Hoofdeconoom
Luc Aben: coronacrisis verhult negatieve gevolgen brexit
De Covid-19-pandemie is eindig, maar de brexit is een structureel economisch gegeven.
En verder:
- De Fed komt niet met extra steun voor Amerikaanse economie
- Steun van Amerikaanse overheid voor consumenten en bedrijven is noodzakelijk
- Economisch vertrouwen van ondernemers in Europese dienstensector blijft laag
De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk komen nog met een uiterste krachtsinspanning om de ‘extra mile’ van de brexit tot een goed einde te brengen. De afgelopen dagen leken we op een no-deal af te stevenen. We zullen zien of het deze week nog tot een overeenkomst komt. Financiële markten trokken zich er maandagochtend alvast aan op.
Niet dat beleggers de afgelopen dagen extreem nerveus waren over de zich voortslepende brexitsoap. Ondanks de impact van een harde brexit op zowel de Britse als Europese economie, die voor 2021 wordt ingeschat op respectievelijk -1,5% en -0,5%.
In normale tijden iseen economisch verlies van -1,5% en -0,5% schrikbarende cijfers. Vooral in het licht van de al matige structurele groeicijfers die we op langere termijn voorzien. Die schommelen tussen de 0,5% en 1,0%. Alles is echter relatief. Het zijn momenteel geen normale tijden. Covid-19 zorgt voor een afname van de economische groei met een veelvoud van de genoemde getallen. Dat nuanceert de impact van de brexit. De brexit wordt als het ware met de mantel der Covid-19 bedekt.
Bovendien is de massale interventie door overheden om de economie te steunen de laatste maanden heel gewoon geworden. Zouden fors opgelopen overheidstekorten voorheen nog tot onrust op financiële markten hebben geleid, nu worden ze juist als een noodzakelijke ondersteuning voor de economie gezien. Hand in hand met de centrale banken die als gulle sponsors optreden. Deze maatregelen om de negatieve impact van de coronacrisis te beperken, helpen om een eventuele brexitschok op te vangen.
Niettemin is de Covid-19-crisis eindig en hopelijk snel te counteren met vaccins. De brexit daarentegen is een structureel gegeven. Op de langere termijn kan de Britse economie bij een harde brexit zo'n 4% tot 5% aan blijvende schade oplopen. Voor de Europese Unie is dat 1,5%. Waarbij vooral kleinere landen met een ‘Britse grens’ een belangrijk deel van deze schok moeten absorberen. Denk aan Ierland, maar ook aan Nederland en België. Dus toch maar die ‘extra mile’ succesvol proberen te voltooien.
En verder op de macro-economische agenda
Geen nieuwe van Federal Reserve
In de Verenigde Staten blijven de coronabesmettingen de verkeerde kant opgaan. Met op steeds meer plaatsen nieuwe beperkende maatregelen. Toch zal dit voor de centrale bank Federal Reserve komende woensdag geen aanleiding zijn om extra stappen te zetten. De Amerikaanse economie vertraagt weliswaar, getuige het afnemende momentum op de arbeidsmarkt, maar niet in die mate dat de centrale bank actie moeten ondernemen. Al was het maar omdat de impact op de economie van nóg lagere rentes wellicht klein is.
Voor het Amerikaanse begrotingsbeleid is dat anders. Rechtstreekse ‘cash-injecties’ voor huishoudens en ondernemingen hebben een onmiddellijk effect op de economie. Daarom blijft het uitkijken of er deze week politieke overeenstemming komt over een nieuw Covid-19-steunpakket. Democraten en Republikeinen steggelen zowel over de grootte van de steunmaatregelen als over de begunstigden. In welke mate moet de nieuwe steun gaan naar huishoudens, ondernemingen of lokale overheden?
Geen gemakkelijke zaak
Parallel aan de discussie over extra financiële steun voor Amerikaanse huishoudens, ondernemingen of lokale overheden lopen de besprekingen om een shutdown (sluiten van overheidsdiensten omdat er nog geen nieuwe begroting voor volgend jaar is) te vermijden. Dat maakt de zaak er niet gemakkelijker op.
In de VS is momenteel alles politiek gelinkt: economische steun aan burgers en bedrijven, de overheidsbegroting. Om nog maar te zwijgen over de cruciale Senaatsverkiezingen in de staat Georgia begin januari waarbij duidelijk wordt of de Democraten de meerderheid van de Senaat in handen krijgen. En president Biden ongehinderd zijn politieke agenda kan uitvoeren. Dit aanstaande electorale gevecht bevordert niet echt de bereidheid bij Republikeinen en Democraten om nu tot een compromis te komen.
Gegeven de afkoelende arbeidsmarkt en ondertussen gematigde groei van de detailhandelsverkopen (cijfers voor de maand november komende woensdag), lijkt enige steun voor de consument geen overbodige luxe. Zo vervalt zonder overeenkomst eind deze maand de uitkering van tien miljoen Amerikanen. Net op een moment dat het hoge aantal coronabesmettingen de economie begint te bijten.
Europese dienstensector blijft in de lappenmand
Duitse IFO-index en de eerste inschattingen voor de Markit PMI’s (inkoopmanagersindices) eisen deze week de aandacht op. De IFO-index is een stemmingsbarometer die het vertrouwen van Duitse ondernemers in de economie meet. De Markit PMI meet het economisch vertrouwen bij inkoopmanagers.
In de eurozone verwachten we weinig verandering met vooral aanhoudend slechte PMI-scores uit de dienstensector. Die lijdt sterk onder de beperkende maatregelen.
Voor de VS is de situatie minder slecht. Ondanks het stijgend aantal coronabesmettingen blijft de Amerikaanse economie meer open dan de Europese. Toch gaan we ook hier uit van een lager vertrouwen in vergelijking met november maar zonder in de krimpzone terecht te komen.
De industrie heeft minder last van de Covid-19-maatregelen. Dat zal zowel blijken uit de Markit Manufacturing PMI’s als uit nieuwe productiecijfers voor de VS en Europa.
Chinese consument herwint vertrouwen
Ook uit China krijgen we nieuws over de industriële productie in november. Maar méér nog gaat onze aandacht uit naar de detailhandelsverkopen. Die geven een beter beeld van de interne economische dynamiek, over de mate waarin de Chinese consument post-corona het vertrouwen herwint en draagvlak creëert voor verder economische herstel. De Chinese detailhandel kreeg vanaf september alvast steeds meer tractie. We gaan ervan uit dat dit aanhoudt.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 14 december tot en met 18 december |
|||
Publicatiedag |
Regio |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
Eurozone |
Industriële productie YoY |
Okt |
-4,4% |
Dinsdag |
China |
Industriële productie yoY |
Nov |
7,0% |
|
|
Detailhandelsverkopen YoY |
Nov |
4,4% |
|
VS |
Industriële productie MoM |
Nov |
0,5% |
Woensdag |
Eurozone |
Markit PMI Services (flash) |
Dec |
41,0 |
|
|
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Dec |
53,0 |
|
VS |
Markit PMI Services (flash) |
Dec |
56,5 |
|
|
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Dec |
55,8 |
|
|
Detailhandelsverkopen MoM |
Nov |
-0,1% |
|
|
Fed-beleidsmeeting |
|
|
Vrijdag |
Duitsland |
IFO-indicator |
Dec |
89,8 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom