Hoofdeconoom
Inflatie blijft het economisch nieuws domineren
Zolang centrale bankiers niet overreageren, hebben beleggers vooralsnog weinig te vrezen.
En verder:
- Inflatiedruk in Eurozone en VS, maar gevolgen voor beleggers vooralsnog beperkt
- Mogelijk renteverhogingen mogen niet leiden tot afkoeling van de economie
- We rekenen we voor het lopende kwartaal op aantrekkende bestedingen in de VS
Inflatie domineerde de afgelopen week wederom de economische nieuwsberichten. In de VS is die inflatie ondertussen opgelopen tot 6,2%. De kerninflatie (zonder energie- en voedselprijzen) is iets gematigder, maar ligt alsnog op een stevige 4,6 procent.
Voldoende voor president Joe Biden om aan de alarmbel te trekken. Hij kijkt vooral met een beschuldigende blik naar de energiemarkt. En wil bijvoorbeeld een onderzoek naar marktmanipulatie. Misschien levert zo’n onderzoek iets op, maar het lijkt toch vooral iets voor de politieke bühne.
De oorzaken voor het oplopende prijspeil zijn immers divers en in essentie te herleiden tot de economische basisregel dat er méér vraag dan aanbod is. Krapte dus. Zowel op de arbeids- als op de productenmarkt. Waarbij het moeilijk (niet?) te voorspellen is wanneer de situatie normaliseert. Dit hangt onder meer af van hoe snel het arbeidsaanbod weer toeneemt, scheefgetrokken internationale productie- en transportketens zich herstellen en de (consumenten)vraag zich weer richt op diensten in plaats van goederen.
Minder inflatiedruk in eurozone
Het arbeidsaanbod, de productie- en transportketens en de (consumenten)vraag leiden ook in Europa tot krapte. Zij het in mindere mate en in een andere verhouding. Zo weegt in Europa de hogere energieprijs zwaarder door. Onderliggend zijn de inflatoire krachten gematigder.
De definitieve inflatiecijfers over de maand oktober zullen dat later deze week illustreren. Het algemene cijfer komt net boven de 4% uit, maar exclusief energie valt dat terug tot de helft: rond de 2%. En dat cijfer wordt dan nog ‘opgepompt’ door Duitsland, dat 29% van het globale cijfer van de eurozone vertegenwoordigt. In veel Europese landen ligt de kerninflatie slechts rond de 1,7%. Eigenlijk weinig alarmerend dus.
Agelopen week benadrukte de Europese Commissie nog een keer dat de druk op het prijspeil in het lopende kwartaal wellicht zijn piek bereikt. Om vanaf 2022 geleidelijk af te nemen tot 2,2%, is de verwachting. Dat is een acceptabel niveau. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) zit op die lijn van een inzakkende inflatie.
Reactie van markten relatief beperkt
Conclusie blijft dat we vooral het Amerikaanse inflatieplaatje in de gaten moeten houden.
Vanuit de Federal Reserve (Amerikaanse Centrale Bank — de Fed) kwam er vooralsnog weinig reactie op de recentste cijfers. Financiële markten reageerden wél, al bleef die reactie binnen de perken. De Amerikaanse 10-jaarsrente liep weliswaar op, maar bleef onder de 1,60%. Hetzelfde niveau als een maand terug.
Aandelen zetten initieel een stapje terug, maar ook hier viel de uiteindelijke beweging mee. De Amerikaanse aandelenbeurs S&P 500 sloot de week amper 0,31% in de min af. De technologiebeurs Nasdaq had met -0,49% iets meer last. Groeibedrijven ondervinden traditioneel meer hinder van een hogere rente. Dergelijke ondernemingen zijn minder vertegenwoordigd op Europese aandelenmarkten. De Europe Stoxx 600 sloot de handelsweek 0,68% hoger af.
Vermijden van beleidsfout
Inflatie zal de gemoederen nog een hele tijd bezighouden. Zolang de verwachting van het tijdelijke karakter gerechtvaardigd is, hoeft dat voor aandelenmarkten geen al te groot probleem te zijn. Vooral niet als ondernemingen erin slagen hun marges op peil te houden, zoals dat nu nog steeds het geval is. Enige prijsdynamiek in de economie werkt zelfs ondersteunend voor aandelen.
Pas als de toon van de centrale banken, en dan vooral van de Fed, verandert, kan de sfeer structureel omslaan. En dan niet zo zeer omdat snelle renteverhogingen dan waarschijnlijker worden. Die snelle renteverhogingen op zichzelf zijn verteerbaar voor beleggers, maar ze mogen niet leiden tot een al te forse afkoeling van de economie. Want dát is wellicht het grootste gevaar: dat centrale bankiers uiteindelijk alsnog doorschieten in hun beoordeling van de inflatie en te driest de beleidsrente optrekken.
In een economie die nog steeds 3% kleiner is dan zonder corona het geval zou zijn geweest en met een virus dat op de loer blijft liggen, kan zo’n ‘beleidsfout’ voor markten uiteindelijk vervelender zijn dan de timing van een renteverhoging die een paar weken eerder of later valt dan momenteel verwacht.
En verder
Blik op Amerikaanse consument
Onze aandacht gaat deze week uit naar de oktobercijfers van de industriële productie en detailhandelsverkopen in de VS.
Nadat de Amerikaanse consument het in het derde kwartaal enigszins liet afweten, rekenen we voor het lopende kwartaal op aantrekkende bestedingen. Anders dan in Europa verbetert het virusbeeld in de VS. Daarnaast trekt de arbeidsmarkt verder aan: in september wisselde zelfs een recordaantal Amerikanen van baan: 4,4 miljoen (JOLTS-rapport — Job Openings and Labor Turnover Survey).
Bovendien denkt een kwart van de werknemers de komende 12 tot 18 maanden van baan te veranderen of met pensioen te gaan. Voorlopig blijft die Amerikaanse arbeidsmarkt gespannen. Dat zou het vertrouwen bij consumenten moeten voeden, mede door de hogere salarissen. Die compenseren de gestegen prijzen en houden de koopkracht op peil.
De Amerikaanse modale burger — Joe Sixpack — zit daarnaast nog op een berg spaargeld, die hij de voorbije maanden opbouwde. Dit spaargeld bedraagt meer dan 10% van het Bruto Binnenlands Product, zodat er financiële munitie genoeg is om de detailhandelsverkopen op te zwepen.
Nog geen herlancering Chinese economie
De cijfers uit China over de industriële productie (+3,5%) en detailhandelsverkopen (+4,9% jaar-op-jaar) in oktober zijn beter dan verwacht. Dit betekent nog niet dat de Chinese economie definitief weer de weg omhoog heeft gevonden. De vastgoedsector koelt immers flink af: de huizenprijzen daalden in oktober met 0,25% op maandbasis en de investeringen in nieuwbouw met 7,7% op jaarbasis. En nieuwe virusuitbraken kunnen leiden tot aangescherpte restricties, die de Chinese economie in de weg zitten.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 15 november tot en met 19 november |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
VS |
Detailhandelsverkopen MoM |
Okt |
0,7% |
|
|
Industriële productie MoM |
Okt |
0,7% |
Woensdag |
Eurozone |
CPI-inflatie YoY |
Okt |
4,1% |
|
|
CPI kern-inflatie YoY |
Okt |
2,1% |
|
VS |
Opstartende woningbouw MoM |
Okt |
2,3% |
|
|
Bouwvergunningen MoM |
Okt |
4,5% |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot
Hoofdeconoom