Hoofdeconoom
Luc Aben houdt de ontwikkeling van de Amerikaanse inflatie in de gaten
Het daadwerkelijk stijgen van de prijzen kan pas de afgelopen weken zijn begonnen.
En verder:
- Amerikaanse centrale bank Fed gaat uit van tijdelijk hogere inflatie
- China moet wachten op economisch herstel in de rest van de wereld
- Europese industrie lijdt onder gebrek aan chips
Aandelenmarkten zetten vorige week, na een korte aarzeling, hun opmars verder voort. Vooral Amerikaanse aandelen deden het goed met een stijging van 2,7% voor de S&P 500-index. Steun kwam daarbij van rust op de obligatiemarkt: de Amerikaanse tienjaarsrente viel licht terug van 1,72% naar 1,66%. Dat was gunstig voor groeiaandelen, zoals technologie-aandelen, want die zijn traditioneel gevoelig voor rentebewegingen. Technologie-index Nasdaq 100 klom bijna 4% hoger.
Uit de notulen van de laatste beleidsvergadering van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve, bleek een brede overeenstemming onder de bestuursleden dat de aankomende opstoot van de inflatie een tijdelijk fenomeen zal zijn.
De oplopende inflatie blijft niet beperkt tot de industrie. De ISM Non-Manufacturing (sentimentsindex voor inkoopmanagers in de dienstensector) suggereerde ook prijsdruk in de dienstensector. Maar de centrale bankiers blijven vooralsnog onbezorgd. Een sneller dan verwachte verhoging van de beleidsrente is voor hen een onwaarschijnlijk scenario.
Amerikaanse inflatie loopt licht op
Maar loopt de inflatie in Amerika al op? Het belangrijkste item in de economische agenda deze week is de Amerikaanse inflatie in maart (publicatie dinsdag). Economen gaan voor de kerninflatie, zonder rekening te houden met prijzen voor energie en voeding, uit van een 0,2% hoger algemeen prijspeil ten opzichte van februari. Dat is slechts een lichte versnelling. In februari was de kern-inflatie 0,1% tegenover januari.
Toch is het uitkijken of de prijzen in de afgelopen weken niet meer zijn gestegen. Zo kreeg Joe Sixpack de cheques van de laatste overheidssteun binnen. En de voortvarende vaccinatiecampagne ondersteunt het vertrouwen van consumenten en bedrijven. Vrijdag verwachten we het consumentenvertrouwen zoals de University of Michigan dat meet. Dat vertrouwen is zichtbaar in de detailhandelsverkopen in maart: een groter vertrouwen in de economie betekent meer aankopen. Cijfers over de naar verwachting sterke detailhandelsverkopen krijgen we donderdag.
Nu is het zo, dat ook de Amerikaanse economie nog een hele weg heeft af te leggen richting volledige heropening. Met de bijhorende stijging van de inflatie. Het is niet uitgesloten dat die opwaartse beweging van het algemene prijspeil in de afgelopen weken startte. Dat kan een eventuele schrikreactie op de obligatiemarkt tot gevolg hebben.
Minder steun voor Chinese economie
De Chinese aandelenbeurs blijft het ondertussen moeilijk hebben. Sinds de top begin februari, verloor de CSI 300 (de grootse ondernemingen op de beurzen van Shanghai en Shenzhen) al zo’n 14%. Vorige week ging er ongeveer 2% van de koerswinst af.
Bij de koersdalingen voor Chinese aandelen speelt naast het optreden van de overheid (denk onder andere aan de kartelboete voor Alibaba) ook de vrees voor inflatie een rol. Chinese producentenprijzen tonen oplopende prijzen, zodat de Chinese centrale bank Peoples Bank of China banken alvast aanzet om hun kredietverlening te temperen.
Als Chinese banken minder krediet gaan verstrekken, dan zal de Chinese economie dit jaar vanuit die hoek minder steun krijgen. Sommige analisten vrezen zelfs dat het Chinese monetaire beleid de komende maanden nog restrictiever wordt.
Wij stipten eerder al aan dat China als het ware moeten ‘wachten’ op de rest van de wereld voor een verder herstel van zijn economie. De ondersteunende maatregelen voor de Chinese economie van zowel de overheid als centrale bank gaan stilaan een tandje lager. Dat weerspiegelt zich op financiële markten.
China komt deze week met cijfers over de detailhandelsverkopen, internationale handel, kredietverlening, industriële productie en de groei van de economie in het eerste kwartaal. In vergelijking met vorig jaar zullen die stevig zijn gestegen. Maar dat geeft tegelijkertijd een vertekend beeld, want in het eerste kwartaal van 2020 had de coronacrisis de Chinese economie platgelegd.
Europese industrie wacht op chips
De detailhandelsverkopen in de eurozone zullen minder uitbundig zijn dan in de Verenigde Staten. En wij verwachten dat dit beeld niet verandert tot mei of juni. Maandag komen de cijfers voor februari.
De industriële productie in Europa ondervindt stevige hinder van de verstoorde aanvoer van chips. Woensdag komen er cijfers voor februari. In Duitsland en Frankrijk ging de productie van transportmiddelen maand-op-maand respectievelijk met 5,5% en 11,3% onderuit.
Hoewel van voorbijgaande aard kan de disruptie door een gebrek aan chips nog enige maanden aanhouden. En dan net in een periode waarin we toch op de industrie moeten rekenen om de groei van de Europese economie enigszins te ondersteunen. Maar dit komt niet als een verrassing, zodat we de komende dagen geen significante impact op financiële markten verwachten.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 12 april tot en met 16 april |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
Eurozone |
Kleinhandelsverkopen YoY |
Feb |
-5,4% |
|
China |
Uitstaande leningen YoY |
Maa |
12,6% |
Dinsdag |
China |
Export YoY |
Maa |
35,5% |
|
|
Import YoY |
Maa |
23,3% |
|
Duitsland |
ZEW-index |
Apr |
79,5 |
|
VS |
CPI-inflatie YoY |
Maa |
2,5% |
|
|
CPI-kerninflatie YoY |
Maa |
1,6% |
Woensdag |
Eurozone |
Industriële productie YoY |
Feb |
-0,9% |
Donderdag |
VS |
Kleinhandelsverkopen MoM |
Maa |
5,5% |
|
|
Industriële productie MoM |
Maa |
2,8% |
Vrijdag |
China |
Industriële productie YoY |
Maa |
17,2% |
|
|
Kleinhandelsverkopen YoY |
Maa |
28,0% |
|
|
BBP YoY |
1Q21 |
18,9% |
|
VS |
Consumentenvertrouwen (U. Mich) |
Apr |
88,9 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom