Sterke kwartaalstart van eurozone-economie
De economische sentimentsindicator voor de eurozone (ESI-index) tikte in oktober de hoogste stand aan sinds 2001. Hiermee lijkt de economie nog meer te versnellen. De voorlopige consumentenprijsinflatie in Duitsland en Spanje over de maand oktober onderstreept nogmaals dat de prijsontwikkeling uitermate tam is. Persoonlijk inkomen in VS stijgt nauwelijks en in China zagen we tegenvallende officiële inkoopmanagersindices.
Eurozone-economie versnelt
De ESI-indexstand van 114,0 punten voor oktober kwam hoger binnen dan verwacht (113,4 punten). Bijzonder sterk profileert zich de industrie, ondanks de duurdere euro is het eurozone exportpakket zeer geliefd in het buitenland. Industriële exportorders bereikten zelfs de hoogste stand sinds 2011. Maar ook de dienstensector trok verder aan en het consumentenvertrouwen boekte een kleine stijging ten opzichte van september. Wij gaan ervan uit dat de consument zijn bestedingen verder opvoert dit kwartaal en maken ons op voor een sterk kerstseizoen. Het bovengenoemde cijfer sterkt onze aanname voor de economische groei over 2017, die kan weleens dicht richting de 2,5% uitkomen.
Terugval Duitse consumenteninflatie
In oktober viel de prijsstijging voor consumenten terug tot 1,5% op jaarbasis, in september bedroeg de stijging nog 1,8%. Economen hadden een 1,7% toename verwacht. De boosdoener is vooral de belangrijke dienstensector. Wij verwachten dat de kerninflatie, de prijsstijgingen gestript vooral allerlei volatiele componenten, zo rond de 1,1% op jaarbasis ligt in Duitsland en dat is ver verwijderd van de beoogde 2% door de ECB. Ook in Spanje zagen we een vergelijkbaar beeld over oktober, daar ligt de kerninflatie wel een tikkeltje hoger op 1,4%.
Hoewel de economische groei in de eurozone aan kracht wint, blijft de inflatiedruk beperkt, nu maar ook begin 2018. Opnieuw bewijs dat de ECB zeer geleidelijk de geldkraan dicht gaat draaien.
Persoonlijk inkomen in VS stijgt beperkt
Het voor inflatie gecorrigeerde beschikbare inkomen voor de Amerikaanse burger bleef onveranderd in september. Wel steeg de consumptie flink door de vervanging van vernielde voertuigen door de orkanen en vooral de gestegen brandstofprijzen. Om deze uitgaven te financieren werd er minder gespaard. De savingsrate (het deel van het inkomen dat gespaard wordt) daalde tot het lage niveau van 3,1%. En dat geeft weinig speelruimte om de bestedingen nog verder op te voeren. Ja, begin volgend jaar komen er belastingverlagingen, maar het is onbekend wie daarvan de vruchten plukken. We hopen daar morgen meer inzage in te krijgen bij de presentatie van de plannen.
Chinese inkoopmanagersindexcijfers ondermaats
Zowel het Chinese industriële als het dienstencijfer viel tegen over de maand oktober. Fabriekssluitingen vanwege vervuilingen, minder kredietgroei en afnemende fiscale stimulering werden aangewezen als oorzaken. Op zich niet zo vreemd, nu de politieke schermutselingen achter de rug zijn, kan president Xi Jinping zijn economische agenda verder gaan invullen. Het laten afkoelen van de vastgoedmarkt is daarbij een belangrijk agendapunt. En laat deze sector nu net indirect voor een kleine 20% het Chinese BNP bepalen. Wij gaan ervan uit dat de economische groei in China licht en gecontroleerd zal afvlakken de komende maanden.