Belastingvoordeel Amerikanen verdwijnt aan de pomp
Duurdere olie en hogere rente raakt de Amerikaanse consument.
En verder:
Het fiscale douceurtje van president Trump smelt als sneeuw voor de (inflatie)zon. Het beschikbaar inkomen van een gemiddeld gezin ging er door de belastingplannen $ 900 op vooruit op jaarbasis. Maar daarvan verdwijnt nu $ 500 bij de benzinepomp door de hogere olieprijs. En de hogere rentekosten vreten daarbij steeds sneller de rest van het voordeeltje op. Het rentetarief voor een 30-jarige hypotheek is inmiddels gestegen tot 4,6% waar dat aan het begin van dit jaar nog lag op 3,95%. Met een hogere verwachte rente in het verschiet wordt deze situatie niet beter.
Deze ontwikkeling geeft de Amerikaanse burgers een minder comfortabel gevoel. We zien dan ook het door Bloomberg wekelijkse gepubliceerde consumentenvertrouwenscijfer sinds medio april terugvallen, weliswaar vanaf een hoog niveau. Vooral Amerikanen met lagere inkomens (onder de $ 50.000) zijn minder enthousiast. Dat is logisch want in deze maatschappelijke klasse zijn loonstijgingen minder fors geweest en wegen de bovengenoemde stijgende lasten relatief zwaarder.
Joe Sixpack (Jan Modaal) moet voor zijn koopkrachtbehoud sterk leunen op een aanhoudend goede arbeidsmarkt, dat wil zeggen hogere salarissen en meer banen. Dat is een realistische aanname voor dit moment maar het maakt zijn bestedingen kwetsbaar en vooral wispelturiger.
Nog een positief signaal van de Amerikaanse industrie
De industriële activiteit in de regio Philadelphia steeg in mei krachtig door. De graadmeter Philly Fed index dikte aan tot 34,4 punten en dat is veel krachtiger dan de voorziene 21,0 punten. Maar liefst 43% van de ondervraagde fabrikanten meldde een hoger activiteitenniveau. Eerder zagen wij een soortgelijk bericht uit de regio New York.
Wij halen uit de hogere Philly Fed index drie ontwikkelingen. De component ‘nieuwe orders’ ontwikkelde zich bijzonder sterk en spoot met 22 indexpunten omhoog. Dat is een opmaat tot meer productie in de komende maanden. De werkgelegenheidscomponent boekte eveneens voortuitgang, 37% van de respondenten ziet het personeelsbestand toenemen en dat is het hoogste getal in de afgelopen zeven maanden. De werkweek werd daarbij flink langer.
De prijsstijgingen bij de inkoop van fabrikanten zwakten licht af maar blijven zich op een hoog niveau voortbewegen. Wel opvallend is dat de afzetprijzen van de industrie juist veel harder stijgen, zelfs met de hoogste snelheid van de afgelopen dertig jaar. Overigens denken de fabrikanten niet dat deze trend van hogere afzetprijzen doorzet naar de toekomst.
We zien dat fabrikanten, de groot- en detailhandel er steeds meer in slagen om hogere afzetprijzen te bedwingen. Dat wijst uiteindelijk op een hogere consumenteninflatie wat de noodzaak voedt om mogelijk sneller en meer de beleidsrente in de VS te verhogen. Dat vooruitzicht duwt de tienjaarsrente verder omhoog.