Hoofdeconoom
Luc Aben vraagt zich af of goedgemutstheid beleggers terecht is
Uitspraken Powell en Draghi steunen aandelenkoersen, maar economische groei is wel vereist.
En verder:
- China zit vast tussen stimuleren economie en schuld beperken
- Matige inflatie in VS
- We verwachten degelijke Amerikaanse detailhandelsverkopen
De geschiedenis herhaalt zich: centrale bankiers komen financiële markten ter hulp als die zich zorgelijk beginnen gedragen. Dat is een fijne wetenschap voor aandelenbeleggers. Eerst was het vorige week de beurt aan Jerome Powell. De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed) zei, dat hij en zijn collega’s klaar staan om in te grijpen als de handelsoorlog tussen Amerika en China al te fors inhakt op de economische groei. Aandelenkoersen gingen meteen de hoogte in. Beleggers prijzen momenteel al een drietal renteverlagingen door de Fed voor de komende twaalf maanden in.
De Europese Centrale Bank (ECB) hield vorige week donderdag een reguliere beleidsvergadering. Een beetje out of the blue verklaarde bankpresident Mario Draghi dat een aantal ECB-collega’s zich afvroeg of de rente niet lager moet en of het programma van kwantitatieve verruiming mogelijk een heropstart behoeft. Opnieuw kregen aandelen een duw omhoog.
Opvallende uitspraak
De - toch forse - uitspraak van Draghi is vanuit het perspectief van de nieuwe economische ramingen van de ECB best opvallend. Zowel de verwachtingen voor de economische groei als inflatie voor 2019 gingen licht omhoog: allebei met 0,1% naar respectievelijk 1,2% en 1,3%. Voor 2020 was die aanpassing licht neerwaarts.
De ECB schoof het tijdstip voor een eventuele eerste renteverhoging verder naar achter. Was dat eerst nog begin 2020, nu is dat medio 2020. Deze ‘ingreep’, voor wat hij waard is, was dan weer niet opvallend. Die was verwacht.
Uiteindelijk is er economische groei nodig
De vraag is hoe terecht de goedgemutste reactie van aandelenbeurzen op de uitspraken van de centrale banken is? Als centrale banken inderdaad opnieuw besluiten om de rente te verlagen, dan is dat een bijkomende reden waarom de rente (nog veel) langer laag zal blijven.
Tegenover een lage rente is een wereldwijd gemiddeld dividendrendement van rond de 2,5% aantrekkelijk. In Europa is het dividendrendement zelfs bijna 4%. Maar uiteindelijk is er economische groei nodig. Het is dus logisch dat, naast hoop op renteverlagingen, ook de opluchting over het schrappen van Amerikaanse heffingen op Mexicaanse invoer positief uitwerkte op de aandelenbeurzen.
Maar goede en twijfelachtige economische cijfers wissel zich in Amerika af. Het aantal nieuwe banen in mei viel met 75.000 tegen. Dat was ver onder de verwachting van 185.000.
Delicate evenwichtsoefening voor China
In de eurozone en China is het economisch beeld duidelijker. Het economische momentum blijft matig zonder concrete aanknopingspunten om een snelle verbetering te verwachten. Zo bleek maandag dat China in mei 8,5% minder importeerde dan een jaar geleden. Is dit een nieuw signaal dat de Chinese binnenlandse economie het moeilijk heeft?
Recent viel ook de Caixin Services PMI al tegen, dat is een index die het economisch vertrouwen van inkoopmanagers in de dienstensector meer. Niet dat die index onmiddellijk een ‘harde landing’ van de Chinese economie suggereerde. Maar het lijkt er niet op dat de Chinese beleidsmakers hun stimulerende maatregelen spoedig kunnen stopzetten, eerder dat ze een tandje moeten bijschakelen.
Voor beleggers is het goed nieuws als China verder gaat met het stimuleren van zijn economie. In het verleden is vaak gebleken dat China indien nodig het gaspedaal fors intrapt. Dat stelt financiële markten vervolgens gerust. Toch leven we niet in dat verleden: de internationale politieke omgeving is verschillend geworden. Bovendien zit China enigszins klem tussen het op peil houden van de economische groei en het in de hand houden van de schuldenberg die ontstond uit eerdere stimulerende initiatieven. Het is een delicate evenwichtsoefening waarbij de Chinezen zoveel mogelijk de groei laten prevaleren .
Macro-economische agenda
Geen hooggespannen verwachtingen voor Chinese cijfers
Deze week kijken we vooral naar China voor nieuwe economische cijfers. Vrijdag krijgen we verse data over de industriële productie, detailhandelsverkopen en kredietgroei. Het zou ons verwonderen als deze cijfers in positieve zin verrassen.
Matige inflatie voedt verwachting van lagere rente Fed
Vanuit de VS krijgen we woensdag de inflatiecijfers over mei. Het verloop van de inflatie in Amerika is gematigd, mede door de sterke dollar en iets lagere economische groei.
Naast een sterke munt en lagere economische groei spelen er volgens de Federal Reserve enkele tijdelijke factoren. Dat is een belangrijke reden waarom de centrale bank tot nu toe alle opties voor het toekomstige rentebeleid openhield: het kon zowel omhoog als omlaag met de beleidsrente. Fed-baas Powell leek vorige week voorzichtig een bocht in te zetten richting renteverlaging.
We hebben ook in het bijzonder aandacht voor de nieuwe cijfers over de Amerikaanse detailhandelsverkopen. De binnenlandse consumptie is een cruciale factor voor het algemene Amerikaanse economische plaatje. We verwachten een degelijk cijfer. In het eerste kwartaal waren de detailhandelsverkopen matig, maar recent lijkt er toch weer wat beweging in te komen.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 11 juni tot en met 14 juni |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Woensdag |
VS |
CPI Inflatie YoY |
Mei |
1,9% |
|
|
CPI Kern-Inflatie YoY |
Mei |
2,1% |
Donderdag |
Eurozone |
Industriële productie YoY |
Apr |
-0,4% |
Vrijdag |
China |
Industriële productie YoY |
Mei |
5,5% |
|
|
Kleinhandelsverkopen YoY |
Mei |
8,2% |
|
|
Uitstaande leningen YoY |
Mei |
13,5% |
|
VS |
Kleinhandelsverkopen MoM |
Mei |
0,6% |
|
|
Industriële productie MoM |
Mei |
0,1% |
|
|
Cons. vertrouwen (U. Mich, flash) |
Mei |
98,0 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom