Hoofdeconoom
Luc Aben snakt naar 31 oktober
Geen aanleiding voor brexit-geïnspireerde aanpassingen in ons beleggingsbeleid.
En verder:
- Voor financiële markten het beste als brexit-deal 31 oktober haalt
- Blootstelling aan Verenigd Koninkrijk al maanden geleden verkleind
- Vergeet deze week het ondernemersvertrouwen niet
Nog steeds geen witte rook in Londen. Premier Boris Johnson slaagde er niet in om zijn brexit-deal door het Britse parlement te krijgen. Sterker nog, er werd geheel niet over gestemd. Eerst willen de parlementariërs dat de deal in de Britse wetgeving verankerd is om zo met zekerheid een no-deal-brexit te voorkomen.
In het meest strakke tempo zou die wettelijke verankering van de brexit-deal maandag al kunnen gebeuren, met dinsdag een nieuwe poging om de overeenkomst tussen Londen en Brussel door het parlement te jagen. Maar we zullen zien. De Britse brief met de vraag om uitstel van de Brexit is alvast in Brussel aangekomen.
Kans op crash kleiner
Hoe dan ook, de kans dat het Verenigd Koninkrijk op 31 oktober uit de Europese Unie crasht is weer wat kleiner geworden. Of er komt op die datum een zachte Brexit óf er is uitstel. In dat laatste geval met mogelijk tussentijdse verkiezingen in november. In de peilingen staan de Conservatieven op winst. Mocht dat de uitkomst van een stembusgang worden, dan is er misschien een grotere meerderheid in het parlement om het brexit-akkoord goedgekeurd te krijgen.
Maar evengoed kunnen op enig moment de kansen op een harde Brexit of no-deal-scenario weer toenemen. Of volgt er zelfs een tweede referendum. Een verkiezingscampagne kan soms vreemde sprongen maken.
Het echte werk komt na 31 oktober
Voor financiële markten is het het beste als de brexit-deal 31 oktober alsnog haalt. Of in ieder geval met geen al te lang uitstel. Hoe langer het dossier zich voortsleept, hoe langer de onzekerheid aanhoudt en hoe meer schade de Britse en Europese economie oplopen. Bedrijven houden eventuele investeringsplannen langer in de koelkast en consumenten stellen grote aankopen vaker uit.
Vergeet bovendien niet dat de huidige discussie enkel nog maar gaat over de scheidingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Daarna begint pas het echte werk: een nieuwe handelsovereenkomst voor de toekomstige samenwerking. De term brexit zal dus nog geruime tijd ons dagelijks vocabulaire beheersen.
In ons beleggingsbeleid is er op dit moment (nog) geen aanleiding voor een brexit-geïnspireerde aanpassing. We blijven vooralsnog onderwogen in aandelen. Maanden geleden maaken wij al de draai van Europese smallcapaandelen - waarin Britse bedrijven bovenmatig vertegenwoordigd zijn - naar wereldwijde smallcapaandelen. Ook de weging van Europese vastgoedfondsen, die traditioneel een grote blootstelling aan het Verenigd Koninkrijk hebben, is al geruime tijd verlaagd.
Macro-economische agenda
Afscheid van Draghi, focus op ondernemersvertrouwen
Mario Draghi zit donderdag zijn laatste beleidsvergadering van de ECB voor. Na de fel betwiste besluiten in september - vooral de heropstart van het opkoopprogramma voor obligaties - verwachten we dit keer weinig nieuws.
Wij richten ons deze week vooral op de Markit PMI’s, die het economisch vertrouwen van inkoopmanagers meten. Die cijfers worden aangevuld met die andere belangrijke sentimentsindicator: de Duitse IFO.
Voor Duitsland verwachten we dat het industriële sentiment iets positiever kan zijn. Of beter: minder negatief. Maar of dit voldoende is om het cijfer voor heel Europa mee op te trekken is afwachten.
Zo kwamen er vorige week slechte cijfers uit Italië. In augustus tekende de Italiaanse industrie 10% minder orders op tegenover dezelfde periode vorig jaar. Vooral het buitenland liet het afweten. Ter nuancering vertellen we erbij, dat die orders in augustus 2018 door eenmalige factoren een boost kregen, maar toch. Het is een bijkomend signaal dat het groeimomentum van de wereldwijde economie zwak blijft.
Zolang de industriesector matig presteert, moet de dienstensector standhouden. De degelijke arbeidsmarkt en opnieuw gedaalde olieprijs helpen de consument in ieder geval. Die is op zijn beurt een belangrijke steun voor de op de interne markt georiënteerde dienstensectoren. Wij blijven er op rekenen dat de voorzichtigheid die al enige tijd de industriële sector hindert, nog niet massaal is overgeslagen naar dienstenland. De Markit Services PMI moet dat bevestigen.
Tegengestelde signalen uit Amerikaanse industrie
Bij het beoordelen van de Amerikaanse Markit PMI’s zijn de aandachtspunten hetzelfde als in Europa: hoe sterk koelt de industrie af en is er besmetting naar de dienstsectoren?
De vorige maand was het opvallend dat de Markit Manufacturing PMI en de soortgelijke index ISM Manufacturing een verschillend beeld gaven. De eerste steeg, terwijl de tweede verder wegzakte onder de kritische score van 50. Recente harde data over bijvoorbeeld de industriële productie suggereren dat het meer voorzichtige ISM-cijfer de realiteit beter vat.
Bij de Amerikaanse cijfers over de orders voor duurzame goederen in september hebben wij bijzondere aandacht voor de kapitaalgoederen. Die geven immers een beeld van het investeringsklimaat en het zijn die investeringen die uiteindelijk moeten zorgen voor het volhouden van het economische groeipad. De afgelopen maanden waren er weinig cijfers die fors hogere investeringen leken aan te kondigen.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 21 oktober tot en met 25 oktober |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Woensdag |
Eurozone |
Consumentenvertrouwen (flash) |
Okt |
-6,8 |
Donderdag |
Eurozone |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Okt |
46,0 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Okt |
51,9 |
|
|
ECB-beleidsvergadering |
Okt |
|
|
VS |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Okt |
50,7 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Okt |
50,9 |
|
|
Orders duurzame goederen MoM |
Sep |
-0,7% |
Vrijdag |
Duitsland |
IFO-indicator |
Okt |
94,4 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom