Kans is klein dat de Fed nóg forser ingrijpt

Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom
  1. Inspiratie
  2. Beleggen
  3. Kans is klein dat de Fed ng forser ingrijpt

Kans is klein dat de Fed nóg forser ingrijpt

24 januari 2022
Het totaalpakket van de verwachte renteverhogingen en de balansafbouw is al fors.

Het totaalpakket van de verwachte renteverhogingen en de balansafbouw is al fors.

 

In het kort:

  • Aandelenbeurzen zijn onrustig in aanloop naar beleidsvergadering Fed
  • Amerikaanse economie kan renteverhogingen bij huidige inflatieverwachting wel aan
  • In beleggingsportefeuille Van Lanschot Kempen blijft het accent op aandelen liggen

Een drukke macro-agenda deze week. De grootste blikvanger is de beleidsvergadering van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) waarvan woensdagavond de uitkomsten worden gedeeld. Drie punten zijn hierbij belangrijk.

Ten eerste de vraag of de Fed al zal hinten op een eerste renteverhoging in maart. Bijvoorbeeld door te verwijzen naar de sterke arbeidsmarkt. In december zakte de Amerikaanse werkloosheid tot 3,9% en daarmee wordt het pre-corona dieptepunt van 3,5% bijna bereikt. Eerder noemde de centrale bank 4% als de drempel om van een volledig herstelde arbeidsmarkt te kunnen spreken. Nu die is bereikt, is de arbeidsmarkt bijgevolg niet langer een argument om het monetaire beleid níet aan te scherpen.

 

Markten gaan uit van één renteverhoging om de twee Fed-bijeenkomsten

 

Daarnaast is het de vraag of de Amerikaanse centrale bankiers zich in de kaarten laten kijken over hun plannen voor de maanden ná maart. Markten gaan uit van vier renteverhogingen in 2022. In geleidelijke stapjes: één renteverhoging om de twee beleidsbijeenkomsten. Als de Fed deze week expliciet naar zo’n geleidelijke aanpak verwijst, kan dat beleggers geruststellen. Er zitten dan wellicht niet méér opwaartse ingrepen in het vat dan waar nu rekening mee wordt gehouden. Komt zo’n verwijzing er echter niet, dan kunnen markten daar nerveus op reageren.

Tot slot is er het afbouwen van de balans, de zogenaamde kwantitatieve verkrapping. Die ontstaat door obligaties, die vervallen, niet te herbeleggen. Per saldo verdwijnen er zo liquiditeiten uit het financiële systeem. Toen de Fed de mogelijke opstart van een dergelijke verkrapping een aantal weken geleden meldde, was dit een grote verrassing voor de financiële markten. Daarop verlangt men nu meer duiding. 

Toen de Fed in de vorige opwaartse rentecyclus vanaf 2015 de beleidsrente begon op te trekken, wachtte ze twee jaar met het laten krimpen van de balans. Een belangrijk verschil met nu is echter dat de werkloosheid eind 2015 nog boven de 5 procent lag. En de (kern-)inflatie onder de 2 procent. Bij de huidige inflatie en werkloosheid, zal de kwantitatieve verkrapping veel sneller beginnen. Wellicht al in de tweede jaarhelft.

 

Turbulente beurzen

In aanloop naar de beleidsbijeenkomst van de centrale bank heerste er de voorbije week onrust op aandelenbeurzen. In de VS ging de S&P500-index 5,7 procent onderuit. Vooral door de rentegevoelige en hoog gewaardeerde groeiaandelen. Op Europese beurzen bleef de schade beperkt tot gemiddeld 1,4 procent (Europe Stoxx 600).

Sommigen vrezen dat door aanhoudend hoge inflatie de Fed nóg forser zal moeten ingrijpen dan momenteel verwacht. Hoewel dit vanzelfsprekend een risico is, lijkt de kans hierop toch te relativeren.

Als de pandemie na de omikron-golf wat meer onder controle komt, kunnen de huidige onevenwichtigheden zich geleidelijk herstellen. Onevenwichtigheden in de vraag bijvoorbeeld. Opnieuw richting een betere spreiding tussen goederen en diensten. Wat bij die eerste categorie de druk op de productie- en aanvoerketens, en dus op de prijs, kan verlichten. 

 

De eerste signalen van afnemende prijsdruk duiken op

 

De eerste signalen hiervan duiken trouwens al op. Zo blijven vrachttarieven voor containervervoer hoog, maar ze brokkelen langzaam af. De Baltic Dry Index, een maatstaf voor de tarieven in het scheepsvervoer van bulk (graan, steenkool en dergelijke), is dan weer teruggevallen tot het niveau van eind 2019. Gelijksoortige signalen van een afnemende prijsdruk komen uit enkele producentenprijzen. Zeg maar de prijs van goederen bij het verlaten van de fabriekspoort, voordat ze in het schap voor de consument liggen. 

Daarnaast is het totaalpakket van waarschijnlijke renteverhogingen en afbouwen van de balans best al fors. Dat maakt de noodzaak voor nóg meer verkrapping, dan waar markten nu al rekening mee houden, minder waarschijnlijk.   

 

Geld blijft goedkoop

Is er dan een gevaar dat de Fed té bruusk op de monetaire rem trapt? En bijgevolg de economie al te veel zuurstof ontneemt, wat een andere factor is waar sommige beleggers mee zitten?

Ook hier lijkt de waarschijnlijkheid niet zo heel groot. Stel dat de centrale bank de beleidsrente in 2022 en 2023 in acht stapjes van 25 basispunten optrekt. Als vervolgens de huidige inflatieverwachtingen correct blijken te zijn (ongeveer 2,5 procent voor 2022 én 2023), impliceert dat een reële rente die nog geruime tijd negatief blijft. Wat de Amerikaanse economie toch aan zou moeten kunnen.

 

Toen in 2015 het groeimomentum terugviel, bond de Fed in

 

Bovendien is het maar de vraag of die acht rentestapjes er inderdaad komen. Zo had de Fed ook eind 2018 plannen om, na een reeks renteverhogingen vanaf 2015, die lijn het jaar daarop door te trekken. Tot de economie het welletjes vond: het groeimomentum viel terug en de centrale bank bond in.

 

Vasthouden aan beleggingsbeleid

Strakker monetair beleid prijkt ongetwijfeld op het lijstje beleggingsrisico’s voor 2022. Daar vertellen we niks nieuws mee.

Maar aanhoudend herstel van de economie en bedrijfswinsten, een kleine kans op verdere aanscherping van het verwachte Fed-beleid en de per saldo laag blijvende reële rente zijn voor ons voldoende redenen om in een gespreide beleggingsportefeuille momenteel vast te houden aan het accent op aandelen.

 

Lager momentum voor VS-economie

Verder op de agenda deze week aandacht voor vertrouwensindicatoren, zoals Amerikaanse en Europese  aankoopmanagersindices (Markit PMI’s), de Duitse IFO-index en de sentimentscijfers vanuit de Europese Commissie. We verwachten een lichte afbrokkeling van de scores, vooral ingegeven door omikron. Het vooruitzicht op een post-omikron-wereld zal echter positief tegenwicht geven.

Tot slot krijgen we de eerste inschatting van de economische groei in de VS in het voorbije kwartaal. De consensus mikt op een cijfer rond 5,5% (kwartaalgroei omgerekend op jaarbasis). Enige weken terug lag die verwachting nog zo’n 2% hoger. Maar een enigszins terughoudende consument vanwege omikron en de inflatie remde eind 2021 het momentum af. Zoals komende vrijdag ook zal blijken uit de cijfers voor de persoonlijke bestedingen in december.              

 

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 24 januari tot

en met 28 januari

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Maandag

Eurozone

Markit PMI Manufacturing (flash)

Jan

57,5

 

 

Markit PMI Services (flash)

Jan

52,2

 

VS

Markit PMI Manufacturing (flash)

Jan

57,0

 

 

Markit PMI Services (flash)

Jan

57,1

Dinsdag

Duitsland

IFO-index

Jan

94,7

Woensdag

VS

Fed-beleidsbijeenkomst

 

 

Donderdag

VS

Orders duurzame goederen MoM

Dec

-0,5%

 

 

BBP QoQ (op jaarbasis)

4Q21

5,4%

Vrijdag

Eurozone

Kredietverlening bedrijven YoY

Dec

3,2%

 

 

Kredietverlening gezinnen YoY

Dec

4,2%

 

 

Economic Sentiment

Jan

114,5

 

VS

Persoonlijk inkomen MoM

Jan

0,4%

 

 

Persoonlijke bestedingen MoM

Jan

0,1%

 


Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot

 

Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom
Auth platform tracking pixel Login page tracking pixel