Hoofdeconoom
Luc Aben twijfelt of Europese bedrijfswinsten boven verwachting blijven
Aandelenanalisten stellen hun winstverwachting voor Europese bedrijven naar beneden bij.
En verder:
- Europees ondernemersvertrouwen blijft pessimistisch
- Vertrouwen consument mag niet verder afbrokkelen
- Financiële markten volgen Europese verkiezingen
Kunnen we op basis van de eerstekwartaalcijfers van bedrijven rekenen op een economisch beter dan eerder verwacht jaar? Het kwartaalcijferseizoen loopt op zijn eind en de conclusie is dat bedrijven beter dan verwachte resultaten rapporteerden.
De gemiddelde Amerikaanse onderneming (exclusief de energiesector) boekte een 5% hoger winst (per aandeel) tegenover 12 maanden eerder. In Europa is dat 2%, weliswaar lager maar ook hier overtrof het de verwachtingen.
Het is ook positief dat bedrijven erin slaagden om omzetgroei te realiseren, ondanks het kleinere momentum in de wereldwijde economische groei. Met name in de VS was dat het geval (+5%), al was het in Europa niet veel minder (+4%).
Hogere economische groei noodzakelijk
In de Verenigde Staten rekenen analisten voor dit jaar op gemiddeld 3,4% hogere winsten. Bij de start van het jaar was dat nog 7,6%. Ondanks de goede kwartaalcijfers ligt de lat dus een heel stuk lager, wat de kans wel groter maakt dat we er overheen gaan.
Voor Europa is het twijfelachtiger of de bedrijfswinsten naar verwachting groeien. Aandelenanalisten stellen hun inschattingen van de winstgroei voor de volle twaalf maanden van 2019 nog steeds neerwaarts bij. Dat is niet verwonderlijk, gegeven de projecties die op dit moment nog uitgaan van meer dan 5% winstgroei. Voor 2020 is dat zelfs 10%.
Als bedrijven – de verwachte – winstgroei willen halen dan is een hogere economische groei noodzakelijk. Niet alleen in Europa, maar ook in de VS moet die groei voldoende hoog blijven. Want ook in Amerika matigden de recente economische indicatoren.
In China vielen een aantal belangrijke economische cijfers regelrecht tegen, zoals de detailhandelsverkopen en industriële productie. Dat is relevant voor China , maar ook voor de wereldwijde economische temperatuur.
Vertrouwen van ondernemers en consumenten
Wij verwachten niet dat de macro-economische agenda deze week veel verandering in de economische prognoses brengt. In de eurozone kijken we uit naar de Markit PMI’s en de Duitse IFO-index over de maand mei (beide zijn barometers voor het ondernemersvertrouwen).
Sinds februari staat de Markit PMI voor de eurozone-industrie in de krimpstand. Dat is vooral onder invloed van de Duitse industrie die minder exporteert naar de rest van de wereld. Sindsdien is van enig opkrabbelen nauwelijks sprake en de instroom van nieuwe orders voor industriële bedrijven blijft zwaar onder de maat. Wij verwachten deze week weinig verandering in die stand.
Het Europese consumentenvertrouwen staat dinsdag op de rol. Hoewel dat vertrouwen eind 2018 een duik nam, bleef de consument toch redelijk uitgeven. Daarmee beschermde hij de Europese economie een beetje tegen de wereldwijde afkoeling. Het is dan ook relevant dat het lage vertrouwen van de consument in de economie niet verder afbrokkelt.
Ook in de VS krijgen we Markit PMI’s. Het economisch vertrouwen van Amerikaanse ondernemers in de industriesector is hoger dan in Europa. Maar ook in de VS zoeken de scores sinds februari lagere regionen op. De sterke dollar en de mindere internationale economische omgeving laten zich voelen.
Beleggers houden Europese verkiezingen in de gaten
Een gespannen politiek klimaat helpt niet om de economische groei naar een hoger niveau te tillen. Zo ziet het er niet naar uit dat het Amerikaans-Chinese handelsverhaal snel tot een ontknoping komt.
Dichter bij huis zijn er de verkiezingen voor het Europees Parlement. Traditioneel krijgen die weinig aandacht, maar dit keer is het anders. Bijvoorbeeld omdat eurosceptische partijen al een tijdje in de lift zitten. Zullen zij het Europese huis een dreun van de sloophamer toedienen?
De drie traditionele fracties in het Europese Parlement (christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen) bezetten momenteel 62% van de zetels. Volgens de peilingen zou dat terugvallen tot 56%. Tellen we daar de groene en conservatieve families bij, dan komen we op 71%. Met die opmerking dat het aantal eurosceptici bij de groene en conservatieve partijen hoger is dan bij de traditionele politieke blokken.
Uitgesproken eurosceptici zoals de beweging rond Matteo Salvini, de Vijfsterrenbeweging en Nigel Farage’s nieuwe Brexit Party nemen volgens de peilingen 15% van het Europees parlement in. Inclusief radicaal links komt dat op 22%. De werking van het Europese parlement zal niet geblokkeerd worden, zelfs niet gegeven de verwachte winst van de eurosceptici, . Maar de besluitvorming wordt wel moeilijker.
Italië en Frankrijk in de kijker
Financiële markten volgen het verloop van de Europese verkiezingen met belangstelling. Toen Emmanuel Macron in 2017 de Franse verkiezingen won, reageerden markten opgelucht. Of beter: beleggers waren opgelucht over het verlies van euroscepticus Marine Le Pen.
Mocht het deze week anti-Europeser uitkomen dan gehoopt, dan is een tegenovergestelde reactie met koersdalingen op de beurs niet uitgesloten. Waarbij de aandacht vooral gaat naar de resultaten in Frankrijk en Italië. Twee grote landen waar de nodige hervormingen sowieso al moeizaam verlopen. Met bovendien regelmatig opflakkerende onrust over de Italiaanse begrotingsplannen.
Belangrijke macro-economische publicaties |
Van 20 mei tot en met 24 mei |
|||
Publicatiedag |
Regio/land |
Publicatie van |
Periode |
Consensus |
Dinsdag |
Eurozone |
Consumentenvertrouwen (flash) |
Mei |
-7,6 |
Woensdag |
VS |
FED-notulen |
|
|
Donderdag |
VS |
Markit PMI Services (flash) |
Mei |
53,2 |
|
|
Markit PMI manufacturing (flash) |
Mei |
52,7 |
|
Eurozone |
Markit PMI Services (flash) |
Mei |
53,0 |
|
|
Markit PMI Manufacturing (flash) |
Mei |
48,1 |
|
Duitsland |
IFO-indicator |
Mei |
99,0 |
Vrijdag |
VS |
Orders duurzame goederen MoM |
Apr |
-2,0% |
Luc Aben is hoofdeconoom bij Van Lanschot.
Hoofdeconoom