Hoofdeconoom
Vervelend voor Europa: de Chinese economie groeit minder hard
Chinese beleidsmakers balanceren tussen stimuleren economie en beperken schulden.
En verder:
- Afwachten of maatregelen om Chinese economie te stimuleren effect hebben
- Wij verwachten geen grote problemen door mindere economie in China
- Vooruitzichten bij kwartaalresultaten bedrijven trekken de aandacht
De Chinese economie verliest tempo. Dat is vervelend voor China, maar ook voor Europa. Omdat 10% van de Europese export naar China gaat. Ter vergelijking: de uitvoer naar de Verenigde Staten is de helft lager. China is een belangrijke afnemer van Europese goederen.
In het derde kwartaal groeide de Chinese economie 4,9% (jaar op jaar). In het tweede kwartaal was dat nog 7,9%. Verstoringen door nieuwe uitbraken van het coronavirus en bijhorende lockdowns, stroomtekorten, problemen in de vastgoedsector, teruggeschroefde economische stimulering door de overheid en aangescherpte wetgeving voor bedrijven om de welvaart meer te verdelen laten zich voelen in de Chinese economie.
Meer krediet en hypotheken is de wens
Monetaire beleidsmakers namen al maatregelen om de Chinese economie extra zuurstof te geven. De centrale bank Peoples Bank of China verlaagde in juli de eisen voor kasreserves voor banken. Die hoeven dus minder geld ‘in kas’ te houden en dat biedt ruimte om de kredietverlening op te schroeven. Maar dat gebeurt slechts mondjesmaat. Misschien gaan de centrale bankiers de komende maanden een stapje verder en verlagen ze de rente om de economie voldoende te laten groeien.
De problemen in de vastgoedsector zullen niet onmiddellijk verdwijnen. Het aantal nieuw verkochte woningen is 25% onder het niveau van 2019. Met het debacle van vastgoedontwikkelaar Evergrande in het achterhoofd zijn huizenkopers terughoudend. Ze zijn onzeker of ontwikkelaars wel kunnen leveren en wat er gebeurt met de aanbetalingen als vastgoedonderneming in gebreke blijft. Vastgoed vertegenwoordigt ongeveer 30 procent van de Chinese economie.
Ook voor de vastgoedmarkt kwamen monetaire beleidsmakers al in actie. Banken krijgen meer ruimte om hypotheken aan te bieden.
Veel vraagtekens bij Chinese economie
Toch is het afwachten of de maatregelen om banken meer kredieten en hypotheken te laten verstrekken en eventuele renteverlagingen veel effect hebben op de Chinese economie. De problemen van de Chinese vastgoedsector zitten immers aan de aanbodkant en bij speculatie op hogere vastgoedprijzen. Dat laatste wil de overheid eigenlijk beteugelen. Balansen van vastgoedontwikkelaars zitten vol schuld. De Chinese overheid legde vanaf medio 2020 strikte criteria op om dit niet verder te laten escaleren.
Bijna 90 procent van de kopers op de Chinese huizenmarkt bezit al één of meerdere woningen. Gunstigere financieringsvoorwaarden dreigen een woning als belegging nóg aantrekkelijker te maken, maar ondermijnen de betaalbaarheid verder.
Chinese beleidsmakers moeten in het algemeen een moeilijk evenwicht vinden tussen de economie van voldoende financiële zuurstof voorzien en toch de schulden niet verder laten toenemen. Het Chinese economische plaatje is omgeven met vraagtekens. Die worden groter als de export de komende maanden ook vertraagt. De Chinese export heeft momenteel nog de wind in de zeilen door de wereldwijd aanhoudende vraag naar goederen nu de coronapandemie lijkt geluwd. Op enig moment kan die vraag echter afkoelen als de vraag zich normaliseert in het post-coronatijdperk.
Geen problematische vormen
Wij gaan er momenteel niet vanuit dat de afkoeling van de Chinese economie al te problematische vormen aanneemt. Lokale overheden gaven in de eerste jaarhelft minder uit dan hun begroting toelaat. Zodat vanuit die hoek nog wat impulsen kunnen komen. Ook de Chinese consument kan voor economische groei zorgen. Detailhandelsverkopen haakten in september weer aan met een groei van 1,8% (maand op maand), na de krimp in augustus. Daarnaast trekt de dienstensector aan naarmate corona onder controle komt.
Deze week op de economische agenda
Resultatentrein goed vertrokken
De eerste inschattingen van de inkoopmanagersindices (Markit PMI’s) zijn deze week het zwaartepunt op de economische agenda. Naar verwachting zullen die bevestigen dat de economische activiteit in zowel de Verenigde Staten als in Europa op een degelijk niveau blijft. Met weliswaar een terugvallend momentum als gevolg van de inmiddels bekende factoren: disrupties in productie- en aanvoerketens en krappe arbeidsmarkten. Dit laatste vooral in de VS. De cijfers over de Amerikaanse industriële productie in september zullen deze ontwikkelingen bevestigen (cijfers maandagmiddag).
Verder zullen vooral de bedrijfsresultaten de aandacht van aandelenbeleggers opeisen. In de VS is die resultatentrein al vertrokken. De eerste indicaties van de derdekwartaalcijfers zijn goed, waarbij het vooral over de winsten van de grootbanken ging. Veel banken overtroffen de winstverwachtingen. Dat was één van de redenen voor het sterke slot van de afgelopen beursweek.
Goede bedrijfscijfers zullen aandelenkoersen de komende weken blijven steunen. De verwachtingen liggen namelijk relatief laag, zodat de kans op meevallers groter is dan op tegenvallers. Voor de Amerikaanse markt (brede aandelenindex S&P 500) verwachten analisten voor het derde kwartaal een gemiddelde winststijging van ongeveer 28% tegenover het derde kwartaal van 2020. Dat is weliswaar fors, maar minder sterk dan de cijfers in het tweede kwartaal conform het lagere toerental waarnaar het economische herstel schakelde.
Voor Europa (brede aandelenindex Stoxx Europe 600) zijn de verwachtingen iets hoger. Onder impuls van de energiesector zou de gemiddelde winst met bijna 50% moeten zijn toegenomen. Rekenen we die sector echter niet mee, dan zijn de projecties in lijn met de Amerika: een 32% hogere winst tegenover een jaar geleden.
Gespitste oren bij vooruitzichten
Naast de kwartaalresultaten zullen beleggers vooral hun oren spitsen bij de verwachtingen die ondernemingen formuleren. Vooral als het gaat over het kunnen doorberekenen van de toegenomen inputkosten aan afnemers en/of de mate waarin bedrijven erin slagen om voldoende medewerkers aan te trekken in de krappe arbeidsmarkt. Dat zal voor de ene sector of onderneming lastiger zijn dan voor de andere.
De interpretatie van de vooruitzichten van ondernemingen wordt een tweesnijdend zwaard. Enerzijds is het goed als ondernemingen hun toegenomen kosten kunnen verhalen op klanten. Het houdt hun winstmarges op peil. Anderzijds impliceert het kunnen doorberekenen dat de inflatoire druk aanhoudt. Terwijl die hogere inflatie nu net een zorgpunt is op financiële markten.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 18 oktober tot en met 22 oktober |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
VS |
Industriële productie MoM |
Sep |
0,2% |
Dinsdag |
VS |
Opgestarte woningbouw |
Sep |
1,63mio |
Donderdag |
Eurozone |
Consumentenvertrouwen |
Okt |
-5,3 |
Vrijdag |
Eurozone |
Markit Services PMI (flash) |
Okt |
55,4 |
|
|
Markit Manufacturing PMI (flash) |
Okt |
57,5 |
|
VS |
Markit Services PMI (flash) |
Okt |
54,0 |
|
|
Markit Manufacturing PMI (flash) |
Okt |
60,4 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom