Hoofdeconoom
Luc Aben wil graag rust in de economische tent
Handelsoorlog laait weer op en dat geeft weer reuring op de financiële markten.
In het kort:
- Trump voert de druk op in handelsoorlog, China reageert ferm
- Macro-economische agenda deze week dun gevuld
- Degelijke bedrijfscijfers ondersteunen de aandelenmarkten
Regelmatig benadrukten we al dat er behoefte is aan minder economische onzekerheid. Precies het tegenovergestelde van wat we eind vorige week zagen, met een nieuwe etappe in het Chinees-Amerikaanse conflict. Vanaf 1 september wil Trump een 10% importtarief doorvoeren op nog eens $ 300 miljard aan andere Chinese importen. De Chinezen hebben al duidelijk geantwoord en lieten de Chinese yuan stevig in waarde dalen, met 1,3% ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De belangrijke grens van 7 yuan per dollar werd vanochtend geslecht, een signaal dat de Chinezen bereid zijn om de munt verder te laten afzinken. Een lagere valutakoers dempt immers de negatieve effecten van de Amerikaanse importtarieven. Het was een ferme reactie vanuit China aan het adres van Trump.
Schattingen van onder meer het IMF gaan ervan uit dat een en ander ons iets van 0,2% tot 0,3% groei kost. Om dat te kaderen: de mondiale economie neemt momenteel toe in een tempo van ongeveer 3%. Bij verdere escalatie van het conflict of gewoon zelfs aanhoudende onzekerheid, kan de schade alleen maar oplopen.
Misschien wil Trump door de importtarieven op te rekken, de Federal Reserve onder druk zetten om de beleidsrente verder te verlagen. De president dringt al geruime tijd openlijk aan op fors lagere rentetarieven. Door de economische en politieke onzekerheid op te poken, zou hij nieuwe stappen van de Fed zelf kunnen uitlokken.
Dit zou echter een cynische en gevaarlijke strategie zijn. En aan de beurskoersen van de voorbije twee handelsdagen te zien, denken ook de markten in het algemeen daar zo over.
Anderzijds, die volatiliteit is natuurlijk vervelend, maar het kan Trump er wél van weerhouden om de spanningen helemaal te laten escaleren. Hij meet het succes van zijn presidentschap namelijk graag af aan de stand van de beurs.
Amerikaanse dienstensector moet standhouden
Vanmiddag wordt het belangrijke ISM Non-Manufacturing indexcijfer gepubliceerd. Deze vertrouwensindex vanuit de Amerikaanse dienstensector viel de laatste maanden terug tot zijn laagste niveau sinds de zomer van 2017. Conform de conjuncturele tegenwind die nu ook in de VS sterker de kop opsteekt.
Toch bleef het sentiment in de dienstensector (die meer dan 80% van de globale Amerikaanse economie uitmaakt) tot nu toe boven dat van de industrie uitsteken. Logisch ook. Diensten zijn afhankelijker van de binnenlandse gang van zaken en hebben bijvoorbeeld minder last van internationale handelsspanningen.
Toch dreigen uiteindelijk ook die diensten niet helemaal immuun te zijn voor wat er in de rest van de wereld en de economie gebeurt. Op enig moment kan een zwakkere industriële activiteit hen besmetten. Vandaar dat we goed in de gaten houden of de ISM Non-Manufacturing op peil kan blijven.
Weinig verandering in China en Europa
Vanochtend kregen we al de Caixin Services PMI. Een soortgelijke vertrouwensbarometer uit het Chinese dienstenlandschap. Die was matig (51,6). Komende donderdag zullen nieuwe data over de Chinese handelscijfers (import & export) dat matige beeld bevestigen.
Op de Europese macro-agenda stippen we de Duitse industriële productie aan. Gegeven het lage vertrouwen bij Duitse industriële ondernemers, kunnen we er enkel maar op rekenen dat de schade bij de productiecijfers over de maand juni beperkt is gebleven.
Bedrijfscijfers houden zich degelijk
Te midden het onzekere macro-klimaat, is het wél positief dat ondernemingen er in het tweede kwartaal in slaagden om degelijke cijfers te realiseren.
Ondertussen heeft ongeveer 70% van de Amerikaanse en Europese bedrijven cijfers gepubliceerd. In absolute zin is het allemaal niet spectaculair. Gemiddeld ging de winst (per aandeel) in de VS 4% hoger tegenover een jaar terug. In Europa was er zelfs een daling met 1%. Maar voor beide regio’s is dat beter dan vooraf ingeschat. Bijna 80% van de Amerikaanse ondernemingen overtreft de verwachtingen. In Europa is dat bijna 60%. Aan de economie in brede zin de taak om dat ook in de tweede jaarhelft mogelijk te maken.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 05 augustus tot en met 09 augustus |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Maandag |
VS |
ISM Non-Manufacturing |
Jul |
55,5 |
Woensdag |
Duitsland |
Industriële productie MoM |
Jun |
-0,6% |
Donderdag |
China |
Import YoY |
Jul |
-7,6% |
|
|
Export YoY |
Jul |
-2,2% |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom