Beleggen in groenobligaties populair
Kritische blik op uitgevende instelling en voldoen aan Green Bond Principles is noodzakelijk.
De aandacht voor maatschappelijk investeren neemt fors toe. Impact Investing is het investeren in bedrijven, organisaties en beleggingsfondsen met de nadrukkelijke intentie om naast een financieel rendement ook een positieve maatschappelijke, sociale of milieu-impact te behalen. Dat gaat een stap verder dan duurzaam beleggen. Een voorbeeld van impact investing zijn zogenoemde greenbonds of groenobligaties.
Door de uitgifte van groenobligaties kunnen landen, instellingen, banken of bedrijven geld ophalen dat specifiek bedoeld is voor de financiering van nieuwe of bestaande milieuvriendelijke projecten. Denk bijvoorbeeld aan projecten die investeren in wind- of zonne-energie. Het belangrijkste verschil met een reguliere obligatie is het gespecificeerde gebruik van de opbrengsten uit de obligatie-emissie. Bij een reguliere obligatie staat het de uitgevende instelling namelijk juist helemaal vrij om te bepalen waarvoor het geleende geld wordt ingezet.
Het kredietrisico van een reguliere of groenobligatie van dezelfde uitgevende instelling is voor de belegger gelijk. De vergoeding voor beide type obligaties is bij uitgifte van de groenobligatie ook vaak hetzelfde als die van de gewone obligatie. Maar door de sterke vraag van beleggers en de relatief beperkte beschikbaarheid van groenobligaties zien we dat deze na verloop van tijd net wat duurder zijn dan de gewone obligaties.
Groenobligaties moeten voldoen aan de Green Bond Principles
Kritische blik
Er bestaan geen harde, wettelijke criteria voor groenobligaties. Maar om greenwashing (een bedrijf of instelling doet zich duurzamer of groener voor dan het is) te voorkomen zijn door een groep financiële instellingen, waaronder de Wereldbank, Green Bond Principles (GBP) opgesteld. Deze GBP bestaan uit vier pijlers.
- De aangewezen projecten moeten milieuvriendelijke voordelen geven.
- De emittent moet een proces hebben om te controleren of een project zich kwalificeert. Dit proces wordt bij voorkeur door een externe partij beoordeeld.
- De netto opbrengsten van de uitgifte van een groenobligatie moeten op een aparte rekening worden geboekt.
- De uitgevende instelling committeert zich om jaarlijks te rapporteren over de projecten, inclusief de verwachte milieu-impact.
Deze richtlijnen worden jaarlijks geactualiseerd.
Van Lanschot selecteert alleen groenobligaties die voldoen aan de GBP. Bovendien moet de uitgevende instelling minimaal een MSCI ESG-rating van BBB hebben. Bedrijven krijgen een duurzaamheidswaardering op basis van een zevenpuntschaal (AAA tot CCC) die is gebaseerd op de factoren environment, social en governance (ESG). Deze rating geeft aan in hoeverre bedrijven of instellingen blootstaan aan risico’s wat betreft milieu, sociaal beleid en goed bestuur en in hoeverre het management die risico's kan beperken in vergelijking met de sector. Emittenten met een ESG-rating van AAA scoren het best, met een CCC-rating het slechtst (bron: MSCI ESG). Wij zijn terughoudend om groenobligaties op te nemen van bedrijven met milieuonvriendelijke activiteiten zoals ondernemingen in de oliesector (Repsol) of producenten van kernenergie (EDF).
Volledig groen
De uitgifte van groenobligaties concentreert zich tot nu toe in een paar economische sectoren. Een toonaangevend mandje dat ook de elementen van de GBP volgt is van Bloomberg Barclays MSCI. Dit mandje bestaat bvooral uit groenobligaties van bedrijven uit de financiële of nutssector, overheidsgerelateerde instellingen en landen. In vergelijking tot een regulier mandje staats- en bedrijfsobligaties in euro’s is de spreiding naar uitgevende instellingen nog matig te noemen.
Voor beleggers die willen beleggen met impact kunnen groenobligaties die voldoen aan GBP een geschikt instrument zijn. Dit kan door het selecteren van specifiek op groenobligaties gerichte beleggingsfondsen (bijvoorbeeld het NN Euro Green Bond Fund) en/of individuele groenobligaties. Maar hoewel het volume aan groenobligaties groeit, is het nog steeds een relatief kleine markt met een beperkt aantal uitgevende instellingen.
Om uw obligatieportefeuille voldoende te kunnen spreiden over sectoren en debiteuren, blijft u naast groenobligaties voorlopig ook nog aangewezen op gewone obligatieleningen. Maar we zijn op de goede weg. Dankzij de sterke vraag van beleggers naar deze duurzame instrumenten zal de omvang van de markt groeien waardoor u uw portefeuille uiteindelijk steeds groener kunt inrichten.
Selectie van groenobligaties
Naam |
ISIN |
Coupon en aflosdatum |
MSCI ESG-rating |
Eff. Rend |
België |
BE0000346552 |
1,25%, 22/04/2033 |
A |
1,20% |
Frankrijk |
FR0013234333 |
1,75%, 25/06/2039 |
A |
1,40% |
Ierland |
IE00BFZRQ242 |
1,35%, 18/03/2031 |
A |
1,30% |
KfW |
XS1414146669 |
0,05%, 30/05/2024 |
AAA |
0,20% |
ABN Amro Bank |
XS1422841202 |
0,625%, 31/05/2022 |
A |
0,20% |
Bron: Bloomberg & MSCI ESG, 7 november 2018 |
Dit artikel van obligatiespecialist Ellen Engelhart verscheen eerder in Beleggers Belangen. Ellen Engelhart heeft geen belangen in de beschreven obligatietitels.