Hoofdeconoom
Luc Aben kijkt naar Fed-baas Powell en een dreigende self fulfilling prophecy
De Fed heeft verwachtingen geschapen, maar wat als het daaraan niet kan of wil voldoen?
En verder:
- Er dreigt een self fulfilling prophecy rond renteverlaging Fed
- Wij zijn comfortabel met onderwogen positie in aandelen
- Belangrijk of ondernemersvertrouwen in VS niet verder daalt
De ogen van beleggers zijn deze week gericht op de Amerikaanse centrale bank Federal Reserve (Fed). Welke toon zal Fed-baas Jerome Powell aanslaan? Bereidt hij de financiële markten voor op een renteverlaging in juli? Kondigt hij alvast zo’n ingreep aan? Of houdt Powell de boot nog even af?
Wij denken dat Powell de boot nog even afhoudt, want de stand van zaken van de Amerikaanse economie is voldoende goed en vraagt nog niet om een renteverlaging. Maar financiële markten schatten de kans op een renteverlaging in juli in op ruim 80%. Financiële markten rekenen in ieder geval op twee tot drie renteverlagingen in de komende 12 maanden. Dat plaatst de Fed in een moeilijke positie. Maar dat is iets wat de centrale bank grotendeels aan zichzelf te wijten heeft. Powell heeft zichzelf in een hoek gezet door verwachtingen te scheppen.
De U-bocht van de Fed
Vorig jaar november was de heersende opvatting op de financiële markten dat de Amerikaanse centrale bank nog lang niet klaar was met het optrekken van de beleidsrente. Enkele moeilijke beursweken later maakte de Fed echter een plotselinge ommezwaai. Powell zou het even aankijken en het beleid laten afhangen van de economische gegevens. Die gegevens, hoewel de laatste tijd af en toe wat wisselvallig, schetsen op dit moment nog steeds een redelijk economische plaatje voor de Verenigde Staten. In ieder geval niet twijfelachtig genoeg om een acute renteverlaging noodzakelijk te maken.
Desalniettemin vond Powell het twee weken terug nodig om te verklaren dat de Fed klaar staat om de gevolgen van een eventueel escalerend handelsconflict op te vangen. Prompt interpreteerden beleggers dat als een halve aankondiging dat de rente spoedig omlaag zou gaan. Financiële markten schatten de kans op een neerwaartse ingreep woensdag op de beleidsvergadering van de Fed in op een kleine 20%. Dat kans dat het huidige renteniveau er nog staat na de Fed-bijeenkomst van eind juli krijgt slechts 18% kans. Ter vergelijking: voor Powell’s tussenkomst was dat nog meer dan 80%.
En daar staan we nu, of beter: daar staat de Fed. Zijn het beleid of de toon woensdag met betrekking tot een lagere rente te terughoudend, dan kan dat de markt ontgoochelen. We dreigen dan in een soort ‘self fulfilling prophecy’ terecht te komen: de Fed schept verwachtingen, kan daar – nog – niet aan voldoen gegeven het economisch plaatje, markten reageren ontgoocheld, en de Fed voelt zich gedwongen om alsnog in te grijpen met een soepeler monetair beleid.
Beleggers zijn te voortvarend
Beleggers zijn naar onze mening al te voortvarend met hun verwachtingen voor versoepeling van het monetaire beleid van de Fed. Althans wat betreft timing. Wij verwachten dat Powell woensdag vaag zal blijven over het beleid.
Voor de stappen die de Fed zet zal veel afhangen van bijvoorbeeld hoe het handelsconflict tussen de VS en China evolueert. Mochten Trump en Xi tijdens de G20 in Tokyo eind juni opnieuw on speaking terms komen, dan ziet het plaatje er misschien heel anders uit. Hoewel de kans op dit scenario vandaag niet heel groot lijkt, kan er in twee weken nog veel gebeuren.
Blijft de Fed inderdaad vaag over zijn beleid, dan kunnen beleggers daar negatief op reageren. Daarom zijn wij op dit moment comfortabel met onze licht onderwogen positie in aandelen in ons beleggingsbeleid. Of en hoe we die positionering de komende weken en maanden aanpassen, hangt af van de centrale bank(en) maar ook van de economische groei. We wachten nog steeds op signalen dat die in de tweede jaarhelft aantrekt. En net als de Federal Reserve kijken wij naar de internationale politiek om al dan niet aan de economische groei bij te dragen.
Macro-economische agenda
Vooral ondernemersvertrouwen in VS belangrijk
Voor wat betreft de economische groei staan deze week de belangrijkste cijfers vrijdag op de agenda. Het gaat om een eerste inschatting voor de Markit PMI’s (ondernemersvertrouwen) in de VS en de eurozone.
Voor Europa verwachten we niet veel verandering bij het ondernemersvertrouwen. Er is weinig aanleiding dat de index van de verwerkende industrie (PMI Manufacturing) een noemenswaardige verbetering zou vertonen. Sinds februari zit deze barometer onder de kritische score van 50, wat overeenkomt met krimp. De dienstensector houdt zich beter (PMI Services), die is meer op het Europese binnenland gericht en heeft vooralsnog minder last van de afkoelende wereldwijde groei en internationale handel.
Het meest interessant zijn echter de cijfers over het ondernemersvertrouwen in de VS. Vorige maand benaderden zowel de Manufacturing PMI als de Services PMI daar gevaarlijk dicht de kritische score van 50. Sindsdien wisselden goede en twijfelachtige economische cijfers zich af, weliswaar met een licht overwicht van de goede varianten. Als de nieuwe Markit PMI’s eind deze week echter geen heropleving vertonen, moet er nog maar eens goed gekeken worden of dat overwicht houdbaar is.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 17 juni tot en met 21 juni |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Duitsland |
ZEW-index |
Juni |
-5,8 |
Woensdag |
VS |
Fed beleidsvergadering |
|
|
Donderdag |
Donderdag |
CB Leading Indicator MoM |
Mei |
0,1% |
|
Eurozone |
Consumentenvertrouwen |
Juni |
-6,7 |
Vrijdag |
Eurozone |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Juni |
48,0 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Juni |
53,0 |
|
VS |
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Juni |
50,5 |
|
|
Markit PMI Services (flash) |
Juni |
51,0 |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom