Hoofdeconoom
ECB zal de beleidskaarten tegen de borst houden
In het kort:
- Europese Centrale Bank zal economische groei niet verder willen aantasten
- Amerikaanse economie in goeden doen, Fed zet monetaire verkrapping door
- Chinese economie zakt verder weg, wacht op fiscale en monetaire oppeppers
De blikvanger van de macro-agenda voor komende week is de beleidsbijeenkomst van de Europese Centrale Bank (ECB) op donderdag. Begin maart beslisten de centrale bankiers om de opkoop van obligaties in de loop van het derde kwartaal stop te zetten. Op enig moment daarna, zoals de ECB het zelf formuleerde, komt er dan een verhoging van de beleidsrente.
Zowel het stopzetten van de obligatie-aankopen als het verhogen van de beleidsrente zal wellicht sneller gebeuren dan tot voor kort gedacht. De inflatiedruk in de eurozone blijft immers hoog: 7,5% in maart.
DNB-president Klaas Knot suggereerde al dat er voor het jaareinde een tweetal renteverhogingen aankomen. De financiële markten zijn dezelfde mening toegedaan en rekenen voor eind 2022 met een ‘gemiddelde’ beleidsrente van +0,1%. Nu is deze rente nog -0,5%, zodat dit neerkomt op twee tot drie renteverhogingen.
Inflatiebestrijding versus economische groei
Veel zal afhangen van de energieprijzen. Het zijn immers vooral de opgelopen olie- en gasprijzen die tot de hoge inflatie leiden. Verder aangevuurd door stijgende grondstofprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Filteren we energie en voeding uit de inflatie, dan lag deze in maart op een meer genuanceerde 3%. Dit is nog steeds boven de ECB-doelstelling en rechtvaardigt dus actie met de huidige lage renteniveaus, maar het oogt tegelijkertijd niet dramatisch.
Bovendien bestaat er zoiets als een ‘basiseffect’. Zo kost een vat Brent-olie ongeveer 100 dollar. Wat ruim 40 procent hoger is dan een jaar geleden. De gasprijs is zelfs verviervoudigd. Vanzelfsprekend tikt dat door in het algemene prijspeil. Maar om eenzelfde impact op de inflatie te houden, zou energie opnieuw met dezelfde cijfers moeten stijgen.
De kans is reëel dat de inflatie in de tweede jaarhelft vanzelf daalt
Dat is niet uitgesloten, vooral niet als de Europa zou beslissen om de import uit Rusland te verbieden. Toch lijkt dit onwaarschijnlijk. Sterker, de huidige hapering van de Chinese economie werkt eerder neerwaarts op de olieprijs. En eenzelfde effect hebben de vrijgave van Amerikaanse oliereserves en het lagere economische toerental wereldwijd, precies omwille van de dure energie.
Kortom, zelfs als de ECB niets doet, is de kans reëel dat de inflatie in de tweede jaarhelft vanzelf daalt. Wat van de centrale bankiers vraagt dat ze (gedeeltelijk) door de huidige cijfers heen kijken en niet al te driest het monetaire beleid verkrappen. Inflatie bestrijden is immers niet zo moeilijk. Als je de rente maar voldoende optrekt, verdwijnt ze vanzelf. Maar het is een veel delicatere evenwichtsoefening om tegelijkertijd de economie niet al te veel zuurstof te ontnemen.
Traditionele ECB-breuklijnen
In de eurozone is die oefening des te delicater. Een strengere centrale bank kan op enig moment de obligatierente in zwakkere eurolanden, met als cliché-voorbeeld Italië, onevenredig opstuwen. Zowel ECB-voorzitter Lagarde als hoofdeconoom Philip Lane hebben al benadrukt dat ze in dat geval over de instrumenten beschikken om zo’n beweging te counteren. Wat dan zou moeten neerkomen op een soort ‘gerichte kwantitatieve verruiming’.
Vraag is echter wat de meer noordelijke eurolanden daarvan denken. In de notulen van de beleidsbijeenkomst van maart werden de traditionele breuklijnen binnen de ECB al weer zichtbaar.
Grote kans dus dat Lagarde komende donderdag vragen hierover krijgt voorgeschoteld. Maar de kans dat daar nu al een duidelijk antwoord op komt, is klein.
Amerikaanse inflatie piekt
In de VS staan de inflatiecijfers van de maand maart op de agenda. Die zullen naar verwachting weer iets hoger liggen dan een maand eerder. Met een voorziene 8,4% (jaar-op-jaar) zou het best kunnen dat de Amerikaanse inflatie zijn piek heeft bereikt.
Net als in de eurozone speelt bovenvermeld basiseffect voor energie. Daarnaast weten we al dat het momentum van de loonontwikkeling niet langer lijkt toe te nemen. Een gevolg wellicht van het langzaam herstellende arbeidsaanbod.
De Fed zal de monetaire verkrapping doorzetten
Desondanks zal de Amerikaanse centrale bank (Fed) de monetaire verkrapping doorzetten. Vanaf mei of juni verlaagt ze in een fors tempo de opgekochte obligaties op haar balans. Ook zijn meerdere renteverhogingen met 50 basispunten tegelijk waarschijnlijk.
Op zich is dat een begrijpelijke strategie. In tegenstelling tot de Europese economie ervaart de Amerikaanse veel meer intrinsieke inflatiedruk. Getuige de opgelopen lonen en zeer krappe arbeidsmarkt. Toch is het ook hier uitkijken of het aantrekken van het monetaire beleid uiteindelijk niet ‘in de overdrive gaat’ en tot economische moeilijkheden leidt. Maar voordat het zover is, is er nog ruimte. Bovendien is de Amerikaanse economie minder gevoelig voor de geopolitieke malheur.
Amerikaanse economie blijft in goeden doen
De Amerikaanse economie blijft immers in goede doen. Ondanks de hoge inflatie, hebben consumenten ruimte om te spenderen door de gezonde arbeidsmarkt, opgebouwde spaarreserves tijdens de pandemie, een vermogenseffect vanuit gestegen beurskoersen en de heropening van de economie. Komende donderdag verwachten we de detailhandelsverkopen voor maart.
Met het vertrouwen van die consument is het dan weer minder goed gesteld. Het nieuwe vertrouwenscijfer, zoals de University of Michigan dat meet, zal naar verwachting blijven hangen op een laag niveau (publicatie eveneens donderdag).
Chinese stimulus verwacht
In China blijft het economische verloop moeizaam. Zoals afgelopen week nog eens bleek uit de Caixin Services PMI, de inkoopmanagersindex voor de dienstensector. Die viel terug tot 42, wat fors in de krimpzone is en ver onder de verwachte score van 49. Hoofdoorzaak voor de tegenvaller is vanzelfsprekend het ‘zero-cases beleid’ van de Chinese overheid ten aanzien van Covid-19.
Ondanks de economische afkoeling is Peking tot op heden zuinig geweest met ondersteunende maatregelen. Wat zich onder meer weerspiegelt in het weinig spannende verloop van de kredietgroei. Naar verwachting zal dat ook morgen weer blijken bij de kredietcijfers voor de maand maart.
China worstelt met economische momentum
Verder is het uitkijken hoe de Chinese internationale handel het stelt. Wellicht dat de uitvoer enige tegenwind ondervindt van de tragere groei in Europa en de verschuiving in het consumptiepatroon van goederen naar diensten. Ook Chinese lockdowns in belangrijke economische regio’s zullen impact hebben.
Kortom, China worstelt met het economische momentum. Als nu ook de export minder floreert, wordt de kans groter dat beleidsmakers toch over de brug komen. Zowel vanuit de begroting als monetair. Beleggers op de Chinese aandelenmarkten zullen daar niet rouwig om zijn. Dit jaar presteert de Chinese bredere aandelenindex (CSI-300 index) uiterst belabberd met een totaalrendement van -13,2% (in EUR).
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 11 april tot en met 15 april |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Duitsland |
ZEW-index |
Maa |
-50,0 |
|
VS |
CPI-inflatie YoY |
Maa |
8,3% |
|
|
CPI-kerninflatie YoY |
Maa |
6,6% |
|
China |
Uitstaande leningen YoY |
Maa |
11,4% |
Woensdag |
China |
Export YoY |
Maa |
13,0% |
|
|
Import YoY |
Maa |
8,0% |
Donderdag |
Eurozone |
ECB beleidsbijeenkomst |
|
|
|
VS |
Detailhandelsverkopen MoM |
Maa |
0,6% |
|
|
Consumentenvertrouwen |
Maa |
59,0 |
Vrijdag |
VS |
Industriële productie MoM |
Maa |
0,4% |
|
|
|
|
|
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom