Luc Aben voorziet meer aandacht voor oplopende inflatie in Europa en Amerika

Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom
  1. Inspiratie
  2. Beleggen
  3. Luc Aben voorziet meer aandacht voor oplopende inflatie in Europa en Amerika

Luc Aben voorziet meer aandacht voor oplopende inflatie in Europa en Amerika

08 februari 2021
De kiemen voor hogere inflatie zijn aanwezig, beleggers moeten daarmee rekening houden.

De kiemen voor hogere inflatie zijn aanwezig, beleggers moeten daarmee rekening houden.

 

En verder:

  • De stijging van de Amerikaanse langetermijnrente is verteerbaar
  • Situatie op Amerikaanse arbeidsmarktvan belang voor beleid Fed
  • Reactie van centrale banken en financiële markten op hogere inflatie is aandachtspunt

De Amerikaanse consumenteninflatie in januari is deze week de blikvanger in de macro-economische agenda. Economen rekenen op een beperkte stijging van 1,5% (jaar-op-jaar). Dat is nog ruim onder het niveau van circa 2% dat de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) wenst.

Niettemin ontwikkelt de oplopende Amerikaanse inflatie als gevolg van de grootscheepse stimulering van de economie door de Fed (monetair) en overheid (fiscaal) zich als één van de aandachtspunten voor 2021 voor beleggers. Maar dat is vooral iets voor de tweede helft van het jaar.

De kiemen voor hogere inflatie zijn aanwezig. Neem de ISM Non-Manufacturing index (economisch vertrouwen van inkoopmanagers in de dienstensector) in januari. Ondanks het hoge aantal coronabesmettingen en de beperkende maatregelen in de Verenigde Staten scoorde de index in januari 58,7. Dat was hoger dan in december én ruim boven 50, de grens tussen  economische krimp van groei.

Opmerkelijk bij de ISM Non-Manufacturing index was de sub-index die de prijsontwikkeling peilt. Die kwam uit op 64,2 en staat daarmee tegen het hoogste niveau in de afgelopen drie jaar aan. Eenzelfde constatering geldt voor de productiesector, met een prijsindex bij de ISM Manufacturing van maar liefst 82,1 in januari. Hogere kosten voor grondstoffen en transport waren de veroorzakers. 

Nu de VS vaart maakt met vaccineren, veel staten hun lockdowns wat losser maken en bijkomende begrotingssteun van de overheid onderweg is, kan het economische momentum verder versnellen.

 

Turbulentie op financiële markten

De inflatie kan onder invloed van het positieve economische momentum versnellen. Mocht de toenemende inflatie leiden tot een eerder dan verwachte renteverhoging door de Fed of tot een opstoot bij de langetermijnrente, dan zijn turbulenties op financiële markten niet uitgesloten. Vooralsnog rekenen economen met een beperkte stijging van de langlopende rente. Gemiddeld staan de taxaties op 1,35% voor het eind van 2021. Bij een huidige inflatie van 1,19% is die stijging nog acceptabel en verteerbaar voor financiële markten. Een onverwachte felle uitbraak kan wel even voor turbulentie zorgen.

Een nuancering bij de oplopende inflatie en eventuele rentestijging is op zijn plaats. Zo is er een fundamenteel verschil tussen een oplopend prijspeil omdat de economie structureel ‘in overdrive’ staat en tijdelijk meer inflatie wegens basiseffecten. Denk bij dit laatste aan energieprijzen die herstellen van hun crash in het voorjaar van 2020. Of aan zwaar door Covid-19 getroffen sectoren als toerisme en recreatie die hun prijzen weer op een normaler niveau brengen na de uitverkooptarieven vorig jaar. Daarnaast verdwijnen de structurele krachten die de afgelopen jaren tot lage inflatie hebben geleid zoals digitalisering, globalisering en vergrijzing niet zomaar.

 

Arbeidsmarkt centraal

Een belangrijke parameter om de Amerikaanse economische situatie te beoordelen is de arbeidsmarkt worden. Officieel bedraagt de Amerikaanse werkloosheid 6,3%. Dit cijfer houdt echter geen rekening met de vier miljoen Amerikanen die de arbeidsmarkt het afgelopen jaar hebben verlaten en die niet langer op zoek zijn naar een baan en die niet langer wensen te participeren in het arbeidsmarkt.

Tellen we deze groep van 4 miljoen Amerikanen zonder baan wél mee, dan is de werkloosheid eerder rond de 10%. Volgens schattingen bedraagt het Amerikaanse banenverlies in absolute getallen nu nog circa 10 miljoen ten opzichte van het niveau pré-corona. 

De vraag is óf en wannéér deze mensen terugkeren op de arbeidsmarkt. Is er bij hen sprake van slechts een tijdelijke ontmoediging om weer aan het werk te gaan, bijvoorbeeld door een bezwaard ‘corona-gemoed’? Of keren zij nooit meer terug naar de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld omdat ze dicht bij hun pensioen zijn? De antwoorden op deze vragen bepalen mede hoe omvangrijk de uiteindelijke arbeidsreserve is om de heropleving van de economie zonder loon- en prijsdruk op te vangen. Met andere woorden dat er geen schaarste aan personeel is.

 

Reactie Fed

Het is ook belangrijk hoe de Federal Reserve tegenover ontwikkelingen op de arbeidsmarkt staat. Voorzitter Powell beklemtoonde meermaals te streven naar een ‘inclusieve arbeidsmarkt’. Dit suggereert een streven naar een zo hoog mogelijke participatiegraad en een verleiden van de groep van vier miljoen Amerikanen om weer deel te nemen aan de arbeidsmarkt.

Een logisch gevolg van het streven van de Fed naar een inclusieve arbeidsmarkt is dan om het monetaire beleid voldoende lang voldoende ruim te houden. Bijvoorbeeld door niet te snel de beleidsrente te verhogen of het aankoopprogramma voor obligaties (de kwantitatieve verruiming) slechts héél geleidelijk af te bouwen.

Het verloop van de Amerikaanse inflatie én de reactie van zowel de Fed als de financiële markten daarop is één van de aandachtspunten voor de komende maanden. Met een hele reeks relevante economische parameters voor de uiteindelijke uitkomst.

Olivier Blanchard, oud-hoofdeconoom van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waarschuwde het Amerikaanse Congres het afgelopen weekend alvast om niet al te driest te werk te gaan bij het goedkeuren van de nieuwe begrotingssteun van president Biden. Waarop econoom en Nobelprijswinnaar Paul Krugman dan weer onmiddellijk zijn steun vóór massale financiële impulsen voor de economie uitsprak. Om maar te illustreren: het debat leeft.

 

Europese inflatie loopt op

In de eurozone liep de inflatie in januari pittig op. Consumentenprijzen (exclusief energie, voeding, alcohol en tabak) stegen 1,4% jaar-op-jaar. In december was de prijsstijging nog slechts 0,2%. Het waren afgelopen maand echter veel eenmalige factoren die de prijzen opdreven en die in februari weer opgedaan worden gemaakt.

We moeten voor de komende maanden rekenen op tijdelijk hogere inflatiecijfers in euroland. De lage energieprijzen van het voorjaar 2020 lopen uit de statistieken en het verder opengaan van de economie zal leiden tot prijsstijgingen in diverse dienstensectoren. Toch zien we op de langere termijn inflatieverwachtingen gedrukt blijven. Bij inflatie-gerelateerde Duitse obligaties rekenen beleggers voor de komende vijf jaar met een jaarlijkse inflatie van 1,0%. Wel zien we, dat de Duitse 10-jaarsrente minder negatief wordt (-0,42%) doordat de Amerikaanse evenknie iets oploopt. Die koppeling is momenteel duidelijk aanwezig.

 

 

Belangrijke macro-economische publicaties

Van 08 februari tot

en met 12 februari

Publicatiedag

Regio

Publicatie van

Periode

Consensus

Woensdag

VS

CPI-inflatie YoY

Jan

1,5%

 

 

CPI kern-inflatie YoY

Jan

1,5%

Vrijdag

VS

Consumentenvertrouwen (flash)

Jan

80,7

 

Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.

 

 

 

Luc Aben
Luc Aben
Hoofdeconoom
Auth platform tracking pixel Login page tracking pixel