Hoofdeconoom
Zwakkere euro goed voor export
Economische groei kan vertragen door oplaaiend coronavirus: lagere euro biedt tegenwicht.
En verder:
- Geldverruiming in de VS eerder afgebouwd, in de eurozone niet.
- Euro verliest fors terrein ten opzichte van de dollar.
- Amerikaanse consument moet de economische groei dit kwartaal wat opkrikken.
Sinds enige tijd wint de Amerikaanse dollar fors terrein op de euro. Of andersom: de euro verzwakt. Eind mei noteerde de wisselkoers nog rond de 1,22. Ondertussen is 1 euro net geen 1,13 dollar.
Het monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) legt mede de grondslag voor deze valutabeweging. De timing voor een eerste renteverhoging verschoof geleidelijk van 2024 naar de tweede jaarhelft van 2022. Bovendien kondigde Fed-voorzitter Jerome Powell de start van de zogenoemde tapering aan: het terugschroeven van de aankoopprogramma’s.
De voorziene komst van tapering versnelde vanaf september de opmars van de Amerikaanse dollar. Vanaf begin deze maand verzwakte de euro echter opmerkelijk snel. Afgelopen vrijdag ging er in één klap zelfs 0,65 procent van de wisselkoers af. Een stevige tik voor valutamarkten.
Lagarde houdt ruim beleid aan
De daling van de euro was een reactie op de woorden van Christine Lagarde, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB). Zij herhaalde nog een keer dat het er niet de omgeving naar is om het monetaire beleid al te zeer te verstrakken.
Zelfs de opgelopen energieprijzen lijkt Lagarde eerder te zien als een argument om het beleid ruim te houden dan andersom. Ondanks dat duurdere olie en gas de inflatie opstuwen. Lagarde maakt zich echter eerder zorgen over de negatieve impact op de groei dan over het effect op de inflatie.
Daarnaast flakkert het coronavirus opnieuw op in de eurozone en het ene na het andere land scherpt de maatregelen weer aan. Oostenrijk gaat zelfs weer op slot. Dit alles zorgt ervoor dat een aanscherping van het monetaire beleid in de eurozone op de langere baan wordt geschoven, wat de Amerikaanse dollar relatief aantrekkelijker maakt.
Afzwakkende groei is reëel
Binnen de belangrijkste economieën van de eurozone, lopen vooral in Duitsland de besmettingen op. In Frankrijk, Spanje en Italië blijft het beeld vooralsnog rustiger. Oostenrijk, Nederland en België behoren momenteel tot de meest zorgelijke leerlingen van de West-Europese corona-klas. Het risico dat het economische groeimomentum de komende weken afzwakt, is reëel.
De verzwakte euro kan hiervoor enig tegengewicht bieden. Export maakt bijna 27 procent van het Bruto Binnenlands Product van de eurozone uit. Ter vergelijking: in de VS is dat maar 10 procent. Een goedkopere munt maakt Europese producten aantrekkelijker voor niet-Europeanen.
En verder
Opletten voor dienstensectoren
Deze week staan de indicator van het Duitse economische onderzoeksinstituut IFO en de eerste inschattingen voor de Markit PMI’s (indices van aankoopmanagers) op de macro-agenda: twee indicatoren voor het vertrouwen van Duitse ondernemers in de economie. De verwachting is dat er weinig verandert.
Dat betekent voor de PMI-scores een degelijk niveau, ruim boven de kritische drempel van 50, maar zonder verdere schwung. Waarbij de industrie nog steeds wacht op het wegebben van de disrupties in aanvoerketens. De Duitse industrie kan specifiek tegenwind ondervinden van de hapering in de Chinese groei.
Onze aandacht is echter vooral gevestigd op de dienstensector, want vooral die is gevoelig voor de negatieve impact van corona-restricties. Wellicht is het nog wat vroeg om de verslechtering van de pandemie al in de cijfers terug te zien. Toch is het opletten voor een negatieve verrassing. Vaak wachten consumenten niet op overheidsmaatregelen om zelf alvast wat voorzichtiger te worden.
Rekenen op Amerikaans consument
Voorzichtig consumentengedrag zagen we bijvoorbeeld in de Amerikaanse detailhandelsverkopen over de maand oktober. Het globale beeld was beter dan verwacht, maar dat was vooral te danken aan de verkoop van goederen. Ondanks dalende besmettingscijfers blijft de consument aarzelend in zijn ‘consumptie’ van diensten.
Eind deze week start het holiday season in de Verenigde Staten, vrijdag afgetrapt met Black Friday. Dat levert direct statistieken op over de kooplust van de Amerikanen, iets waar beleggers met grote belangstelling naar uitkijken.
Black Friday levert direct statistieken op over de kooplust van de Amerikanen
Wij blijven op de Amerikaanse consument rekenen om de economische groei dit kwartaal wat op te krikken. In die zin is het uitkijken naar de persoonlijke bestedingen over de maand oktober (publicatie woensdag). Naar verwachting zullen die bijna 1 procent hoger liggen dan de maand ervoor. Oorzaak zijn de aangetrokken arbeidsmarkt en de vermogenseffecten vanuit hogere woningprijzen en aandelenbeurzen.
Nog in de VS krijgen we een inkijkje in de discussies binnen de Federal Reserve. Tijdens de recentste beleidsmeeting besliste de Fed de tapering in gang te zetten. Tegelijkertijd herhaalde ze de boodschap dat de huidige hoge inflatie tijdelijk is. Een beetje een enerzijds-anderzijds-verhaal dus. Deze week verwachten we de notulen van deze bijeenkomst. Wat ons misschien meer zicht kan geven op de interne krachtsverhoudingen tussen de ‘haviken’ en de ‘duiven’. Die laatste blijven vooralsnog in de meerderheid, maar de tegenstellingen tussen de twee groepen zijn scherper geworden.
Veilige havens
Financiële markten weerspiegelden de geluiden uit pandemie-land. Meer beleggers zochten hun heil in de ‘veilige havens’ van staatsleningen, wat de langetermijnrente drukte. In Duitsland ging die van -0,22 naar -0,34 procent. Eerdergenoemde verklaringen van ECB-voorzitter Christine Lagarde gaven dit marktsentiment extra steun. Ze suggereerden dat de ECB forse aankoopvolumes zal aanhouden in haar kwantitatieve verruiming.
Europese aandelen beleefden vrijdag een moeilijke dag na het nieuws over de Oostenrijkse lockdown. Sectoren die hierdoor direct te lijden hebben, zoals hotels, cateraars, fysieke winkels en winkelvastgoedfondsen, gingen vrijdag stevig de verkoop in. We lijken opnieuw te zijn aanbeland in een omgeving die jammer genoeg ‘vertrouwd’ aanvoelt. Eén waarin viruscijfers niet alleen een belangrijk medische parameter zijn, maar evenzeer de cruciale economische.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 22 november tot en met 26 november |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Eurozone |
Markit PMI Services (flash) |
Nov |
53,6 |
|
|
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Nov |
57,2 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Nov |
59,1 |
|
|
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Nov |
59,0 |
Woensdag |
Duitsland |
IFO-indicator |
Nov |
96,7 |
|
VS |
Orders duurzame goederen MoM |
Okt |
0,2% |
|
|
BBP QoQ (jaarbisis, 2de schatting) |
3Q21 |
2,1% |
|
|
Persoonlijke inkomens MoM |
Okt |
0,2% |
|
|
Persoonlijke bestedingen MoM |
Okt |
1,0% |
|
|
FOMC-notulen |
|
|
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom