Storm in een glas handelswater?
Trump gaat 25% importheffing invoeren op $ 60 miljard aan Chinese producten. Beurzen reageren negatief. Is dit het definitieve begin van een grootschalige handelsoorlog? En bijgevolg een signaal om fors aandelen te verkopen?
Hoe grootschalig is deze maatregel?
In absolute bedragen is de aankondiging fors. Maar in de wetenschap dat de totale Chinese uitvoer naar de VS jaarlijks bijna $ 500 miljard bedraagt, toch enigszins te relativeren. De impact op zowel de Amerikaanse als Chinese economie - of op de inflatie - is beperkt.
Sommige sectoren kunnen echter best getroffen worden. Het lijkt erop dat de Amerikaanse importheffingen zich vooral richten op elektronica en machinebouw. Amerikaanse producenten die hierbij afhankelijk zijn van Chinese toeleverlijnen zullen niet onmiddellijk alternatieven vinden.
Absolute duidelijkheid over hoe de maatregelen er precies uit zullen zien, is er echter pas over twee weken. De aankondiging van gisteren is dan ook vooral het startschot van een onderhandelingsproces.
Neemt China tegenmaatregelen?
Zoals verwacht reageerde China met heffingen op Amerikaanse producten, waarbij de focus ligt op de landbouw. De Amerikaanse landbouw is een kwetsbaar slachtoffer. Een kwart van de Amerikaanse agriproductie gaat richting China. Voor soja is dat zelfs 60%. Pittig detail hierbij is dat de staten van de Amerikaanse ‘Farm Belt’, die hierdoor het hardst getroffen worden, cruciaal waren voor Trumps verkiezingsoverwinning in 2016.
Toch is de Chinese reactie gematigd, die heeft slechts betrekking op $ 3 miljard aan Amerikaanse export. Het is vooral een politiek signaal. Een signaal dat China rond de tafel wil.
Is de weg naar een handelsoorlog nu écht ingezet?
Het grootste gevaar schuilt in een opbod aan protectionistische maatregelen. Waarbij we ons bovendien moeten realiseren dat in een geglobaliseerde wereldeconomie alles met alles samenhangt. Zoeken de Chinezen bijvoorbeeld een uitweg voor hun producten in Europa, dan is de EU wellicht gedwongen om ook hier een ‘beschermingsmuur’ op te trekken. De extra Chinese verkopen in Europa gaan leiden tot verdere prijsdruk. Dat drukt de inflatie bij ons en ook de winstmarges van het Europese bedrijfsleven. Dat alles kan weer leiden tot tegenmaatregelen van China tegen Europa… En voordat we het weten, komen we dan snel in een protectionistisch kluwen terecht.
Een ander gevaar is dat de VS de internationale structuren die de laatste decennia zijn opgebouwd om de handel vlot te laten verlopen, wil ontmantelen. Denk aan de Wereldhandelsorganisatie (WHO). In die zin is het opvallend dat de VS zich wil beroepen op de afgekondigde regelgeving van de WHO. Ze leggen een klacht neer tegen China voor oneerlijke handelspraktijken.
Momenteel zijn we (nog?) niet aanbeland in de fase van een regelrechte handelsoorlog. In het verleden is gebleken dat het dreigen mét of invoeren ván handelsbeperkingen vooral een strategische zet is in een onderhandelingsproces. En ook Trump bedient zich graag van deze overrompelingstactiek. Er zijn momenteel meerdere van dit soort handelsbesprekingen gaande in de wereld. Ook Europa is slechts voorlopig gevrijwaard van heffingen op aluminium en staal.
Hetzelfde geldt voor NAFTA. Het heronderhandelingsproces rond dit vrijhandelsakkoord tussen de VS, Canada en Mexico is misschien wel de belangrijkste illustratie dat er een groot verschil is tussen politieke retoriek en de (vaak weerbarstige) praktijk. Zo heeft de VS al veel water bij de wijn moeten doen over het gevoelige punt van de Mexicaanse uitvoer van auto’s richting Uncle Sam. Het is leuk om te roepen dat je importheffingen instelt op auto’s, maar als de dealerprijs van een nieuwe auto met meer dan 10% stijgt, is dat erg vervelend.
Wat met de beurzen?
De negatieve koersreactie van aandelen als de VS een protectionistisch initiatief neemt, kunnen we gek genoeg als geruststellend beschouwen. Trump gebruikt het beursverloop immers graag als graadmeter voor het succes van zijn presidentschap. Dit troetelkindje wil hij niet graag om zeep helpen, omdat het zijn steun zal doen afbrokkelen.
Fundamenteler is echter dat de wereldwijde economie het best goed doet. Zodat die tegen de onzekerheid van een onderhandelingsproces zou moeten kunnen, met tussentijds best wat nervositeit.
We verwachten dat uiteindelijk de soep niet zo heet wordt gegeten als deze wordt opgediend. Om er een anekdotische illustratie bij te halen: bij zijn bezoek aan China in november 2017, pronkte Trump nog met contracten voor Amerikaanse ondernemingen ter waarde van $ 250 miljard. Wil hij dat in gevaar brengen?
Over zeven maanden staan in de VS de verkiezingen voor het Congres op de agenda. Voor die tijd zal Trump wellicht een akkoord op zak willen hebben. Een akkoord over grotere openheid van de Chinese markt en striktere bescherming van intellectuele eigendom. Dat zou voor Trump een overwinning zijn richting de kiezers en een verkiezingsbelofte wordt daarmee voor een deel ingelost. Overigens stelt Trump geen onterechte vragen over openheid en bescherming van intellectueel eigendom. China kondigde trouwens al eerder aan hierin stappen te willen zetten. Dus Trumps overwinning is mogelijk binnen handbereik.
Door alle politieke retoriek heen, kunnen we als belegger toch weer terugvallen op de economische fundamenten. En die zijn degelijk. Op dit moment lopen wij dus niet mee richting de uitgang van de beurs.