Hoofdeconoom Luc Aben blikt vooruit - week 50
Deze week een rondje centrale banken, met zowel een bijeenkomst van de Federal Reserve (Fed) als van de Europese Centrale Bank (ECB).
Weinig nieuws te verwachten van de ECB
Vanuit de ECB valt niet veel nieuws te verwachten. Het gaat goed met de economie van de eurozone. We verwachten dat dat ook donderdag weer zal blijken, bij de nieuwe inschatting van het ondernemersvertrouwen (Markit PMI).
Toch leidt de aantrekkende groei voorlopig niet tot hogere inflatiecijfers. Geen reden dus om - vanuit de bril van Mario Draghi bekeken - het beleid of de toon te veranderen. Al was het maar omdat de ECB de euro liever niet opnieuw ziet aantrekken. Te veel praten over een definitief einde van het aankoopprogramma van obligaties, wat we zelf verwachten voor eind 2018, zou daar bijvoorbeeld toe kunnen leiden.
... maar de Fed zal wel van zich laten horen
Vanuit de Federal Reserve verwachten we wél nieuws. De kans is groot dat de Amerikaanse centrale bank de beleidsrente nog een keer verhoogt. De economische groei blijft immers stevig. Links en rechts duiken ook signalen op dat de inflatie wat zal aantrekken. Hoewel we niet denken dat dat al concreet zal blijken uit de nieuwe inflatiecijfers over de maand november. Die komen woensdag uit, op hetzelfde moment als de Fed-bestuurders rond de tafel zitten.
Verder is het uitkijken of de Fed-bestuurders hun inschattingen voor de toekomst aanpassen. Met name nu het erop lijkt dat de Trump-administratie zal slagen in de belastinghervorming. Denken de centrale bankiers dat er enige betekenisvolle impact zal zijn op de economische groei en de inflatie?
Zo ja, dan liggen er volgend jaar meer renteverhogingen in het verschiet dan financiële markten op dit moment inprijzen. Dat zijn er twee. Terwijl de centrale bankiers zélf uitgaan van drie rentestappen in 2018.
Op zich hoeven meer renteverhogingen niet problematisch te zijn voor aandelenbeleggers. Zolang de obligatierente niet het niveau van 3% tot 3,5% bereikt, zullen die vooral blij zijn dat de economie het goed doet. Zonder zich al te veel zorgen te maken over een hogere rente. Op dit moment vergoedt een tienjarige Amerikaanse staatslening 2,37%.
Op valutamarkten zou een scenario van meer rentestappen wél voelbaarder kunnen zijn. Meer renteverhogingen kunnen de afzwakkende trend van de dollar (dus sterkere euro) ombuigen. Wat op zijn beurt dan weer goed zou zijn voor Europese aandelen. Europese bedrijfswinsten profiteren immers van een relatief goedkopere Europese eenheidsmunt.
Al met al genoeg redenen dus om woensdag de uitkomsten van de Fed-bijeenkomst met belangstelling tegemoet te zien.
En hoe vergaat het China?
De laatste weken duiken af en toe ongeruste berichten op over de Chinese groei. Nu president Xi Jinping de touwtjes steviger in handen heeft genomen, bestaat de kans dat hij het schuldenprobleem kordater zal aanpakken. Met tijdelijk lagere groei tot gevolg.
Vooralsnog blijft die groei echter stevig. Dat bleek vorige week uit de handelscijfers. Zowel de recentste export- als importdata kwamen ver boven verwachting uit. De Chinese handel profiteert van het wereldwijde groeimomentum.
We hebben er vertrouwen in dat Chinese beleidsmakers de problemen van de schuldenberg, huizenmarkt en overcapaciteit in vervuilende zware industrieën met de nodige geleidelijkheid zullen aanpakken. Maar toch verdient het Chinese ‘dossier’ wellicht meer dan gemiddelde aandacht de komende tijd.
Die zullen we dan ook geven aan de nieuwe cijfers over de industriële productie, detailhandelsverkopen en uitstaande leningen die de komende dagen naar buiten komen. De kans dat ook die naar de bovenzijde toe verrassen, is groot. Waarbij het mooi zou zijn als de kredietgroei een trapje lager zou gaan dan de 13% op jaarbasis die we de voorbije maanden vaak zagen.