoorbeeld aan ziekteverzekeringen, die werkgevers voor hun werknemers betalen.
Ook houdt de PCE rekening met zogeheten substitutie-effecten. Als appels bijvoorbeeld duurder worden dan peren, dan gaan consumenten meer peren eten. De CPI blijft in dat geval de volledige prijsstijging van appels meenemen, terwijl de PCE verdisconteert dat consumenten in dit geval toch vooral naar peren grijpen.
Zelfde boodschap
Omdat de PCE breder is, geeft hij vaak wat minder scherpere stijgingen van het algemene prijsniveau aan dan de CPI. Dat neemt niet weg dat ook deze index sinds eind 2021 een stevige versnelling kent. En dezelfde boodschap aan de Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse centrale bank, geeft: verstrak het monetaire beleid.
Fed-voorzitter Jerome Powell beklemtoonde in de Amerikaanse Senaat nogmaals de vastberadenheid om de inflatie onder controle te krijgen. Zelfs als dat tot een recessie zou leiden. Concreet wil hij een aantal maanden na elkaar de prijsdruk zien afnemen. Voor het (kern)inflatiecijfer van PCE deze week betekent dit dat een toename van méér dan 0,4% ten opzichte van vorige maand teleurstellend is. Kortom, een cijfer dat de financiële markten met spanning tegemoet zien.
Verbetering in China
In China stippen we komende dagen de inkoopmanagersindices (NBS en Caixin PMI’s) aan. Nu de Covid-golf (voorlopig) is teruggedrongen, herneemt het normale leven zich grotendeels. Wat niet wil zeggen dat de binnenlandse economie alweer normaal presteert. Het consumentenvertrouwen is laag. En ondanks de toegenomen retoriek van beleidsmakers over ondersteunende maatregelen, zijn die tot nu toe relatief beperkt.
Hoe dan ook, economische indicatoren kunnen de komende tijd verbeteren. Al zijn de hindernissen op middellange termijn nog steeds volop aanwezig. Zo blijft de impact op inkomens van de strenge lockdowns nazinderen, zijn nieuwe uitbraken en maatregelen niet uitgesloten en kampt de vastgoedsector nog steeds met overcapaciteit en dalende prijzen. De Chinese export zal bovendien de impact voelen van de wereldwijde groeivertraging.
Bedrijfsresultaten
Aandelenbeurzen sloten de week per saldo hoger af (MSCI Europe +2,5%, MSCI USA +6,4%). Dat de impuls hiervoor vooral uit de VS kwam, is niet verwonderlijk. Europa ligt méér in het oog van de geopolitieke storm dan de VS. Denk aan de toenemende dreiging van energietekorten en verder oplopende prijzen.
Voor de Amerikaanse markt lijken beleggers zich bovendien te hebben neergelegd bij de forse renteverhogingen die de Federal Reserve op stapel heeft staan. Ze vertrouwen er daarbij op dat de inflatie uiteindelijk onder controle komt. Zo blijkt althans uit de ingeprijsde inflatieverwachtingen voor de middellange termijn: die koelen enigszins af.
Het herstel van vrijdag volgde trouwens op dalende inflatieverwachtingen van de Amerikaanse consument, zoals bleek uit peilingen van de University of Michigan. Blijkbaar heeft Joe Sixpack goed geluisterd naar Fed-voorzitter Jerome Powell en gelooft hij in diens standvastigheid in de bestrijding van het opgelopen algemene prijspeil.
Joe Sixpack heeft goed geluisterd naar Jerome Powell
Daarnaast hebben beleggers wellicht stiekeme hoop dat een lagere economische groei in de tweede jaarhelft de Federal Reserve wat milder zal stemmen. Of dit relatieve optimisme standhoudt, is in belangrijke mate afhankelijk van de komende bedrijfsresultaten. En vooral van de begeleidende commentaren en vooruitzichten bij die resultaten.
Noteer de aftrap van het nieuwe kwartaalcijferseizoen maar alvast in uw agenda: medio juli. Tot op heden hebben wij relatief weinig ondernemingen gezien die op voorhand waarschuwen voor mindere resultaten. En ondernemingen die dat wel deden, zoals BASF en AkzoNobel, zijn geconcentreerd in één sector, de basisindustrie, waarvoor de opgelopen energieprijzen en de verwachte afname van de vraag de boosdoeners zijn. Meer nog dan anders zal de aandacht van beleggers bij de komende kwartaalcijfers uitgaan naar de vooruitzichten.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 27 juni tot en met 1 juli |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
VS |
Orders duurzame goederen MoM |
Mei |
0,1% |
Woensdag |
Eurozone |
Economic Sentiment |
Jun |
103 |
Donderdag |
China |
NBS Services PMI |
Jun |
51,9 |
|
|
NBS Manufacturing PMI |
Jun |
51,2 |
|
Eurozone |
Werkloosheid |
Mei |
6,8% |
|
VS |
Persoonlijk inkomen MoM |
Mei |
0,5% |
|
|
Persoonlijke bestedingen MoM |
Mei |
0,5% |
|
|
PCE-inflatie MoM |
Mei |
0,9% |
|
|
PCE kern-inflatie MoM |
Mei |
0,4% |
Vrijdag |
China |
Caixin Manufacturing PMI |
Jun |
50,5 |
|
Eurozone |
CPI-inflatie YoY (flash) |
Jun |
8,3% |
|
|
CPI kern-inflatie YoY (flash) |
Jun |
3,9% |
|
VS |
ISM Manufacturing |
Jun |
55,0 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom