Senior vermogensbeheerder
30 Jaar later: zonder Muur en aan het beleggen
Nu ik onderdeel van het kapitalisme was, leek mij een studie bedrijfseconomie veel interessanter.
Zaterdag 9 november is voor mij een gedenkwaardige dag. Dan is het 30 jaar geleden dat de muur tussen Oost- en West-Duitsland viel. Ik woonde toen in mijn geboortestad Hennigsdorf, een Oost-Duitse industriestad vlakbij West-Berlijn. De Muur stond op fietsafstand van ons huis.
Ik was 19, net klaar met het gymnasium en liep stage bij het bedrijf waar ook mijn vader werkte. Een stage van een jaar was een voorwaarde om een ingenieursstudie te kunnen volgen. De avond dat de muur viel en de grens openging lag ik gewoon te slapen. Dat is nu ondenkbaar met alle social media, maar in 1989 zonder mobiele telefoon en internet kon wereldnieuws zich nog niet zo snel verspreiden. Daar kwam nog bij, dat werkdagen in Oost-Duitsland vaak om 7 uur begonnen en tegen 22 uur ’s avonds lag je al in bed.
Het ondenkbare was gebeurd, de muur was open.
De ochtend na de historische avond kwamen veel collega’s niet naar hun werk. Iets dat niet eerder was gebeurd. Ik ging aan het einde van de dag met twee vriendinnen naar het gemeentehuis om een (visum)stempel en 100 DM - echt veel geld - te halen. We zijn met de ingezette bussen en veel andere Oost-Duitsers naar West-Berlijn gegaan, een kort ritje van 15 min.
Voor het eerst was ik over de grens. Overal waren vrolijke, juichende mensen en Sekt vloeide in overvloed. Ik was emotioneel door de bijzonderheid van het moment. Maar mijn nieuwsgierigheid en drang om te shoppen (met 100 DM in mijn zak) won het van de emotie en mijn vriendinnen en ik gingen naar de volle winkels. De generatie van mijn ouders die de bouw van de muur hebben meegemaakt beleefden dit moment anders.
Beleggen in de DDR
De val van de muur kwam voor mij – achteraf gezien – op het goede moment. Mijn technische studie ben ik nooit meer begonnen. Nu het socialisme voorbij was en ik onderdeel van het kapitalisme was geworden leek een studie bedrijfseconomie mij veel interessanter. Er waren zo vele nieuwe zaken die we in Oost-Duitsland niet hadden: belastingadviseurs, marketing, werkloosheid, businessplannen, winst maken. Het was allemaal onbekend terrein voor mij en ik vond het heel boeiend. En er was ook zoiets als beleggen.
In Oost-Duitsland kon je niet beleggen. Alle bedrijven hadden één eigenaar en dat was de staat. Dat had zijn positieve kanten: geen stress bij dalende aandelenkoersen, geen sterke verhalen op verjaardagen over dat onwijs winstgevende aandeel (dat je zelf uiteraard had gemist), geen slapeloze nachten bij een financiële crisis. Er waren überhaupt geen financiële crisissen.
Maar je kon als Oost-Duitser dus ook niet je vermogen vergroten. Er was weinig verschil in vermogen, want de inkomstenverschillen in Oost-Duitsland tussen hoog en laag opgeleiden waren beperkt, net als de inkomstenverschillen tussen mannen en vrouwen. Je had een spaarrekening, en als ik mij goed herinner was er ook maar één type spaarrekening. Het vergroten van je vermogen paste niet in het systeem. Wat de adviseurs bij de Oost-Duitse banken eigenlijk deden weet ik helaas niet meer.
En nu 30 jaar na de val van De Muur werk ik in Nederland als vermogensbeheerder en als beleggingsfondsenspecialist. Dat had ik op de middelbare school nooit kunnen vermoeden. Nederland is “meine Heimat” geworden. Mijn familie woont nog in (Oost-) Duitsland maar het grootste deel van mijn vrienden en collega’s is Nederlander en zij zijn allemaal heel leuk en gezellig, maar ook eigenwijs. Ooit hebben zij op de middelbare school een schoolreisje naar Berlijn gemaakt en denken Oost-Duitsland te kennen en alles erover te weten. Niet dus! Daarom zet ik 10 misverstanden over Oost-Duitsland recht.
- Alles was grijs in Oost-Duitsland. De meest gehoorde opmerking. Nou kan ik er niet omheen dat het stoken van de verwarming met bruinkool zijn sporen in de steden heeft achtergelaten. Maar kom op, wij waren ook vrolijk en kleurrijk en hebben er zeker het beste van gemaakt.
- Iedereen reed in een auto van papier, een Trabant (links op foto). Niet waar. Je had ook nog Lada’s (van Russische makelij) en Wartburgs (rechts op foto) op de Oost-Duitse wegen. Wij hadden thuis een Wartburg en die was echt niet van papier.
- Oost-Duitse vrouwen zien er niet uit. Daarmee worden vaak de Oost-Duitse kogelstootsters uit de jaren tachtig bedoeld. Maar we hadden ook Katrina Witt, onze prinses op het ijs!
- De boekdrukkunst is niet uitgevonden door de Nederlander Laurens Coster. Dat was dus echt de Duitser Johannes Gutenberg.
- In de DDR liepen ze ver achter met rock- en popmuziek. Niet waar. Luister maar naar KARAT, dé band uit de DDR. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik naar hun liedjes luister.
-
In de DDR was alles een beetje treurig, jammer voor de jeugd. Nee hoor! In mijn stadje Hennigsdorf van minder dan 30.000 inwoners had je zeker 5 “clubs” waar je in het weekeind naar de disco kon, vanaf 14 jaar. De entree kostte vrijwel niks.
- In de DDR kon je niet met vakantie. We konden natuurlijk met vakantie. In de meeste gevallen werden de vakanties aangeboden door het bedrijf waar je ouders werkten. Omdat iedereen werk had, kon dus ook (bijna) iedereen met vakantie. Dat waren wel vaak ieder jaar dezelfde vakantieparken. En tijdens de vakantie kwam je dus weer al je collega’s met hun kinderen tegen…
-
Ik hoor vaak van mensen hoe erg ze het voor mij vinden dat ik in de DDR moest opgroeien. Ook dat is een inschattingsfout. Kind zijn in de DDR was heel leuk (ik heb het over de tijd tot je 18de). Je kon vanalles doen en bezig zijn werd heel erg gestimuleerd. Je kon heel veel sporten en dat kostte bijna niets. Ook voor muziek was er veel (gratis) aanbod. Ik denk dat zeker de helft van de kinderen in mijn schoolklas een instrument kon spelen.
-
Je kon niet reizen. Dat was sinds de jaren 80 gelukkig heel erg veranderd. Was je onder de 18 dan kon je “solliciteren” voor een reis naar het buitenland, weliswaar in oostelijke richting. Ik ben voor de val van de muur op jeugdreis naar Polen, Tsjechië, Hongarije, Bulgarije en Rusland geweest. Het was ook mogelijk om naar West-Europa te reizen. Dan werd wel eerst gekeken of je ouders ook “systeemtrouw” gedrag vertoonden en er geen "vluchtgevaar" was dat je niet meer terugkeerde naar de DDR.
-
Mensen in de DDR hadden geen Westerse televisie en radio en hadden geen sinaasappelen en bananen. Voor mij klopt dat niet, omdat ik dicht bij Oost-Berlijn woonde. In die tijd de meest ontwikkelde stad van het Oostblok. Bananen en sinaasappelen waren mij niet vreemd, maar je kon ze alleen in de winter af en toe kopen. En als ze er waren dan nam je er meteen een paar voor de buren mee.
Wij keken thuis naar de West-Duitse tv-zenders ARD en ZDF en ik ben opgegroeid met Madonna, Kim Wilde en zelfs ook Golden Earring. Je kon de bands alleen niet zien optreden. Op Udo Lindenberg na kwamen ze niet naar Oost-Berlijn. Maar gelukkig waren ze in West-Berlijn nooit te beroerd om bij concerten de speakers ook naar Oost-Berlijn te richten. Ik stond bij een concert van Depeche Mode met vriendinnen achter de muur te dansen.
Effi Bialkowski is vermogensbeheerder en beleggingsfondsenspecialist.
Meer blogs over beleggen:
Senior vermogensbeheerder