Hoofdeconoom Luc Aben blikt vooruit - week 42
Woensdag gaat in Peking het vijfjaarlijkse congres van de Communistische Partij van start. Dat zal het leiderschap van president Xi Jinping bevestigen en de lijnen voor de komende jaren uitzetten.
Blik op China gericht
Wellicht komen er geen verrassingen. Ook niet in de economische agenda. Enerzijds is dat goed. Chinese stabiliteit kan wat tegengewicht bieden aan de onvoorspelbare wind die vanuit de VS over de wereld waait. Anderzijds mag het Chinese hervormingsproces niet stilvallen. Een economische groei van meer dan 6,0% is nodig om de politieke rust te bewaren.
De uitdagingen zijn bekend: overcapaciteit in de industrie, weinig efficiënte staatsondernemingen, toenemende vervuiling en snel oplopende schulden. Bij het vorige Partijcongres, in 2012, klonken ambitieuze woorden. De vrije markt zou meer ruimte krijgen om de problemen aan te pakken. Vijf jaar later moeten we echter vaststellen dat de vooruitgang matig is geweest.
Chinese schulden groeien door
Zo is het circuit van het ‘schaduwbankieren’ (financiering buiten het reguliere bankcircuit om) weliswaar aangepakt, maar dan vooral door de geldstromen die daarin omgingen gedeeltelijk af te leiden naar het reguliere bankensysteem. Niet door de totale schuldgroei aan banden te leggen.
Oude monetaire receptuur blijft in gebruik
Ook de traditionele strategie om bij een dreigende economische afkoeling massale overheidsstimulering toe te dienen, werd gehandhaafd. Bijvoorbeeld na de turbulenties op financiële markten in de zomer van 2015, toen beleggers schrokken van de devaluatie van de renminbi. Of begin 2016, toen markten vreesden voor een forse Chinese groeivertraging.
Dergelijk overheidsingrijpen gaat vaak ten koste van de private sector. Die ziet de beschikbare financiering voor zijn neus weggekaapt worden door staatsondernemingen. Op de korte termijn kan de economie hierdoor weliswaar het hoofd boven water houden. Maar op de iets langere termijn is het effect negatief. De rentabiliteit van staatsgeleide activiteiten ligt immers een heel eind lager dan in de private sector. Zodat de globale economische efficiëntie en productiviteit van het land dreigen af te nemen. Uiteindelijk zal China zijn groei juist moeten halen uit een toename van de productiviteit. Net als wij heeft het land immers een vergrijzingsprobleem. Waardoor de bevolking op arbeidsleeftijd daalt en de groei zal moeten komen van een hogere productiviteit: méér produceren met minder ‘handjes’.
Toch zien we het gevoerde beleid niet zo snel veranderen. Het huidige economische vijfjarenplan loopt tot 2020. Bedoeling is het BBP per hoofd van de bevolking te verdubbelen tegenover het niveau van 2010. Hiervoor mag de groei simpelweg niet stilvallen. Iets wat al te drastische hervormingen op de korte termijn juist zouden dreigen te doen. De vruchten van hervormingen hebben nu eenmaal enige rijpingstijd nodig. De schuldenberg zal dus niet van vandaag op morgen verdwenen zijn. Net zo min als de zorgen daarover.
Toch moeten we een en ander kaderen en nuanceren. Juist omdat de schuldenopbouw vooral via staatsbedrijven verliep, met als geldschieters staatsbanken, is het in essentie vooral een intern probleem binnen de overheid. Met bovendien een Chinees financieel systeem dat grotendeels is afgesloten van de buitenwereld. Zodat het ‘internationale besmettingsgevaar’ in geval van problemen toch een stuk kleiner is dan tien jaar terug het geval was. Toen opgelopen schulden in de Amerikaanse huizenmarkt het vuur aan de lont staken voor de diepste financieel-economische crisis sinds de jaren dertig.
Chinese groei over het derde kwartaal: ongetwijfeld op schema
China staat deze week niet enkel in de belangstelling vanwege het Partijcongres, we krijgen ook een reeks economische cijfers. Met als belangrijkste de groei over het derde kwartaal. Een cijfer waar de Chinezen traditioneel zeer snel mee komen na het eind van een kwartaal. Twijfelachtig snel zelfs…
Hoe dan ook, na een eerste semester waarin de groei boven verwachting lag, is een kleine vertraging niet uitgesloten. Toch zal de economische ontwikkeling ongetwijfeld netjes binnen de officieel vooropgestelde vork van 6% tot 7% liggen. Het ondernemersvertrouwen kent de laatste maanden een matig verloop. Anderzijds mochten we vorige vrijdag mooie Chinese handelscijfer over de maand september verwelkomen. Gestimuleerd door de goede gang van zaken in de rest van de wereld.
Europa: ZEW-index belangrijkste wapenfeit deze week
In Europa is de ZEW-index het belangrijkste economische cijfer deze week. Hoewel deze vertrouwensindicator van Duitse professionele beleggers geen al te grote voorspellende waarde heeft over de gang van zaken in de reële economie, geeft die wel een beeld van het huidige sentiment op markten. We verwachten een degelijke score.