Hoofdeconoom
Kwartaalresultaten bedrijven stemmen hoopvol voor rest van het jaar
Amerika laat zien dat het hard kan gaan met omzet en winst als samenleving en economie heropenen.
En verder:
- Opmerkelijke uitspraak Janet Yellen over verhogen Amerikaanse rente
- Groei werkgelegenheid in VS valt tegen
- Uitkijken naar cijfers over inflatie, detailhandelsverkopen en industriële productie
Beleggers wachten nog op de laatste wagonnetjes van de resultatentrein, maar het grootste deel van de eerstekwartaalcijfers van bedrijven is ondertussen gepasseerd. En met een ongewijzigd beeld: de winstcijfers in het eerste kwartaal blijven de verwachtingen van analisten kloppen. In de Verenigde Staten presteerde 87% van de ondernemingen ben dan analisten hadden voorzien, in Europa 72%.
En de mate van boven verwachting betere kwartaalresultaten van bedrijven is van een grootte die voor het uitbreken van de Covid-19-crisis ondenkbaar was: respectievelijk 24% en 18% voor Amerikaanse en Europese ondernemingen. Het is een illustratie dat niet alleen viruscurves exponentiële kenmerken hebben. Vanaf een laag niveau kan het ook in een economie hard gaan.
Niet alleen de bedrijfswinsten komen boven verwachting uit, de omzet doet dat eveneens. In Europa zijn er gemiddeld 4% méér verkopen dan een jaar geleden, maar vooral in de VS boeken bedrijven een hogere omzet van gemiddeld 11%. Het weerspiegelt voorlopig het verschil in vaart tussen de Amerikaanse en Europese economie.
Hefboom op bedrijfscijfers
Ook al loopt de Europese economie nu achter op de Amerikaanse, wat we in de VS zien stemt hoopvol voor de eurozone. Het suggereert dat zelfs een geleidelijke en gedeeltelijke heropening van de samenleving en van de economie een hefboom op bedrijfscijfers zet. Nu de Europese vaccinatiecampagne geleidelijk haar achterstand op de Angelsaksische campagnes inloopt, zal dat de prestaties van de economie én van bedrijven in het tweede en derde kwartaal ten goede komen.
Hoewel de reactie van beleggers op de degelijke vooruitzichten vaak gematigd is, sloot de brede Europese aandelenindex STOXX Europe 600 vorige week toch 1,7% hoger af. De brede Amerikaanse aandelenindex S&P 500 steeg 1,2%.
Technologiebeurs Nasdaq (-1,5%) had het moeilijker. Uitspraken van de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen over de mogelijke noodzaak om de rente op te trekken, hielpen niet echt mee. Groeiaandelen zijn traditionele gevoelig voor bewegingen van de rente.
Uitschuiver van Yellen?
Yellen nuanceerde achteraf haar uitspraken over het verhogen van de rente. Maar ze blijven opmerkelijk. Sowieso vraagt de onafhankelijkheid van de centrale bank behoedzaamheid van politici als ze het over monetaire aangelegenheden hebben. En al helemaal als die politicus nog niet zo heel lang geleden zelf op de voorzittersstoel van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed)zat. Dat geeft haar woorden extra dimensie.
Misschien sprak hier de ‘econoom Yellen’ en niet de ‘politicus’. In dat geval mogen we het als een uitschuiver klasseren. Maar dan wel één die tegenstanders van de grootscheepse stimulerings- en investeringsplannen van haar baas president Biden maar wat graag zullen aangrijpen in hun politieke strijd.
Wellicht in reactie op Yellen’s verklaringen herhaalden verschillende monetaire beleidsmakers van Fed geen reden te zien om hun plannen aan te passen. Er is nog geruime tijd een zeer ruim geldbeleid. Vooralsnog geen krimp in de volumes van het aankoopprogramma voor obligaties, laat staan een renteverhoging.
Zwak arbeidsmarktrapport
Het Amerikaanse arbeidsmarktrapport voor april viel tegen. Er kwamen niet 1 miljoen banen bij, zoals verwacht, maar slechts 266.000. Dat lijkt de ruimhartige begrotingsplannen van Biden en het soepele geldbeleid van de Fed alvast te verantwoorden.
Ondanks de lagere werkgelegenheid was het gemiddelde uurloon in april 0,7% hoger dan in maart. Dat is opvallend, omdat vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt nieuwe banen bijkomen. Je zou verwachten dat het gemiddelde uurloon dan daalt, maar niet dus.
Misschien betekent dit dat werkgevers fors in de buidel moeten tasten om werklozen, die voorlopig nog van verhoogde uitkeringen genieten, alsnog te lokken. Anekdotes wijzen in die richting. Zo zijn er vestigingen van McDonalds die sollicitanten betalen om zich überhaupt te kómen melden. Ook de slechts gedeeltelijke heropening van scholen en kinderopvang kan meespelen.
Als de hogere uurlonen een tijdelijk fenomenen zijn, dan is er geen probleem. Blijft het een trend naarmate de economie verder heropent, dan kan de opwaartse loondruk escaleren met gevolgen voor de inflatie.
De economische agenda deze week
Amerikaanse inflatie richting 4%
Het is deze week uitkijken naar het Amerikaanse inflatiecijfer voor april (publicatie woensdag). Dat kruipt wellicht richting 4%, vooral onder impuls van opgelopen grondstofprijzen zoals olie. De onderliggende kern-inflatie, die zonder de energie- en voedselprijzen een genuanceerder beeld van de inflatiedruk geeft, zal gematigder zijn.
Verder krijgen we de Amerikaanse detailhandelskopen in april (publicatie vrijdag). Mocht de Amerikaanse economie de komende maanden ‘oververhitten’, dan is dat wellicht grotendeels de ‘schuld’ van de consument. Door de beperkende coronamaatregelen met gesloten winkels en de breed uitgestrooide financiële steun van de overheid liepen spaartegoeden op tot iets van 10% van het bruto binnenlands product (BBP). De mate en snelheid waarmee dit spaargeld gespendeerd wordt is een belangrijke factor voor het aankomende inflatiecijfer.
Aanvoerproblemen industrie
In Duitsland bevestigde het verloop van de industriële productie de veelbesproken disrupties in aanvoerketens. Zoals het tekort aan chips. Tegenover februari 2020, net voordat corona toesloeg, is het industriële volume nog steeds 4,3% lager. In de automobielsector is dat zelfs 21%, ondanks het forse herstel en aanhouden van de vraag. De disrupties gaan verder dan alleen microprocessoren. Bijna de helft van de Duitse ondernemingen rapporteert problemen in de toevoer van componenten.
In Europese landen als Frankrijk en Spanje, en ook in Amerika, is er een vergelijkbare de situatie. Deze week volgen nieuwe cijfers over de industriële productie in zowel de eurozone als de VS.
Het is moeilijk in te schatten wanneer de hinder van haperende aanvoer van de baan is. Voor chips is dat zeker niet op korte termijn en op z’n vroegst wellicht naar het jaareinde toe. Het is niet enkel een probleem van productiecapaciteit. Ook ‘hamstergedrag’ van met name China speelt mee.
Wellicht levert de disruptie in de aanvoerketen enige tegenwind voor het economisch herstel op. We houden het in de gaten, omdat problemen in één schakel van de aanvoerketen snel kunnen doorspijpelen naar andere sectoren. Daarnaast lijdt schaarste tot stijgende prijzen en dus tot inflatie.
Tegelijkertijd past enige nuancering bij haperingen in de industriële aanvoer. Naarmate samenlevingen weer opengaan rekenen we bijvoorbeeld vooral op de dienstensectoren om de turbo op de economische groei te zetten. En diensten vertegenwoordigen meer dan driekwart van het volume in ontwikkelde economieën. Industrie speelt een kleinere rol.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 10 mei tot en met 14 mei |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
China |
Netto-leningen YoY |
Apr |
12,5% |
|
|
Total Social Financing YoY |
Apr |
|
|
Duitsland |
ZEW-index |
Mei |
71,0 |
Woensdag |
Eurozone |
Industriële productie MoM |
Maa |
0,6% |
|
VS |
CPI-inflatie YoY |
Apr |
3,6% |
|
|
CPI kern-inflatie MoM |
Apr |
2,3% |
Vrijdag |
VS |
Detailhandelsverkopen MoM |
Apr |
0,2% |
|
|
Industriële productie MoM |
Apr |
1,1% |
|
|
Consumentenvertrouwen (U. Mich) |
Apr |
90,3 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom