Hoofdeconoom
De 3 grote centrale banken handelen voorspelbaar
Als de economie naar verwachting evolueert, ebt onrust over de rente uiteindelijk weg.
In het kort:
- Chinese centrale bank verlaagt rente om economie te stimuleren
- Amerikaanse centrale bank mikt voor 2022 op 4 procent groei
- Europese Centrale Bank nuanceert gevaar voor loon-prijsspiraal
De Chinese centrale bank (PBOC) vaart een geheel ‘andere’ monetaire koers dan de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed). De PBOC trapte de macroweek namelijk af met een kleine renteverlaging. Er gaan 5 basispunten af van de zogenaamde One-Year Loan Prime Rate (naar 3,80%), een referentiepunt voor de kortlopende kredietverlening aan gezinnen en ondernemingen.
We verwachten dat China de komende weken nog meer stapjes zet. Zowel de centrale bank als de overheid, die fiscaal zal stimuleren. Waarbij de Chinese beleidsmakers een evenwicht zoeken tussen het groeimomentum van de economie op peil houden en de schuldenberg niet verder laten toenemen. De Chinese overheid wil vooral de economische groei op een voldoende hoog niveau stabiliseren, jaarlijks tussen de 5% tot 6%. Dit om de politieke en sociale rust te bewaren.
Minder brandstof voor de Amerikaanse economie
In de VS lijkt het er ondertussen op dat Joe Biden’s Build Back Better-plan (BBB) niet door de Senaat geraakt. Althans, niet in de huidige vorm. Eén Democratisch senator (Joe Manchin) houdt de wetgeving tegen. Omwille van de kostprijs (bijna 2000 miljard dollar), maar ook vanwege de investeringen in energietransitie, die het plan bevat. Manchin komt uit West Virginia, een staat waar steenkool een belangrijke economische activiteit is.
BBB bevat een belangrijk pakket sociale uitgaven (kinderopvang, goedkoper onderwijs, fiscale steun aan gezinnen met kinderen). Vaak aan bevolkingsgroepen die sterk geneigd zijn iedere extra dollar inkomsten te spenderen. Het uitblijven of wegvallen van die inkomsten neemt bijgevolg een stukje brandstof voor de Amerikaanse economie op de korte termijn weg.
Plannen VS voor energietransitie dreigen in het water te vallen
Belangrijker is echter de structurele impact op de langere termijn. BBB was/is een plan om méér mensen méér kansen te geven. Bijvoorbeeld via toegankelijker onderwijs. Wat een investering is in het groeipotentieel van een economie op de lange termijn. Daarnaast dreigen de grootschalige plannen voor de energietransitie in het water te vallen of in ieder geval vertraging op te lopen.
Tot slot is er de politieke impact: wat betekent deze mislukking van de Democraten voor de tussentijdse Congres-verkiezingen in november? Of zelfs de presidentsverkiezingen van 2024?
Voor het overige is de macro-agenda mager gevuld in de aanloop naar Kerstmis. Laat ons daarom even terugkomen op het centrale-bank-geweld van afgelopen week. In grote lijnen waren de uitkomsten van de verschillende beleidsbijeenkomsten zoals verwacht. Zij het met een lichte beweging richting ‘strenger dan voorzien’. En dat niet alleen omdat de centrale bank van Engeland (BOE) er, ondanks omikron, toch voor koos de beleidsrente op te trekken.
Federal Reserve remt
Door zijn aankoopprogramma’s versneld af te schalen (tapering), opent de Federal Reserve de deur voor twee à drie renteverhogingen in 2022. Wat geen verrassing was. Financiële markten hadden dit al ingeprijsd. Opvallender waren de klemtonen die Fed-voorzitter Jerome Powell legde over de arbeidsmarkt.
Lange tijd ging hij ervan uit dat Amerikanen die de arbeidsmarkt (soms noodgedwongen) moesten verlaten door de pandemie, relatief snel zouden terugkeren. Zodat samen met de krapte op die arbeidsmarkt ook de opwaartse druk op de lonen geleidelijk zou wegsmelten.
Voorlopig is dat slechts mondjesmaat gebeurd. Waardoor de Fed de handdoek feitelijk in de ring gooit. Powell gaf in essentie aan geen flauw idee te hebben óf en wannéér het arbeidsaanbod weer zal toenemen. Terwijl de centrale bank nú wordt geconfronteerd met oplopende lonen en inflatie. En bijgevolg nú wil optreden.
Vanzelfsprekend gaf Powell ook aan dat omikron een potentieel risico vormt voor de economie. Al nuanceerde hij dit ook. Tenminste, zolang we ervan mogen uitgaan dat de huidige vaccins een degelijke bescherming bieden.
Slotsom is dat we de beschouwingen ván en óver de Fed langs twee zijden kunnen bekijken. Een pessimist zal de nadruk leggen op de inflatie en de verkrapping van het monetaire beleid. De optimist focust eerder op het herstel van de Amerikaanse economie dat Powell benadrukte. Voor 2022 mikt de centrale bank op 4 procent groei. Ondanks een verkrapping in het geldbeleid.
Ook ECB neemt langzaam de bocht
Net als de Fed benadrukte ook de ECB dat de economie van de eurozone sterker en weerbaarder is geworden naarmate de pandemie vorderde. Naar verwachting zal de groei volgend jaar gelijkwaardig zijn aan het Amerikaanse cijfer.
Wel moet volgens Frankfurt de piek in de inflatie nog komen (3,2% in 2022). Waarbij in Europa de energieprijzen een meer prominente spelen dan in de VS. Het officiële standpunt van de ECB blijft dan ook dat het vooral tijdelijke effecten zijn die de inflatie omhoog stuwen. Het gevaar van een loon-prijsspiraal wordt genuanceerd.
Nu klopt het inderdaad dat in Europa de lonen minder stijgen dan in de VS. Maar dat kan nog komen. Onze arbeidsmarkt is strakker geregisseerd en minder flexibel. Sectorale, collectieve (loon)afspraken spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol. En die hebben een relatief langzaam aanpassingsvermogen.
Hoe dan ook, in tegenstelling tot de Fed verwacht de ECB geen renteverhoging door te voeren in 2022. Wel schaalt ze de aankoopprogramma’s af. Maar in tegenstelling tot hun Amerikaanse collega’s, gaan de centraal bankiers van de eurozone hierbij niet tot nul. In lijn met de Nederlandse politieke discussies over de zorgkosten, zou je het kunnen omschrijven als ‘minder méér’.
Om deze plannen meteen als ‘tapering’ te bestempelen, zou dan ook te ver gaan. Toch is de bocht in het monetaire beleid ingezet. Minder scherp dan in de VS, maar dat is inherent aan de structuur van de eurozone. Waar ieder stapje in een bepaalde richting vaak niet het predikaat ‘besluit’ verdient, maar eerder dat van ‘compromis’. Tussen noordelijke en zuidelijke lidstaten.
Een volgende stap, namelijk een renteverhoging, is dan ook niet voor morgen. Maar mikten we hiervoor eerst op 2024, of zelfs het jaar erna, dan zou dat best wel eens al in 2023 kunnen gebeuren.
Aandelen sputteren
De reactie van de financiële markten op de ECB was matig. Wat de Fed betreft, leek met name die van valuta- en rentemarkten contra-intuïtief. Zowel de Amerikaanse korte als lange rente daalden, de dollar ging (licht) lager tegenover de euro. Ondanks een versnelde tapering en een nakende aanscherping van de Fed-beleidsrente.
Vooral hoog gewaardeerde groeiaandelen kregen een tik
Beleggers hadden de voorbije weken echter al geanticipeerd op deze aankondigingen. Met een dollar die sinds medio oktober fors is aangetrokken. De Amerikaanse tweejaarsrente verdubbelde bijna sindsdien (van 0,35% naar 0,70%). Bovendien speelt wellicht enige opluchting dat Powell en zijn collega’s reageren op de hoge inflatie. Zodat die niet uit de hand loopt.
Het was trouwens precies om deze laatste reden dat aandelen hoger spurtten naarmate de persconferentie van Powell vorderde.
De laatste twee handelsdagen van de week verliepen dan weer moeizamer. Vooral hoog gewaardeerde groeiaandelen kregen een tik. Een typisch fenomeen als een hogere beleidsrente in de pijplijn zit. Maar voor ons momenteel geen aanleiding om ons accent op aandelen in het beleggingsbeleid aan te passen.
Als de economie en dus bedrijfswinsten naar verwachting evolueren, zal de tussentijdse onrust over de rente uiteindelijk wegebben. Waarbij tegelijkertijd waakzaamheid is geboden of met name de Federal Reserve niet al te driest te werk zal gaan met een te snelle aanscherping van het geldbeleid, wat al te veel zuurstof zou afknijpen voor een economie die het eventueel alsnog moeilijk krijgt door nieuwe coronagolven. Of door aanhoudende politieke patstellingen.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 20 december tot en met 24 december |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Eurozone |
Consumentenvertrouwen |
Dec |
-8,0 |
Donderdag |
VS |
Persoonlijk inkomen MoM |
Nov |
0,4% |
|
|
Persoonlijke bestedingen MoM |
Nov |
0,6% |
|
|
Orders duurzame goederen MoM |
Nov |
1,5% |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom