Hoofdeconoom
Luc Aben vraagt zich af hoe lang beleggers kunnen teren op shot centrale banken
En verder:
- Waakzaamheid geboden: wereldeconomie moet wel groeien
- Belangrijk dat Amerikaans ondernemersvertrouwen boven 50 blijft
- Het is nog te vroeg voor een renteverlaging in Europa
Hoewel we nog heel vroeg in het tweedekwartaalcijferseizoen zitten, is tot nu toe de ontvangst van de bedrijfsresultaten door beleggers per saldo neutraal. Bedrijven meldden geen grote ongelukken en dat stelt gerust. De verwachtingen waren door analisten op voorhand al ver teruggebracht: voor de Verenigde Staten gemiddeld een winstdaling (per aandeel) van 2%, voor Europa minder dan 1% groei. Ook voor het derde kwartaal hebben analisten hun verwachtingen al stevig verlaagd.
Sectoren die gevoelig zijn voor het economisch momentum zijn - zoals verwacht - somberder gestemd. Illustratief zijn de waarschuwende vinger van chemieconcern BASF en autofabrikant Daimler. Financiële markten trekken daar voorlopig echter geen bredere conclusies uit.
Beurzen kabbelen verder. Vanwege de laaggespannen verwachtingen, maar wellicht ook omdat centraal bankiers een nieuw shot financiële doping in het vooruitzicht blijven stellen. Eind vorige week deed John Williams, de president van de afdeling New Yorks van de Amerikaanse centrale bank Fed, zijn duit in het zakje door te zeggen dat het goed zou zijn om proactief te handelen. Lees: laat die renteverlagingen maar komen wat hem betreft.
Ruimte voor optimisme, ruimte voor ontgoocheling
De vraag is óf en hoe láng markten kunnen blijven teren op het weer ruimere beleid van centrale banken. Zo lang bedrijfscijfers voldoen aan de verwachtingen, is de kans klein(er) dat beleggers plots verschrikt ontwaken uit hun roes. Maar in een geopolitiek onstabiele wereld en in een klimaat van een afbrokkelend economische groei is waakzaamheid geboden. Op enig moment moeten de macro-economische cijfers verbeteren. Zo niet, dan zullen ook de verwachte bedrijfscijfers voor de tweede jaarhelft en begin 2020 een neerwaartse bijstelling ondergaan. En die bijstelling zou dan wel eens fors kunnen zijn.
Beleggers gaan er op dit moment bijvoorbeeld nog vanuit, dat de Europese bedrijfswinsten in het laatste kwartaal van dit jaar en in de eerste drie maanden van 2020 fors zullen aantrekken. Respectievelijk met gemiddeld 11% en 18%. Wordt dit inderdaad realiteit, dan belooft dat goeds voor beurskoersen. Maar de keerzijde is dat zulke hoge verwachtingen veel ruimte laten voor negatieve verrassingen.
Ook begin dit jaar was er de consensus onder economen dat de economie zou aantrekken. De timing daarvoor is echter geleidelijk naar achteren verschoven. Het opnieuw ruimere geldbeleid van centrale banken compenseerde tot nu toe de ontgoocheling op de beurzen. Maar enkel hierop blijven rekenen, voelt toch wat ongemakkelijk. Laat beleggers scherp blijven op de macro-economische data én en bedrijven welke vooruitzichten bedrijven geven.
Macro-economische agenda
Kritisch kijken naar de Amerikaanse industrie
Ondernemersvertrouwen neemt een prominente plaats in in belangrijke macro-economische data. Deze week staan voor de eurozone en de VS de Markit PMI’s op de agenda. In Duitsland krijgen we de IFO-indicator.
We verwachten weinig verandering in het huidige beeld. De Europese industrie, en vooral de Duitse, blijft het moeilijk hebben. Terwijl de meer op het binnenland gerichte dienstensector zich degelijk houdt.
Voor de Amerikaanse industrie is het uitkijken of het vertrouwenscijfer zich boven de kritische score van 50 handhaaft. Door de spenderende Amerikaanse consument blijft het algemene groeicijfer nog redelijk in de VS. Komende donderdag volgt een eerste inschatting van de groei ven de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal.
De Amerikaanse verwerkende industrie voelt wel degelijk de tegenwind van de lagere wereldwijde groeidynamiek. Geen wonder dat de bereidheid bij bedrijven tot nieuwe investeringen afbrokkelt. Ook hierover krijgen we de komende dagen nieuwe info, als onderdeel van het cijfer over de orders voor duurzame goederen in juni.
ECB houdt het voorlopig wellicht bij woorden
De Europese Centrale Bank (ECB) houdt donderdag een nieuwe beleidsvergadering. Net als de Amerikaanse centrale bank Fed gaven ook de Europese centraal bankiers al aan dat ze opnieuw neigen naar een ruimer geldbeleid. Sinds medio juni struikelen ECB-bestuurders over elkaar heen met commentaren van deze strekking.
Toch is het nog te vroeg om de rente in Europa nu al te verlagen. De Europese groei en inflatie blijven dan wel zwakjes, maar zeker niet zwakker dan we vanuit het tweede kwartaal gewend zijn. Ook de kredietverlening blijft positief evolueren (nieuwe cijfers woensdag), zodat de nood om in te grijpen niet acuut is.
We denken eerder dat ECB-president Mario Draghi het zal houden bij bevestiging van de verwachting onder beleggers dat er in de tweede helft van het jaar een ruimer monetair beleid komt. Om dan in het najaar effectief op de knop te drukken.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 22 juli tot en met 27 juli |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Eurozone |
Consumentenvertrouwen (flash) |
Jul |
-7,2 |
Woensdag |
Eurozone |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Jul |
47,7 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Jul |
53,3 |
|
|
Kredietgroei YoY |
Jun |
3,2% |
|
VS |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Jul |
51,4 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Jul |
51,6 |
Donderdag |
Duitsland |
IFO-indicator |
Jul |
97,0 |
|
Eurozone |
ECB-beleidsvergadering |
|
|
|
VS |
Orders duurzame goederen MoM |
Jun |
0,7% |
Vrijdag |
VS |
BBP-groei (jaarbasis, 1ste schatting) |
2Q19 |
1,8% |
Hoofdeconoom