Uitstel, maar nog geen afstel van invoertarieven
Terug van even weggeweest: de handelsdossiers liggen weer op tafel.
En verder:
Net voor het verstrijken van de deadline stelde president Trump zijn beslissing over invoertarieven voor Europees staal en aluminium een maand uit. De onderhandelingen hierover verlopen moeizaam. Zo praat Trump liever van land tot land in plaats van met de gehele Europese Unie. De handelsbalansen van de verschillende EU-landen met de VS verschillen nogal, Met name Duitsland heeft een belangrijk overschot, onder meer door de auto-industrie. Dat is een doorn in het oog van de Amerikaanse president.
Door de maand uitstel voor de EU kunnen de VS zich de komende dagen volop op China concentreren. Deze week vertrekt een Amerikaanse delegatie naar Peking. Een delegatie op topniveau die wordt geleid door minister van Financiën Mnuchin en minister van Handel Ross.
Ook dit beloven moeilijke gesprekken te worden. De VS eisen van China dat het zijn inspanningen op het terrein van kunstmatige intelligentie, elektrische auto’s en technologie in het algemeen terugschroeft. Het gaat dus over méér dan het huidige handelstekort van 375 miljard dollar. Vanuit Chinees perspectief is het ontwikkelmodel van het land in gevaar. Toch blijven wij er op dit moment in ons beleggingsbeleid vanuit gaan, dat er uiteindelijk een akkoord uit de bus zal komen.
Amerikaanse consument trekt bestedingen op
De Amerikaanse consument hield de eerste twee maanden van het jaar hield de hand op de knip. Dat drukte op het algemene economische groeicijfer in het eerste kwartaal. Uit nieuwe cijfers over de persoonlijke bestedingen in maart, blijkt nu dat de portemonnee in die maand weer open ging. Aangespoord door de sterke arbeidsmarkt en belastingverlaging namen de persoonlijke bestedingen ten opzichte van februari met 0,4% toe. Een dergelijk verloop hadden we verwacht. We vermeldden de afgelopen dagen al, dat we voor de komende maanden optimistisch blijven over de Amerikaanse groei, ondanks de relatief zwakke cijfers in het eerste kwartaal.
Kredietverlening in eurozone blijft op koers
Dat de economische groei in de eurozone iets aan kracht inboet, bleek maandag opnieuw uit de cijfers voor de kredietverlening in maart. Die lag 3,0% hoger dan een jaar eerder, maar in februari was dat nog 3,1%.
Financiële instellingen geven echter aan, dat de vraag naar krediet van zowel gezinnen als ondernemingen hoog blijft. De lage rente blijft dan ook aantrekkelijk. Het ziet er bovendien niet naar uit dat die rente snel structureel zal oplopen. Vorige week nog stelde de vicevoorzitter van de ECB Vítor Constâncio dat kwantitatieve verruiming (het massaal opkopen van obligaties door de centrale bank) tot het standaardinstrumentarium is gaan behoren. Dit drukt de rente.
Daarnaast is er vanuit het inflatieplaatje geen reden voor de ECB om het geweer al te drastisch van schouder te veranderen. Maandag nog bleek de Duitse inflatie in april te zijn teruggevallen tot 1,4% op jaarbasis. In maart was dat nog 1,5%. Een verloop dat de voorzitter van de Bundesbank Jens Weidmann een argument ontneemt om binnen de ECB te pleiten voor een snelle afbouw van het opkoopprogramma.
