Hoofdeconoom Luc Aben blikt vooruit - week 47
Wie is het slimst: obligatie- of aandelenbeleggers? Op basis van het verleden, zou je geneigd zijn om obligatiemarkten als winnaar van deze financiële IQ-quiz uit te roepen. Ik verklaar mij nader.
Elf jaar terug, op 8 augustus 2007, plantte BNP Paribas het zaadje voor de financiële crisis. Twee hedgefondsen die gelinkt waren aan de markt voor rommelhypotheken gingen op slot.
Aandelenmarkten fronsten even de wenkbrauwen, maar gingen uiteindelijk tot het najaar vrolijk verder. Obligatiebeleggers van hun kant, zagen het onheil aankomen. Zo stuurden ze reeds vanaf de lente de koersen van hoogrenderend, en dus risicovol, papier neerwaarts. Waarmee ze de rol van kanarie in de kolenmijn vervulden.
En ook bij de ICT-crisis van enkele jaren geleden deden obligatiebeleggers dat. Maanden voordat aandelenprijzen in correctiemodus gingen, staken obligatiemarkten al een waarschuwende vinger op.
Het afgelopen anderhalf jaar, sinds begin 2016, presteerden hoogrenderende obligaties prima. Zo goed zelfs, dat we alvast besloten om een stuk winst te nemen in onze portefeuilles. Ondertussen gingen de koersen inderdaad lager. Wat dan de vraag opwerpt, het verleden indachtig, of dit een signaal is om ook in het algemeen wat voorzichtiger te moeten worden als belegger? En ook onze posities in aandelen te heroverwegen?
Er zijn immers enkele risicodossiers. Op de korte termijn is de discussie rond het nieuwe Amerikaanse belastingplan er zo een. We hadden het daar de voorbije weken al over. Ook de vaststelling dat de meeste vermogensbeheerders stevig in aandelen zitten, kan uiteindelijk een risico gaan vormen. Langzamerhand blijven er niet meer zo heel veel partijen over die een nieuwe of bijkomende vraaggolf in gang kunnen zetten op de beurs.
Aan de andere kant blijven de economische cijfers degelijk, zodat beurzen ondersteund blijven worden door het groeimomentum. Met bijbehorende bedrijfswinsten. Dit algemene groeiplaatje is een argument om toch niet te snel het vertrouwen in aandelenbeurzen te verliezen, ondanks de mooie prestaties van de afgelopen maanden. Tegelijkertijd geven we hiermee ook aan waar de aandacht ligt de komende tijd: bij de economische data.
Vertrouwenscijfers Europa moeten rugwind bevestigen
Eind deze week verwachten we de Markit PMI’s (ondernemersvertrouwen) voor de eurozone, zowel uit de industrie als dienstensector. Een soortgelijk vertrouwenscijfer krijgen we van de Duitse ondernemers (IFO-index).
We verwachten dat deze cijfers de economische rugwind binnen de eurozone zullen bevestigen. Zo kregen we vorige week nog beter dan verwachte Duitse groeicijfers over het voorbije derde kwartaal. Belangrijk voor het land zelf natuurlijk, maar ook vanwege de locomotieffunctie die Duitsland vervult voor de gehele eurozone.
Verder komen er woensdag cijfers over het Europese consumentenvertrouwen. In het kielzog van de aantrekkende arbeidsmarkt, zit dat vertrouwen sinds begin dit jaar in de lift. Wat maakt dat de economische groei in de eurozone meer interne dynamiek kreeg en in mindere mate leunde op de uitvoer.
Deze positieve vaststelling werd recent nog geïllustreerd door de ECB. Ondanks de aangetrokken euro, wat een nadeel is voor de uitvoer, verhoogde de centrale bank haar economische groeivooruitzichten voor 2018. Met als onderbouwing precies die toegenomen interne dynamiek.
Uitkijken naar Fed-notulen
In de Fed-notulen van de laatste bestuursbijeenkomst van begin november, is het morgen uitkijken naar signalen of er in december een nieuwe renteverhoging aankomt. Maar we verwachten niet dat markten hier nog fel op zullen reageren. Ondertussen is dit immers zowat de consensusmening geworden.
Binnen de nieuwe cijfers voor orders van duurzame goederen, die ook woensdag naar buiten komen, zijn het vooral de kapitaalgoederen die ons interesseren. De vraag hiernaar zit al een tijdje in de lift. Wat een positief signaal is voor de investeringsbereidheid van Amerikaanse ondernemingen. En bij afgeleide voor de gehele Amerikaanse economie.
De Amerikaanse macroweek wordt vrijdag afgesloten met de Markit PMI’s. Net als voor de eurozone verwachten we een bevestiging van de goede gang van zaken.