Hoofdeconoom
Beleggers balanceren tussen voorzichtigheid en optimisme
Tweestrijd zorgt voor volatiliteit op financiële markten.
In het kort:
- ECB maakt bocht naar strakker monetair beleid
- Amerikaanse inflatiecijfers stemmen Fed-voorzitter Powell niet milder
- China neemt weer voorzichtig stimulerende maatregelen voor economie
Beleggers voeren momenteel een evenwichtsoefening uit. Balanceren tussen voorzichtigheid vanwege aankomende renteverhogingen en optimisme door positieve vooruitzichten voor de economie, wegebbende coronamaatregelen en goede bedrijfswinsten.
Afgelopen week leverde weer een ‘mooie’ illustratie van deze tweestrijd. Initieel hielpen degelijke bedrijfscijfers de aandelenmarkten om de scherpe monetaire toon van de Amerikaanse centrale bank Fed te verteren. Om dan vervolgens opgeschrikt te worden door de waarschuwende toon van de Europese Centrale Bank (ECB).
De ECB maakt langzaam een bocht richting een strakker monetair beleid. Financiële markten calculeren twee rentestapjes in van -0,5% naar 0%. De centrale bank besloot december vorig jaar om vanaf maart de opkoopprogramma’s voor obligaties (kwantitatieve verruiming) geleidelijk af te schalen (tapering).
In maart komt de ECB met nieuwe inschattingen voor de groei van de economie en inflatie. Die cijfers zullen een belangrijke rol spelen bij een eventuele bijstelling van het monetaire beleid.
Als de inflatie in 2023 en 2024 hoger dan 2% wordt ingeschat, is de kans reëel dat de monetaire teugels strakker worden aangetrokken. DNB-president Klaas Knot gaf aan dat we in het vierde kwartaal van dit jaar een renteverhoging mogen verwachten, voorafgegaan door een sneller dan geplande tapering.
Koers euro versterkt
Europese aandelen sloten de week licht lager af, met voor de brede Europese aandelenindex Stoxx Europe 600 een verlies van -0,73%. De Amerikaanse aandelenindex S&P500 won 1,5%.
Op valutamarkten valt de versterking van de euro op: +2,7% tegenover de dollar. Als de ECB immers sneller dan verwacht naar het rentewapen grijpt, maakt de hogere rentevergoeding de euro een aantrekkelijker munt.
Ook obligatiemarkten bewogen fors. De Duitse tienjaarsrente laat het negatieve territorium achter zich en staat nu op 0,20%. Of dat definitief is, hangt af van het economische plaatje. Maar grote kans van wel.
Amerikaanse inflatie blijft hoog
Er staan deze week geen vergaderingen van centrale banken op de agenda. Hoewel, misschien toch indirect. Donderdag verwachten we de Amerikaanse inflatiecijfers voor januari. Zoals onder meer uit de ISM-inkoopmanagersindices blijkt, blijft de prijsdruk in de aanvoerketens hoog, zonder echter verder toe te nemen. Tarieven voor containervervoer geven eenzelfde boodschap.
Amerikaanse uurlonen waren in januari gemiddeld 5,7% hoger dan een jaar geleden. Dat is fors. Maar er zijn kleine signalen dat het arbeidsaanbod aantrekt. De participatiegraad ging licht omhoog van 61,9% naar 62,2%.
Vooral wat oudere werknemers keren alsnog terug op de arbeidsmarkt. Is die vervroegde pensionering dan toch financieel onrealistisch? Hierover was de afgelopen maanden veel te doen, nadat massaal cheques van de overheid in de bus vielen waarmee Amerikanen het financieel even konden uitzingen. Als dit aanhoudt, dan kan het de opwaartse druk op lonen enigszins temperen. Maar het blijft een feit dat de Amerikaanse arbeidsmarkt krap is.
Per saldo verwachten we voor januari soortgelijke inflatiecijfers als in december. Met een kerninflatie tegen de 6%. Wat Fed-voorzitter Jerome Powell niet milder zal stemmen over het monetaire beleid. Ook al niet omdat de consument veel inflatie verwacht en dat drukt het consumentenvertrouwen. Een en ander zal komende vrijdag blijken uit het consumentenvertrouwen zoals de University of Michigan dat meet.
China stimuleert
Vanuit China kwam maandagochtend de inkoopmanagersindex voor de dienstensector (Caixin Services PMI). Net als de soortgelijke barometer voor de industrie wijst die op een verder vertragend economisch momentum. De score ging van 53,1 naar 51,4. Dat was te verwachten bij de Chinese aanpak van de coronapandemie met zero-cases. Steden en regio’s gaan meteen op slot als er een besmetting is.
Peking neemt ondertussen weer voorzichtig stimulerende maatregelen voor de economie. Door onder meer gerichte versoepelingen voor hypotheekverstrekking of hogere uitgiftes van overheids- en bedrijfsobligaties.
Donderdag verwachten we cijfers over de Chinese kredietverlening en de brede financieringsstromen in de economie (Total Social Financing). Een afgeleide van dit alles is de geldgroei. Toen beleidsmakers in de pre-corona jaren op de rem van de schuldentoename gingen staan, daalde het jaarlijkse groeitempo van de geldhoeveelheid tot 8%. Waar dat voorheen vaak rond de 13% schommelde.
Ook begin 2021, toen het ergste van de coronacrisis in China achter de rug was, bleef de geldhoeveelheid gematigd groeien. Sinds november loopt dat echter weer op. Opnieuw een signaal dat Peking geleidelijk financiële zuurstof toedient om voldoende economische vaart te houden. Dit vertaalt zicht in een economische groei die zich stabiliseert tussen de 5,0% tot 5,5% in zowel 2022 als 2023.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 7 februari tot en met 11 februari |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Donderdag |
VS |
CPI-inflatie YoY |
Jan |
7,3% |
|
|
CPI kern-inflatie YoY |
Jan |
5,9% |
|
China |
Uitstaande kredieten YoY |
Jan |
11,9% |
|
|
Total Social Financing |
Jan |
|
|
|
M2 geldhoeveelheid YoY |
Jan |
9,1% |
Vrijdag |
VS |
Consumentenvertrouwen (U. Mich.) |
Feb |
67,6 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom